In 1572 is Zutphen het toneel van een burgeroorlog. In juni vindt de stad aansluiting bij de Opstand van Willem van Oranje en Willem van den Bergh, dankzij hulp van binnenuit. In november wordt de...Show moreIn 1572 is Zutphen het toneel van een burgeroorlog. In juni vindt de stad aansluiting bij de Opstand van Willem van Oranje en Willem van den Bergh, dankzij hulp van binnenuit. In november wordt de stad door het regeringsleger van Alva en don Fadrique heroverd en gestraft voor de opstandigheid. Volgens verhalen uit de latere herinneringscultuur vindt er dan een bloedbad onder de burgerbevolking plaats. Deze scriptie laat zien dat dit verhaal het product is van eigentijdse geruchten en propaganda, en gepolitiseerde herinneringspraktijken in de zeventiende eeuw. De lokale herinneringscultuur is een modern verschijnsel. Het aanvankelijke uitblijven van een lokale herinneringstraditie wordt verklaard door het ontbreken van belanghebbenden en de werking van vergetelheidclausules in amnestieregelingen als het Generaal Pardon (1574) en de Pacificatie van Gent (1576). Wat is er dan wel gebeurd? In werkelijkheid wordt het garnizoen Waalse huurlingen ter dood veroordeeld. Voor de Zutphenaren is 1572 (in hun woorden) vooral een 'ellendig jaar', waarbij de nadruk niet vanzelfsprekend op de gebeurtenissen in november ligt.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
After WWII the Dutch government wanted to be more involved in informing the public of its doings and in preparing it for the dangers that might present themselves. One of the ways to reach the...Show moreAfter WWII the Dutch government wanted to be more involved in informing the public of its doings and in preparing it for the dangers that might present themselves. One of the ways to reach the public were the newsreels shown in movie theaters, which had a weekly reach of over 1 million. Through the Rijksvoorlichtingsdienst (Government Informing Service) the government installed an editorial committee which safeguarded the newsreels and determined which items should be shown and which were deemed unfit. This committee had members of the RVD, journalists and Polygoon-Profilti editors. Over the years this committee grew to a standing committee with its own morals and values. When the cold war accellerated with the events of 1948-1950, the government now had a renewed interest in the items shown in the newsreels. Their content could potentially be used in the fight against communism. This paper investigates how newsreels were made, with what convictions they were made and to what extent the government controlled or tried to control this committee. In doing so, the paper also investigates the interplay between the committee and the government in the setting of the early cold war.Show less