Deze scriptie bespreekt een syntactisch facet van het gesproken Mandarijn. De aanleiding voor dit onderzoek was de volgende zin die ik tegenkwam tijdens het kijken van een Chinees...Show moreDeze scriptie bespreekt een syntactisch facet van het gesproken Mandarijn. De aanleiding voor dit onderzoek was de volgende zin die ik tegenkwam tijdens het kijken van een Chinees televisieprogramma: Wǒmen méi you shuǐ hē dou. ‘We hebben niks te drinken’ gevolgd door een onbekend woordje dou. Deze wordt in de ondertiteling geschreven als 都, hetzelfde karakter als die van het bijwoord dōu ‘alle’, dat ik wel in mijn eerste studiejaar geleerd heb. Deze dou verschilt echter van dōu in toon, en staat aan het einde van de zin, in plaats van de typische plaats van bijwoorden in het Mandarijn. Daarnaast heeft het karakter 都 ook de mogelijke leesuitspraak dū. Mijn waarneming wordt met de volgende onderzoeksvragen benaderd: (1) Wat betekent deze dou aan het einde van de zin? (2) Is dou aan het einde van de zin – ook buiten het schrift om – gerelateerd aan het bijwoord dōu ‘alle’, en zo ja, hoe? (3) Wat is de historische ontwikkeling van de betekenissen en uitspraken van het karakter 都? Allereerst vindt er een literatuuronderzoek plaats naar de uitspraak en betekenissen van het karakter 都 en het bijwoord ‘alle’ in woordenboeken, grammatica’s en lesboeken vanaf het einde van de negentiende eeuw tot nu. Een interessante ontdekking hieruit is dat de leesuitspraak dū na 1948 vrijwel niet meer voor ‘alle’ gedocumenteerd is. Daarna worden de syntaxis en betekenissen van het bijwoord dōu en de status van dou in kaart gebracht, en wordt er nagedacht over de semantische relaties tussen deze betekenissen. De analyses worden geïllustreerd met eigen gevonden voorbeelden uit de Mandarijnse spreektaal. Hierbij wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen betekenis en interpretatie. De laatste paragraaf bespreekt vorm en betekenis van de dou uit mijn waarneming. Het lijkt te gaan om het bijwoord dōu dat naar achteren geplaatst is als nagedachte en een afwijkend prosodisch patroon heeft. Deze scriptie pleit tevens voor taalkundige analyse dat gebaseerd is op de spreektaal. Hoewel prosodie een integraal deel is van de gesproken taal, is daar nagenoeg niets van terug te vinden in de geschreven taal.Show less
De betekenisbijdrage van yě aan de Mandarijnse zin is veelzijdig. Naast de ‘eveneens’-betekenis kan yě ook een ‘zelfs’-betekenis bijdragen aan de zin. Daarnaast kan yě een onzekerheidsmodaliteit...Show moreDe betekenisbijdrage van yě aan de Mandarijnse zin is veelzijdig. Naast de ‘eveneens’-betekenis kan yě ook een ‘zelfs’-betekenis bijdragen aan de zin. Daarnaast kan yě een onzekerheidsmodaliteit met zich meedragen, met de betekenis ‘toch ook’. Deze betekenisbijdrage is vaak terug te vinden in vraagzinnen. Bovendien kan yě een verzwakkend effect hebben, bijvoorbeeld om ontkenningen minder direct te maken. Dit kan omschreven worden als een verzwakkende of verzachtende modaliteit. Yě komt in mijn corpus zeer vaak voor in combinatie met een ontkenning. Yě vertoont meerdere overeenkomsten met het Nederlandse ook. Naast de ‘eveneens’-betekenis hebben yě en ook als gedeelde eigenschap een modale functie. In het Mandarijn kan yě weliswaar niet voor dezelfde soort gevoelsmodaliteit zorgen als in het Nederlandse Dat is ook leuk, maar yě kan wel net als het Nederlandse ook een onzekerheidsmodaliteit en een verzwakkende modaliteit hebben. Het was voor mij verrassend om te zien dat deze bijwoorden blijkbaar gevoelig zijn voor het op zich nemen van een modale betekenis. Voor beide talen geldt dat de prosodie in zinnen met het bijwoord yě / ook van groot belang is voor de betekenis. De betekenisbijdrage van yě / ook is afhankelijk van waar de nadruk wordt gelegd in de zin. Prosodie is in het schrift helaas niet gemakkelijk weer te geven.Show less
In dit onderzoek is onderzocht in hoeverre sociale cognitie en emotieherkenningsvaardigheden de hoeveelheid agressie bij 8-12 jarige jongens kunnen voorspellen. Ook is gekeken of...Show moreIn dit onderzoek is onderzocht in hoeverre sociale cognitie en emotieherkenningsvaardigheden de hoeveelheid agressie bij 8-12 jarige jongens kunnen voorspellen. Ook is gekeken of emotieherkenningsvaardigheden sociale cognitie konden voorspellen. De onderzoeksgroep bestond uit 51 jongens geworven bij regulier onderwijs, speciaal basisonderwijs en klinische instellingen in Nederland. De hoeveelheid agressie is gemeten met de CBCL/6-18. Emotieherkenning is zowel in gezichten gemeten met de Facial Emotion Recognition test, als in spraak met de Prosodie subtest van de Amsterdam Neuropsychologische Taken. Er is gecontroleerd voor intelligentie. Agressie kon alleen voorspeld worden door prosodie herkenning, met name het herkennen van bange en boze prosodie, en intelligentie. Sociale cognitie kon alleen voorspeld worden door prosodie herkenning, met name het herkennen van verdrietige en boze prosodie, en intelligentie. Emotieherkenning in gezichten blijkt geen significante voorspeller te zijn voor agressie en sociale cognitie. Deze resultaten ondersteunen interventies, gericht op het verminderen van agressie door sociale cognitie en emotieherkenning te verbeteren, niet. Implicaties voor vervolgonderzoek worden gegeven.Show less