Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, kort NCJ, heeft studenten van de Universiteit Leiden gevraagd om een betrouwbare en valide Nederlandse vragenlijst te vinden die het concept sociale steun...Show moreHet Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, kort NCJ, heeft studenten van de Universiteit Leiden gevraagd om een betrouwbare en valide Nederlandse vragenlijst te vinden die het concept sociale steun bij Nederlandse jongeren van 12 - 18 jaar meet. In dit onderzoek werd een antwoord gegeven op de volgende vraag: “Is de aangepaste versie van de SSL-I vragenlijst een betrouwbare en valide methode voor het meten van verschillende domeinen van sociale steun bij Nederlandse leerlingen van 12-18 jaar?”. Uit literatuuronderzoek zijn de volgende domeinen van sociale steun het meest relevant en belangrijk gebleken voor de doelgroep jongeren: emotionele-, instrumentele-, informatieve-, waarderende steun en sociaal gezelschap. Om deze domeinen van sociale steun te kunnen meten is de Sociale Steun Lijst – Interacties, kort SSL-I, het beste gebleken, omdat deze vragenlijst alle relevante domeinen meet en al eerder gevalideerd werd om het concept sociale steun bij Nederlandse volwassenen te meten. De SSL-I is vertaald naar de beleefwereld van jongeren. Dit werd gedaan met behulp van de feedback van de medestudenten en de jongeren zelf. Op deze manier is de Sociale Steun Lijst – Interacties – Jongeren, kort SSL-I-J, ontworpen. Statistische analyses van het empirisch onderzoek naar de SSL-I-J heeft aangetoond dat deze vragenlijst betrouwbaar, inhoudsvalide en discriminant valide is. Hiermee is de SSL-I-J een veelbelovend instrument om de relevante domeinen van sociale steun op een betrouwbare en valide manier uit te meten bij jongeren op de middelbare school. Vanuit het literatuuronderzoek en het empirisch onderzoek zijn twee adviezen gekomen. Het eerste advies heeft betrekking tot de lengte van de vragenlijst. De SSL-I-J bestaat uit 40 items. Tijdens de data analyse is ervoor gekozen om met behulp van inhoudsvalditeit meerdere items te schappen. Bij items die inhoudelijk overlapten werd het item gehouden die een bredere invulling toe laat. Zo ontstond de SSL-I-J-V, welke na een verdere data analyse ook betrouwbaar, inhoudsvalide en discriminant valide bleek. Het eerste advies is dus om de verkorte versie van de SSL-I-J (de SSL-I-J-V) te gebruiken. Het tweede adviespunt heeft betrekking tot onderrepresentatie van verschillende groepen. Bij de data analyse bleek dat leerlingen van 16 tot en met 18 jaar en leerlingen van het vmbo en de mavo ondergerepresenteerd waren in dit onderzoek. Het tweede advies is dus om verder onderzoek uit te voeren naar de SSL-I-J-V met een grotere steekproef, waarbij leerlingen van 16 tot en met 18 jaar en leerlingen van het vmbo en de mavo expliciet benaderd worden.Show less
This paper conducted research on the relationship between scarcity and risk-taking, as well as how this relationship is moderated by neuroticism. The study employed established questions and tasks...Show moreThis paper conducted research on the relationship between scarcity and risk-taking, as well as how this relationship is moderated by neuroticism. The study employed established questions and tasks used in peer-reviewed papers. The study differed between the concepts risk tolerance and risk preference. Multiple linear regression was used to analyse the data, which was performed in SPSS. After analysing the data it was concluded that scarcity and risk-taking have a positive relationship when tested with the risk-tolerance variable. For the risk preference variable this effect was only present if gender was controlled. Neuroticism also moderates the effect of financial scarcity on risk-taking for the risk-tolerance variable, but not the risk-preference variable. It was found that neuroticism weakens the relationship between scarcity and risk- taking. The study contributes to literature about the effect of neuroticism on the tendency to take or avoid risks, as well as the literature on how scarcity can increase the tendency to take risks in practical setting such as treating those with gambling addictions or tendency to overspend. The paper was limited by its risk preference measure, which did not properly simulate a risk-reward scenario, contrary to the risk tolerance measure.Show less
This study was developed to contribute to the current body of research by investigating whether gender influences drawing skill, and whether this effect was mediated by parental support. The Beery...Show moreThis study was developed to contribute to the current body of research by investigating whether gender influences drawing skill, and whether this effect was mediated by parental support. The Beery Visual-Motor Integration Test (Beery VMI) was administered to 68 children, with ages ranging from 3 to 7 years, and their parents were asked to fill out a questionnaire. The data was collected at three primary schools in The Netherlands and the questionnaires could be filled out online. To test the effect of gender on drawing skill, an independent sample t-test was conducted. This showed that girls scored significantly higher on the Beery VMI than boys (p < .01). To test whether parents showed support to a different extent based on gender of the child, another independent sample t-test was conducted. This finding showed no significant effect (p = .938). Finally, a mediation analysis was conducted to test whether parental support mediated the effect of gender on test score. This turned out to be a non-significant effect (p = .938). Based on these findings, it can be concluded that girls score higher on drawing skills than boys, parents support boys and girls to the same extent, and parental support does not mediate the effect of gender on drawing skills. These findings implicate the need for schools to adjust their general (art) curricula to an individualized one, and advise future research to address possible influential factors on test score, besides parental support.Show less