In deze scriptie wordt de representatie van de 'moderne vrouw' in Nederland tussen 1894 en 1927 onderzocht aan de hand van drie romans, evenals recensies en krantenartikelen. Dit verkennend...Show moreIn deze scriptie wordt de representatie van de 'moderne vrouw' in Nederland tussen 1894 en 1927 onderzocht aan de hand van drie romans, evenals recensies en krantenartikelen. Dit verkennend cultuurhistorisch onderzoek richt zich op opeenvolgende generaties 'moderne vrouwen', waarbij elke generatie een nieuw beeld van de 'moderne vrouw' naar voren brengt.Show less
In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor verschillende vormen van diversiteit binnen de jeugdliteratuur, zoals gender, seksuele, etnische en culturele diversiteit. In dat rijtje...Show moreIn de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor verschillende vormen van diversiteit binnen de jeugdliteratuur, zoals gender, seksuele, etnische en culturele diversiteit. In dat rijtje ontbreekt neurodivergentie; aandacht voor groepen van wie het brein anders werkt. Hoewel daarbij meestal wordt gedacht aan ASS of ADHD, valt ook hoogbegaafdheid onder deze noemer. Daarom staat in deze scriptie de representatie van hoogbegaafdheid in recente jeugdliteratuur centraal. Aan de hand van een brede definitie van hoogbegaafdheid, waarin intellectuele en creatief-productieve vaardigheden gecombineerd worden met ondersteuning uit de sociale omgeving, analyseer ik zes jeugdboeken. Daarbij heb ik oog voor de werking tussen gender en intelligentie. Uit mijn onderzoek is gebleken dat deze zes boeken een beeld van een succesvolle hoogbegaafde neerzetten. De protagonisten zijn bijna zonder uitzondering sterk intrinsiek gemotiveerd en hebben weinig last van perfectionisme of faalangst. Daarnaast komt de combinatie van uitzonderlijk talent op het gebied van muziek, wiskunde en taal meermaals voor. Dit roept het beeld op dat hoogbegaafden op alle terreinen uitblinken. De onderzochte boeken schenken minder aandacht aan creatief-productieve capaciteiten. De hoogbegaafde protagonisten passen op sociaal gebied in twee narratieven. Het eerste narratief veronderstelt de protagonist als een autonome Einzelgänger, die weinig vriendschappen heeft en daar ook niet actief naar op zoek is. In het tweede narratief heeft de protagonist meer vrienden, maar wordt tegelijkertijd ook gepest. De vrouwelijke protagonisten passen niet binnen de perceptie van vrouwelijke hoogbegaafdheid die Reis (2005) presenteert, waarbij vrouwelijke hoogbegaafden meer twijfelen aan hun toekomst en minder succes behalen. Het (accuraat) weergeven van neurodivergentie in jeugdliteratuur draagt bij aan zelfherkenning voor hoogbegaafde kinderen en erkenning door hun sociale omgeving. Met deze masterscriptie hoop ik de urgentie van de representatie van neurodivergentie in jeugdliteratuur te benadrukken.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Er zijn eindeloos veel films waarin gedronken wordt. Dat kan een ‘gezellige dronk’ zijn in een sociale setting, maar het nuttigen van alcohol kan ook overgaan in agressieve dronkenschap. In dit...Show moreEr zijn eindeloos veel films waarin gedronken wordt. Dat kan een ‘gezellige dronk’ zijn in een sociale setting, maar het nuttigen van alcohol kan ook overgaan in agressieve dronkenschap. In dit onderzoek maak ik een selectie van enkele films rondom het thema alcoholisme. De vraag daarbij is: wordt alcoholgebruik in de gekozen films geromantiseerd dan wel geproblematiseerd? Of is het misschien soms een combinatie van beide? Het onderzoek richt zich dus op de representatie van alcohol in films. De combinatie van deze twee onderwerpen is in de filmwetenschap nauwelijks behandeld. De belangrijkste studie is die van de socioloog Norman Denzin, en zijn werk zal ik dan ook bespreken. Het eerste hoofdstuk gaat in op de geschiedenis van alcoholisme in film en vanaf het tweede hoofdstuk volgen de filmanalyses. Bij Days of Wine and Roses (Blake Edwards, 1962), gemaakt ten tijde van klassiek Hollywood, slaat de komische toon om in een tragische toon. Door toedoen van Joe begint Kirstie te drinken en raakt verslaafd waardoor hun huwelijk stuk gaat. Maar de ‘zachte’ dissolves geven aan dat Joe haar wel blijft liefhebben. The Lost Weekend (Billy Wilder, 1945), ook klassiek Hollywood, biedt een voortdurende mengeling van komedie en tragedie. Er zijn grappige waanbeelden, bijvoorbeeld als hij bij een opera alleen maar drankflessen ‘ziet’, via superimposition. Maar een scène met dramatische waanbeelden, zoals bij een delirium tremens, wordt getoond via harde cuts. Don wordt uiteindelijk gered door zijn vriendin die hem liever dronken dan dood ziet. De meer onafhankelijk geproduceerde Leaving Las Vegas (Mike Figgis, 1995) keert dit om. Ben is vastbesloten om zich dood te drinken en hij duldt het gezelschap van Sera alleen maar als zij hem dat toestaat. Zodra zij wil ingrijpen, laat hij haar achter, en een mentaal shot is een teken dat zij Bens alcoholisme accepteert. Op die manier kan hij ‘gelukkig’ doodgaan. De Deense film Druk / Another Round (Thomas Vinterberg, 2020) voert de romantisering het verste door. Deze film onderzoekt of je beter functioneert als je een beetje alcohol drinkt. Het handheld camerawerk wekt daarbij de indruk dat de cameraman zelf ook meedoet aan het alcoholexperiment van de docenten. Dat een van hen overlijdt, is niet per se het gevolg van alcoholgebruik. De film suggereert dat hij mentale problemen heeft en dat is de oorzaak van zijn dood. Alcoholgebruik is op zich niet verkeerd, zolang het je lukt om met mate te drinken.Show less
Deze scriptie kijkt naar de effecten van de representatie van homoseksualiteit in de adolescentenromans 'De dagen van de bluegrassliefde', 'Ons derde lichaam' en 'Oliver' van Edward van de Vendel...Show moreDeze scriptie kijkt naar de effecten van de representatie van homoseksualiteit in de adolescentenromans 'De dagen van de bluegrassliefde', 'Ons derde lichaam' en 'Oliver' van Edward van de Vendel en hoe deze ingezet kunnen worden voor het burgerschapsonderwijs.Show less
Onderzoek naar de manier waarop in de jaren zestig in twee Britse muziekbladen door witte artiesten, liefhebbers en redacteuren gediscussieerd werd over zwarte bluesmuziek. De zwarte...Show moreOnderzoek naar de manier waarop in de jaren zestig in twee Britse muziekbladen door witte artiesten, liefhebbers en redacteuren gediscussieerd werd over zwarte bluesmuziek. De zwarte bluesmuzikanten conflicteren met de Britse maatschappij, waardoor er discussies ontstaan over originaliteit, authenticiteit en het bestaan van zwarte cultuur.Show less
Dit BA-eindwerkstuk gaat over de framing van zwarte en witte vrouwelijke atleten in verschillende Nederlandse kranten. De hoofdvraag die centraal staat is: In hoeverre worden zwarte en witte...Show moreDit BA-eindwerkstuk gaat over de framing van zwarte en witte vrouwelijke atleten in verschillende Nederlandse kranten. De hoofdvraag die centraal staat is: In hoeverre worden zwarte en witte vrouwelijke atleten verschillend geframed in Nederlandse kranten?. De kranten waarvoor de framing bekeken wordt, zijn de Volkskrant, het Algemeen Dagblad (AD) en De Telegraaf. Er is voor deze kranten gekozen omdat ze van oudsher verschillen op ideologisch gebied; de Volkskrant kan links op het politieke spectrum geplaats worden; het AD midden; en De Telegraaf rechts. In totaal zijn er 10 artikelen van elke krant meegenomen. Het corpus heeft dus in totaal een grootte van 30 artikelen waarvan de artikelen verspreid waren over de jaren van 2013 tot en met 2019. De framing voor de twee atleetgroepen is onderzocht aan de hand van een aangepaste versie van de (kwalitatieve en kwantitatieve) methode van Van Gorp (2007). Voor het analyseren is er een inductieve en deductieve fase doorlopen waarbij de frames gereconstrueerd en gecontroleerd werden. Uit de framingsanalyse bleek dat er in totaal 13 frames gereconstrueerd konden worden. Daarvan werden twee frames voor beide atleetgroepen gebruikt: het metamorfose- en het doorzettersframe. Er konden echter ook frames gereconstrueerd worden die exclusief voor een van de twee atleetgroepen gebruikt werden. Voor de zwarte vrouwelijke atleten waren dit het wonder-, diva- en krachtpasterframe en voor de witte vrouwelijke atleten het underdog-, zwoeger-, en work-in-progressframe. De drie kranten verschilden niet sterk in het gebruik van de verschillende frames. Bij het reconstrueren van de frames zijn ook nog een aantal sport- en atleet-specifieke beschrijvingen naar boven gekomen. Voor atletiek betrof het beschrijvingen met snelheid, voor boksen ging het om stoten; voor turnen het benoemen van de lengte. Simone Biles werd consequent kort genoemd; Kiki Bertens als iemand die niet mentaal sterk is en Shelly-Ann Fraser-Pryce als iemand die in de schaduw van anderen staat.Show less
In deze scriptie wordt vanuit literair-historisch perspectief onderzoek gedaan naar Nederlandstalige nazi-jeugdliteratuur die tussen 1940 en 1945 in Nederland is verschenen. De vraag die hierbij...Show moreIn deze scriptie wordt vanuit literair-historisch perspectief onderzoek gedaan naar Nederlandstalige nazi-jeugdliteratuur die tussen 1940 en 1945 in Nederland is verschenen. De vraag die hierbij werd gesteld is uit welke bestanddelen de nazi-ideologie bestaat en hoe deze aan de hand van discoursanalyse en binaire opposities terug te zien zijn in 14 nazi-jeugdboeken.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Deze scriptie geeft een historisch overzicht van de stadsfilm. Zo worden de city-films uit de Weimar Republiek besproken, de film noir, de Parijse nouvelle vague, en stedelijke dystopieën zoals...Show moreDeze scriptie geeft een historisch overzicht van de stadsfilm. Zo worden de city-films uit de Weimar Republiek besproken, de film noir, de Parijse nouvelle vague, en stedelijke dystopieën zoals Alphaville (Jean-Luc Godard, 1965). Vervolgens wordt de film Playtime (1967) van Jacques Tati in dit genre geplaatst, aan de hand van een analyse van de film. In deze analyse wordt ingegaan op setdesign en architectuur, visuele humor en de representatie van de stad.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Vergelijkend onderzoek naar het gebruik van het traditionele vrouwelijk symbool uit de Ierse poëtische traditie in Seamus Heaney's bundel North en Eavan Bolands bundel A Woman Without a Country.
De representatie van de vrouw in de islamitische kunst is een onderwerp waar nog maar weinig onderzoek naar is gedaan. Wie zijn deze vrouwen? Waarom en hoe werden zij afgebeeld? Is de afbeelding...Show moreDe representatie van de vrouw in de islamitische kunst is een onderwerp waar nog maar weinig onderzoek naar is gedaan. Wie zijn deze vrouwen? Waarom en hoe werden zij afgebeeld? Is de afbeelding van de vrouw een frequent verschijnsel in de islamitische kunst? Dit zijn allemaal vragen waar al in grote lijnen een antwoord op is geformuleerd. In dit onderzoek kijk ik naar veranderingen in de representatie van de elite vrouw in de islamitische kunst. Ik probeer het antwoord te vinden op de vraag in hoeverre de representatie van de elite vrouw veranderde in de islamitische schilder- en tekenkunst vanaf 1259 CE tot 1724 CE in het islamitische Perzië dat nu Iran wordt genoemd. In het begin van deze periode was de Ilkhanidische dynastie daar aan de macht, later nam de Safawiedische dynastie deze macht over.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In dit onderzoek worden de twee Nederlandse prentenboeken Amira: de prinses komt thuis (2017) van B. van Nuffelen en K. Ruell en Op de vlucht (2017) van P. van Hest en A. Dijkstra geanalyseerd....Show moreIn dit onderzoek worden de twee Nederlandse prentenboeken Amira: de prinses komt thuis (2017) van B. van Nuffelen en K. Ruell en Op de vlucht (2017) van P. van Hest en A. Dijkstra geanalyseerd. Hierbij wordt gekeken naar de representatie van vluchtelingen. De onderzoeksvraag luidt: Hoe worden de vluchtelingen gerepresenteerd in de twee Nederlandse prentenboeken Amira: de prinses komt thuis en Op de vlucht? Daarbij zijn de volgende deelvragen gesteld: Krijgt de vluchteling een stem? Nodigen de prenten en de tekst de lezer uit tot identificatie met het hoofdpersonage? Wordt de vluchteling gerepresenteerd als een autonoom individu of als slachtoffer? Voor de beantwoording van deze vragen is gebruik gemaakt van een multimodale tekstuele analyse (close-reading) en een representatieanalyse. In de beide prentenboeken worden vluchtelingen enerzijds gerepresenteerd als autonome menselijke personages, die de ruimte krijgen om hun eigen verhaal te vertellen. Daarnaast kan de lezer zich met hen identificeren. Anderzijds wordt het beeld van de vluchteling als passief slachtoffer bevestigd door de nadruk die wordt gelegd op het verlies en wordt de vluchteling geobjectiveerd. Beide prentenboeken hebben een empathisch vermogen en nemen een kritische houding in. Amira: de prinses komt thuis is echter wel kritischer dan Op de vlucht.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
In de jaren ’90, om precies te zijn op 21 september 1998, verscheen een sitcom, die getypeerd zou worden als ‘baanbrekend’. Deze sitcom, getiteld Will & Grace, kreeg de term ‘baanbrekend’...Show moreIn de jaren ’90, om precies te zijn op 21 september 1998, verscheen een sitcom, die getypeerd zou worden als ‘baanbrekend’. Deze sitcom, getiteld Will & Grace, kreeg de term ‘baanbrekend’ toegewezen omdat het de eerste sitcom op Amerikaanse prime-time televisie was, die twee openlijk-homoseksuele hoofdpersonages bevatte. Zeventien jaar later, verscheen er opnieuw een vernieuwende comedyserie: Grace en Frankie. Net als Will & Grace, bevatte Grace en Frankie twee openlijk homoseksuele personages, echter zijn de personages van Grace en Frankie naast homoseksueel ook senior. Aan de hand van closereadings m.b.t. de twee series, wordt in deze thesis antwoord gezocht op de vragen: hoe en of er van LGBTQ-stereotypen toegepast worden in de twee comedyseries, maar ook of en hoe de representatie van de LGBTQ-community door de tijd heen is veranderd.Show less
In dit MA-eindwerkstuk wordt onderzocht met wat voor eigenschappen inheemse Noord-Amerikanen en hun cultuur worden gerepresenteerd in Nederlandse toneelstukken uit het laatste kwart van de...Show moreIn dit MA-eindwerkstuk wordt onderzocht met wat voor eigenschappen inheemse Noord-Amerikanen en hun cultuur worden gerepresenteerd in Nederlandse toneelstukken uit het laatste kwart van de achttiende eeuw. Ook wordt onderzocht met behulp van welke tekstuele mechanismen (othering strategies) deze representaties tot stand komen. Het blijkt dat inheemse Noord-Amerikanen over het geheel genomen met voornamelijk goede eigenschappen worden gerepresenteerd in het voor dit onderzoek samengestelde corpus. In sommige stukken is zelfs sprake van idealisatie van de inheemse Noord-Amerikaan. Eén toneelstuk vormt echter een uitzondering. Ook blijkt dat er sprake is van verschillende othering strategies om de inheemse Ander van de Europese/westerse Een te scheiden. Zo treft men regelmatig de vergelijking van de ene cultuur met de andere aan, evenals de ontkenning, het tegenspreken of aanvullen van de uitspraak van een ander personage, en het gebruik van een inheems woord.Show less
De hedendaagse kunstenaar Ronald Ophuis draagt met zijn schilderijen bij aan het ethische debat omtrent de representatie van extreem geweld in verhouding tot de persfotografie en de beeldende kunst.
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Na de enorme stijging van de waarde van tulpenbollen tijdens de tulpenmanie van 1636-1637 was de weg om snel rijk te worden gevonden, maar de voorspoed in deze windhandel duurde niet lang. Na dit...Show moreNa de enorme stijging van de waarde van tulpenbollen tijdens de tulpenmanie van 1636-1637 was de weg om snel rijk te worden gevonden, maar de voorspoed in deze windhandel duurde niet lang. Na dit economisch verval verscheen er een grote stroom aan pamfletten, waarin de aanhangers van Flora in kwaad daglicht werden gezet. Waar er met de tulp in literaire 17e-eeuwse teksten werd verwezen naar de kostbaarheid ervan, was deze bloem na de ineenstorting van de windhandel op 3 februari 1637 niets meer waard. Niet alleen letterlijk, de economische waarde van de tulp, maar ook figuurlijk gezien werd het aanzien van deze bloem met de grond gelijk gemaakt. Maar het is de vraag hoe de tulp voor en na de beurskrach wordt gerepresenteerd in pamfletten uit de tijd van de tulpenmanie. Wat is deze kritiek dan en waarom is de tulp en niet een andere bloem een geschikt middel van kritiek? In dit onderzoek naar de representatie van de tulp tijdens de tulpenmanie zal duidelijk worden hoe de tulp kan worden opgevat als middel van kritiek en waar deze bloem naar verwijst.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Paravion, a novel by the Dutch Moroccan writer Hafid Bouazza, was often linked to the Dutch public debate about the multicultural society in which Bouazza himself warned people for the dangers of...Show moreParavion, a novel by the Dutch Moroccan writer Hafid Bouazza, was often linked to the Dutch public debate about the multicultural society in which Bouazza himself warned people for the dangers of Islam. With that in mind, people read Paravion as a novel about the ‘is-sues’ concerning the Moroccan and the Dutch people. However, this reducing reading dis-regards ambivalent elements in the novel itself and comes to a simplistic conclusion. In Paravion realistic elements are combined with obvious fantastic elements and ‘reality’ is presented in a specific way. More so, the artificial line between reality and fiction becomes blurred and often evaporates, which means that it is very complex to link the ‘novel-reality’ to our own reality, something that previous reading tended to do. In my research I analyzed ‘othering’ between the ‘Moreanen’ and ‘Paravionners’ with regard to perspective and focalization. I found that ‘othering’ becomes a hybrid process in which both the Moreaan and the Paravionner are Self and Other, depending on who focalizes or who narrates. I linked this ‘hybrid othering’ to the specific novel-reality in which reality and fiction are closely related. I argue that this hybrid ‘othering’ in which the difference between Self and Other becomes vague and ubearable has everything to do with a very important theme of the novel: the hybridization of the antithesis Self-Other. Another important question has to do with the value of representation in a postmodern novel where reality and fiction are intertwined and often impossible to separate. What is the value of certain representations when they are explicitly presented as fake? And what ‘good’ are ambivalent and contradicting representations that are not easy to link to our own (concept of) reality? Those questions come from the idea that representations, or even a whole novel, are only relevant when they can be related to the ‘real world’ and are in general mimetic. But even if representations are ambiguous and proposed as fake they are still inevitably tied to our reality. Not because they mimic that reality or attempt to recreate it, but because they ask us questions about our own concepts of reality and fiction.Show less
De Bataklanden liggen in het noorden van Sumatra, het tweede grootste eiland in Indonesië. De Europese kolonisten waren geïntrigeerd door het kannibalisme van de Bataks. De benadering van het...Show moreDe Bataklanden liggen in het noorden van Sumatra, het tweede grootste eiland in Indonesië. De Europese kolonisten waren geïntrigeerd door het kannibalisme van de Bataks. De benadering van het koloniaal verleden is dubbelzijdig en problematisch, vooral op het gebied van de representaties. De representatie over, hoe de kolonie was en hoe het nu is, reflecteert het koloniaal discours, die dusdanige diepe sporen tot vandaag de dag heeft achtergelaten. De representaties, die vanuit postkoloniale reisverhalen tot uiting komen, lijkt wellicht een andere nuance aan te geven dan je van die koloniale periode zou kunnen verwachten. In twee Nederlandse reisverhalen uit koloniale en postkoloniale tijd zal duidelijk moeten worden in hoeverre het beeld van de Bataklanden, zoals geschetst in deze twee reisverhalen van de vrouwen, het koloniaal discours onthult.Show less
Deze bachelorscriptie richt zich op dematerialisatie in het oeuvre van kunstenaar Tino Sehgal (1976) in relatie tot de museumbezoeker. Vanuit de opvatting dat het beeldende kunstwerk inherent...Show moreDeze bachelorscriptie richt zich op dematerialisatie in het oeuvre van kunstenaar Tino Sehgal (1976) in relatie tot de museumbezoeker. Vanuit de opvatting dat het beeldende kunstwerk inherent afhankelijk lijkt te zijn van de perceptie van toeschouwer en zich dus tegenover de toeschouwer als kunstwerk moet manifesteren, plaatst dit onderzoek vraagtekens bij de door de kunstenaar beoogde volledige immaterialiteit van zijn werk. Het begrip dematerialisatie wordt gerelateerd aan drie termen die een rol spelen in de manier waarop de museumbezoeker kunst percipieert en die van invloed zijn op de relatie tussen kunstwerk en museumbezoeker: representatie, interactie en performativiteit. Ten slotte wordt er een conclusie getrokken over de mate waarin en de wijze waarop het museaal tentoongestelde werk van Tino Sehgal als gedematerialiseerd beschouwd kan worden.Show less