In de afgelopen decennia heeft het openbaar bestuur een verschuiving doorgemaakt van hiërarchische sturing naar meer autonome en netwerk gebaseerde benaderingen. Netwerken – samenwerkingsverbanden...Show moreIn de afgelopen decennia heeft het openbaar bestuur een verschuiving doorgemaakt van hiërarchische sturing naar meer autonome en netwerk gebaseerde benaderingen. Netwerken – samenwerkingsverbanden tussen publieke en/of private actoren – zijn steeds belangrijker geworden in het aanpakken van complexe maatschappelijke vraagstukken. Netwerken vereisen sturing om zo doelmatig en doeltreffend mogelijk te zijn. Om sturingsproblemen te verkleinen, is het noodzakelijk om netwerkmanagement op een doelmatige en doeltreffende manier toe te passen. Deze casestudy creëert inzicht in de doelmatige en doeltreffende toepassing van netwerkmanagement en welke factoren deze mate van doelmatigheid en doeltreffendheid verklaren.Show less
De aard van het probleem van een onwerkbaar bestuur kan in meerdere factoren gelegen zijn. Het kan bijvoorbeeld te wijten zijn aan ineffectief leiderschap op basis van een mismatch in de coherentie...Show moreDe aard van het probleem van een onwerkbaar bestuur kan in meerdere factoren gelegen zijn. Het kan bijvoorbeeld te wijten zijn aan ineffectief leiderschap op basis van een mismatch in de coherentie en samenstelling van het bestuur. De besturen van menig overheidsorganisatie op afstand bestaan namelijk uit een mix van bestuurders met een publieke en private achtergrond. Sommige bestuurders komen uit het bedrijfsleven, andere uit de overheid, politiek of maatschappelijk middenveld. Sommige bestuurders zijn op en top expert op een vakgebied, maar hebben een andere opleiding genoten dan hun medebestuurders. Deze verschillende achtergronden van bestuurders kunnen zijn uitwerking hebben op de teamprestaties van de bestuurlijke top. Dit kan in zowel positieve als negatieve zin. Diversiteit in teams binnen de publieke sector kan namelijk leiden tot een correcte afspiegeling van de samenleving, met meerdere perspectieven en dus een uitgebreidere overweging van vraagstukken. Maar diversiteit in teams (op basis van hun professionele achtergrond en de ervaring die zij hebben opgedaan binnen de private of publieke sector) zou ook kunnen leiden tot bijvoorbeeld een verschil in individueel leiderschap(gedrag) die niet in overeenstemming is met de leiderschapsstijlen van andere leden van het bestuur. Of dit leidt tot conflicten, en in het ernstigste geval tot bestuurlijk falen, is de vraag. In deze scriptie staat de volgende vraag dan ook centraal: In hoeverre heeft professionele diversiteit (binnen bestuurlijke teams) invloed op bestuurlijk falen? Het onderzoek zal worden opgezet aan de hand van triangulatie. Er wordt namelijk gebruik gemaakt van kwalitatieve en een kwantitatieve dataverzamelings- en analysemethode in de onderzoeksopzet. Er wordt kwalitatief inductief onderzoek gedaan naar literatuur betreffende leiderschap(sstijlen) (in de publieke sector), verschillen tussen publiek en privaat leiderschap en literatuur met betrekking tot diversiteit in teams en wat dit voor uitkomsten heeft op de teamprestaties. Vervolgens wordt hieruit een hypothese opgesteld. Daarnaast is het een casestudie, omdat er een documentenanalyse wordt uitgevoerd naar de misstanden in het verleden bij het Commissariaat voor de Media (CvdM) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit geschiedt aan de hand van “process tracing” in kranten, maar ook middels het bestuderen van documenten van onderzoekscommissies. Deze twee voornoemde marktautoriteiten worden kwantitatief onderzocht door middel van interpretatie en analyse in een dataset waarbij gegevens gebruikt worden van huidige en vorige bestuurders binnen de organisatie die gecodeerd zijn op basis van opleidingsachtergrond en of zij eerder in de publieke of private sector hebben gewerkt. Deze professionele achtergronden van bestuurders van de NZa en het CvdM (waarbij bestuurlijk falen is geconstateerd) worden onderzocht op een zekere diversiteit of juist complementariteit op het gebied van opleiding- en loopbaanachtergrond. Vervolgens worden deze data vergeleken met de data van een 12-tal andere marktautoriteiten (waarbij geen bestuurlijk falen is geconstateerd). De samenstelling van de bestuurlijke toppen bij deze marktautoriteiten (op basis van de individuele professionele achtergronden van huidig en oud-bestuurders binnen de organisatie) worden vergeleken met de besturen van de NZa en het CvdM. Op basis van vergelijking tussen data van deze besturen, en of er overeenkomsten of juist verschillen worden geconstateerd, wordt duidelijk of er een correlatie bestaat tussen professionele diversiteit binnen bestuurlijke teams en bestuurlijk falen.Show less
In dit onderzoek wordt gekeken naar het verband tussen digitale overheidsdiensten en sociale inclusie. Specifiek wordt er gekeken naar welk aspect van digitale overheid het meeste effect sorteert,...Show moreIn dit onderzoek wordt gekeken naar het verband tussen digitale overheidsdiensten en sociale inclusie. Specifiek wordt er gekeken naar welk aspect van digitale overheid het meeste effect sorteert, en of deze correleert met hoe geavanceerd een overheid is in de implementatie van e-government. Door middel van een fixed-effects regressie worden 26 Europese landen in de periode 2016-2019 geanalyseerd. Uit deze analyse blijkt dat niet zozeer het evolutiestadium van digitale overheidsdiensten van belang zijn om sociale inclusie te maximaliseren, maar vooral de mate waarin e-government is geïmplementeerd. Dit verband heeft zowel een directe als indirecte werking: een intensiever gebruik van digitale overheid vergroot namelijk ook de impact van de effectiviteit van een overheid in de strijd tegen sociale exclusie.Show less