Volgens diverse overzichtsites en bronnen was de Christelijk-Historische Unie (CHU) een behoudende partij. Dit was ook mijn aanname bij aanvang van het schrijven van deze scriptie. Bij het nadenken...Show moreVolgens diverse overzichtsites en bronnen was de Christelijk-Historische Unie (CHU) een behoudende partij. Dit was ook mijn aanname bij aanvang van het schrijven van deze scriptie. Bij het nadenken over de kiesrechtgeschiedenis paste de CHU niet in het plaatje als het gaat om voorstanders van het algemeen kiesrecht, omdat de uitbreiding van het kiesrecht als progressief gezien wordt. Zo paste zij niet in het plaatje van de kiesrechtstrijd van 1892 en ook niet van de kiesrechtstrijd van 1917/19. Bij een nadere analyse blijkt dat de CHU niet tegen het algemeen kiesrecht of uitbreiding van het kiesrecht was, maar in bepaalde mate zelfs elementen van uitbreiding van het kiesrecht in haar beginselprogramma van 1908 had staan. Hier lijkt een paradox naar voren te komen, waarbij een behoudende partij als de CHU een progressieve stap zet en voor de uitbreiding van het kiesrecht stemt in 1917. In de paradox ligt de hoofdvraag die de rode lijn in het betoog zal vormen, namelijk hoe het mogelijk is dat een conservatieve partij als de CHU toch een progressief kiesrechtstandpunt heeft kunnen ontwikkelen tussen 1892/94 en 1917/19. Deze vraag vult een lacune op het gebied van de beeldvorming van de CHU. De twee kenmerken, namelijk behoudend en matig progressief, lijken onverenigbaar met elkaar. Een ander bijvoeglijk naamwoord dat onmisbaar is voor de CHU is: principieel. Dat woord verklaart heel veel van de standpunten die de CHU had en argumenten die gehanteerd zijn in Kamerhandelingen.Show less