In dit onderzoek is een verklaring gezocht voor de positieve relatie tussen de sociaal economische status (SES) en schoolbetrokkenheid bij kinderen in India. De variabelen slaap en arbeid zijn als...Show moreIn dit onderzoek is een verklaring gezocht voor de positieve relatie tussen de sociaal economische status (SES) en schoolbetrokkenheid bij kinderen in India. De variabelen slaap en arbeid zijn als mogelijk mediërende factoren onderzocht. Aan dit onderzoek hebben 293 participanten van 10 tot en met 14 jaar deelgenomen. Hiervan was 46.8% mannelijk en 34.5% vrouwelijk. De participanten zijn geworven van acht verschillende scholen in Pune, India. Het onderscheid tussen een hoge of lage SES is gemaakt door het soort school waar de kinderen stonden ingeschreven. De schoolbetrokkenheid is gemeten met de School Engagement Scale en het aantal uren slaap en arbeid is gemeten met een semigestructureerd interview. Uit de resultaten bleek in overeenkomst met ander onderzoek een positieve relatie tussen SES en schoolbetrokkenheid. Ondanks een samenhang tussen SES en arbeid, en tussen SES en slaap, bleken arbeid en slaap uit dit onderzoek geen mediërende factoren in de positieve relatie tussen SES en schoolbetrokkenheid. Een opmerkelijk resultaat was dat kinderen met een hoge SES minder sliepen dan kinderen met een lage SES. Dit kan mogelijk worden verklaard door een hogere schooldruk bij kinderen in India met een hoge SES.Show less
Dit onderzoek heeft de mate van schoolbetrokkenheid bestudeerd onder leerlingen die zijn gewisseld van school of zijn blijven zitten. Daarnaast is onderzocht in hoeverre slachtofferschap van...Show moreDit onderzoek heeft de mate van schoolbetrokkenheid bestudeerd onder leerlingen die zijn gewisseld van school of zijn blijven zitten. Daarnaast is onderzocht in hoeverre slachtofferschap van pestgedrag hierin een mediërende rol speelt. De onderzoekspopulatie bestond uit 364 participanten, waarvan 56% meisjes en 44 % jongens, uit de tweede en derde klas van het Voortgezet Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO). De leeftijd varieerde van 13 tot 17 jaar (M=14.7; SD= .85). Schoolbetrokkenheid is gemeten met de School Engagement Scale (SES). Het slachtofferschap van pestgedrag is onderzocht met behulp van Personal Experiences Checklist (PECK). De leerlingen zijn middels twee items binnen de vragenlijst bevraagd of ze eerder zijn gewisseld van school of zijn blijven zitten. Uit de regressieanalyses bleek er geen relatie te bestaan tussen het wisselen van school, slachtofferschap van pestgedrag en schoolbetrokkenheid. Wel is er een negatieve relatie gevonden tussen het blijven zitten en schoolbetrokkenheid. Echter, ook binnen deze relatie vervult slachtofferschap van pestgedrag geen mediërende rol. Aangezien leerlingen die zijn blijven zitten een lagere schoolbetrokkenheid ontwikkelen, is het van belang dat leraren gedegen kennis ontwikkelen over de lange termijn gevolgen van blijven zitten en doubleren niet als een gemakkelijke vorm van interventie beschouwen.Show less
Het huidige onderzoek heeft zich gericht op de vraag of de steun van ouders en die van klasgenoten van voorspellende waarde is voor de mate van schoolbetrokkenheid bij vmbo-leerlingen. Etniciteit...Show moreHet huidige onderzoek heeft zich gericht op de vraag of de steun van ouders en die van klasgenoten van voorspellende waarde is voor de mate van schoolbetrokkenheid bij vmbo-leerlingen. Etniciteit is binnen dit onderzoek als moderator meegenomen. De participanten binnen dit onderzoek betreffen 49 autochtone en 44 allochtone vmbo-leerlingen in de leeftijd van 13 tot en met 17 jaar (M = 14.47, SD = .92). Er is geen significant verschil gevonden in de mate van schoolbetrokkenheid tussen allochtone en autochtone leerlingen. Autochtone jongeren ervaren significant meer steun van hun ouders. Er is geen significant verschil gevonden voor de steun van klasgenoten tussen de twee etnische groeperingen. Steun van ouders blijkt echter wel een significant voorspellende waarde te zijn voor de mate van schoolbetrokkenheid bij zowel autochtone als allochtone jongeren. Een actieve steunende rol van ouders kan drop-out helpen voorkomen.Show less
Pesten heeft vergaande gevolgen, waaronder vroegtijdige schooluitval. In deze studie wordt gekeken of de relatie tussen pesten en schooluitval (schoolbetrokkenheid en schoolafwezigheid) gemodereerd...Show morePesten heeft vergaande gevolgen, waaronder vroegtijdige schooluitval. In deze studie wordt gekeken of de relatie tussen pesten en schooluitval (schoolbetrokkenheid en schoolafwezigheid) gemodereerd wordt door vrienden of zelfbeeld. Voor het onderzoek zijn vragenlijsten door VMBO leerlingen van vijf middelbare scholen ingevuld (N = 364, 203 meiden, 158 jongens, Mleeftijd = 14.65, leeftijdsrange: 13-17 jaar). Van deze groep is 93.96% geboren in Nederland en 5.49% buiten Nederland. Er was een significant effect van pesten op de mate van schoolbetrokkenheid (p = .03), maar niet op de mate van schoolafwezigheid (p = .72). De factoren vrienden en zelfbeeld bleken geen modererend effect te hebben. In vervolgonderzoek kan in plaats van naar de kwantiteit, gekeken worden naar de kwaliteit van vriendschappen.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar de rol van pestslachtofferschap op de relatie tussen SES en schooluitval. Schooluitval werd onderverdeeld in de twee maten schoolbetrokkenheid en schooldagen missen...Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar de rol van pestslachtofferschap op de relatie tussen SES en schooluitval. Schooluitval werd onderverdeeld in de twee maten schoolbetrokkenheid en schooldagen missen. Aangezien een laag SES de kans op voortijdig schooluitval verhoogd, kinderen met een laag SES vaker worden gepest en pestslachtofferschap ook een verhoogde kans op voortijdig schooluitval geeft, lag het in de verwachting dat de relatie tussen laag SES en schooluitval (deels) wordt gemedieerd doordat kinderen met een laag SES vaker pestslachtoffer zijn. In totaal hebben 364 VMBO scholieren uit de Randstad, met een leeftijdsrange van 13 tot en met 17 jaar, deelgenomen aan dit onderzoek. SES blijkt geen significante voorspeller voor schoolbetrokkenheid, noch voor schooldagen missen. Tevens is SES geen voorspeller van eventueel pestslachtofferschap. Pestslachtofferschap blijkt geen significante voorspeller van schooldagen missen. Er is een significante, negatieve relatie tussen pestslachtofferschap en schoolbetrokkenheid. Gepeste kinderen hebben voornamelijk negatieve ervaringen opgedaan in hun schoolklimaat, waardoor zij zich minder verbonden voelen met hun school en minder competent voelen om prestaties te leveren. Met een grotere steekproef, waarbij de variabele SES een grote range heeft, zullen de resultaten beter generaliseerbaar zijn. Scholen dienen een anti-pestbeleid in hun schoolsysteem op te nemen. Het inzetten van een effectief gebleken anti-pestprogramma, zoals KiVa, zou een mogelijkheid zijn om een veilig en stabiel schoolklimaat voor jeugdigen te bieden.Show less
In dit onderzoek is onderzocht wat de relaties is tussen de etniciteit, het zelfbeeld en de schoolbetrokkenheid van leerlingen uit het VMBO onderwijs in Nederland. De leerlingen (N=424) vulde een...Show moreIn dit onderzoek is onderzocht wat de relaties is tussen de etniciteit, het zelfbeeld en de schoolbetrokkenheid van leerlingen uit het VMBO onderwijs in Nederland. De leerlingen (N=424) vulde een zelf-beoordelingsvragenlijst in, waarmee de etniciteit, het zelfbeeld en de schoolbetrokkenheid van de leerling in kaart werden gebracht. In totaal hebben 243 jongens en 179 meisjes, in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar (M=14.21, SD = 0.88) een vragenlijst ingevuld. Er is een verschil gevonden in zelfbeeld tussen autochtone en allochtone leerlingen, deze leerlingen verschilden echter niet in schoolbetrokkenheid. Tussen de etniciteit en de schoolbetrokkenheid van de leerling is geen relatie gevonden, tevens wordt de relatie niet gemedieerd door het zelfbeeld van de leerling.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar de samenhang tussen etniciteit en het ontvangen van steun van ouders, leerkrachten en leeftijdsgenoten en de schoolbetrokkenheid van leerlingen tussen de 12 en 16...Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar de samenhang tussen etniciteit en het ontvangen van steun van ouders, leerkrachten en leeftijdsgenoten en de schoolbetrokkenheid van leerlingen tussen de 12 en 16 jaar op het VMBO. Er is onderzocht of de verschillende soorten steun en schoolbetrokkenheid verschillen voor allochtone en autochtone leerlingen en of de samenhang tussen steun en schoolbetrokkenheid gemodereerd wordt door etniciteit. Aan dit onderzoek hebben in totaal 424 leerlingen deelgenomen, waarvan 243 jongens, 179 meisjes en 2 respondenten die het geslacht niet ingevuld hebben. De gemiddelde leeftijd van deze respondenten bedraagt 14.21 jaar (SD = 0.88). De groep autochtone leerlingen bestaat uit 353 leerlingen, tegenover 71 leerlingen die deel uitmaken van de allochtone groep. De gemiddelde leeftijd van de allochtone leerlingen was 14.13 jaar (SD =0.92) en van de autochtone leerlingen 14.23 jaar (SD = 0.87). Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat steun van leerkrachten een significante voorspeller is voor de schoolbetrokkenheid van allochtone en autochtone leerlingen. Daarnaast is steun van ouders ook een significante voorspeller voor de schoolbetrokkenheid van autochtone leerlingen. Op basis van dit onderzoek kan gezegd worden dat er moet worden geïnvesteerd in de relatie tussen ouders en kinderen en leerkracht en leerlingen, om de schoolbetrokkenheid van leerlingen te verhogen.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar ouder- en leerling factoren die mogelijk een relatie hebben met de schoolbetrokkenheid van leerlingen van 12 tot en met 16 jaar op het VMBO. Er is onderzocht of...Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar ouder- en leerling factoren die mogelijk een relatie hebben met de schoolbetrokkenheid van leerlingen van 12 tot en met 16 jaar op het VMBO. Er is onderzocht of autochtone en allochtone leerlingen gemiddelde verschillen laten zien wat betreft schoolbetrokkenheid, ervaren sociale ouderondersteuning en levenstevredenheid. Daarnaast is onderzocht of de ervaren sociale ouderondersteuning en levenstevredenheid de schoolbetrokkenheid voorspellen en of etniciteit hier een modererende rol in speelt. Dit onderzoek is verricht om inzicht te krijgen in factoren die mogelijk leiden tot verborgen schooluitval, wat op de lange termijn tot daadwerkelijke schooluitval kan leiden. Tijdens het schooljaar 2012 – 2013 hebben 424 leerlingen deelgenomen aan dit onderzoek, waarvan 353 autochtone leerlingen en 67 allochtone leerlingen. De gemiddelde leeftijd van de autochtone leerlingen was 14.2 jaar (SD = 0.87). De gemiddelde leeftijd van de allochtone leerlingen was eveneens 14.2 jaar (SD = 0.90). Uit de resultaten is gebleken dat autochtone en allochtone leerlingen gemiddeld niet verschillen wat betreft schoolbetrokkenheid, ervaren sociale ouderondersteuning en levenstevredenheid. Daarnaast blijkt dat de ervaren sociale ouderondersteuning in combinatie met de levenstevredenheid de schoolbetrokkenheid voorspelt bij autochtone leerlingen maar niet bij allochtone leerlingen. Er is geen modererend effect gevonden. Het gebrek aan significante resultaten wordt mogelijk deels veroorzaakt door de ongelijke steekproef verdeling.Show less
Voortijdig schoolverlaten is een groot probleem onder jongeren, vooral allochtone jongeren verlaten vaker voortijdig school. Aan de hand van deze studie is onderzocht in welke mate ouderlijke steun...Show moreVoortijdig schoolverlaten is een groot probleem onder jongeren, vooral allochtone jongeren verlaten vaker voortijdig school. Aan de hand van deze studie is onderzocht in welke mate ouderlijke steun en sociaal-economische status samenhangen met schoolbetrokkenheid en hoe dit verschilt voor autochtonen en allochtonen. Er zijn 410 vmbo-leerlingen (12-16 jaar) van vijf scholen in Nederland onderzocht. Uit de resultaten bleek dat er geen verschil is in schoolbetrokkenheid tussen autochtonen en allochtonen, het hogere percentage allochtone voortijdig schoolverlaters kan dus niet verklaard worden door lagere schoolbetrokkenheid. Er is voor allochtonen wel een verband gevonden tussen SES en schoolbetrokkenheid, allochtone jongeren met een lagere SES zijn meer betrokken bij school. Ten slotte zijn autochtone jongeren die meer ouderlijke steun ontvangen meer betrokken bij school.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar het zelfbeeld van Rebound- leerlingen tussen de 12 en 18 jaar die al of niet drop out zijn geweest. Er is onderzocht in welke mate zelfbeeld samenhangt met drop out...Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar het zelfbeeld van Rebound- leerlingen tussen de 12 en 18 jaar die al of niet drop out zijn geweest. Er is onderzocht in welke mate zelfbeeld samenhangt met drop out en schoolbetrokkenheid en hoe deze variabelen zich verhouden tot elkaar. Dit onderzoek is gedaan om meer inzicht te krijgen in factoren die samengaan met drop out. Dit is noodzakelijk om effectieve interventieprogramma’s in te kunnen zetten ter preventie van drop out. In totaal deden 36 leerlingen mee aan dit onderzoek die tijdens schooljaar 2010-2011 of schooljaar 2011-2012 op één van de Rebounds in de regio Den Haag hebben gezeten. Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat er geen verschil in zelfbeeld is tussen de leerlingen die drop out zijn geweest en de leerlingen die dit niet zijn geweest. Het zelfbeeld van de drop out- leerlingen bleek na de Rebound-interventie hoger te zijn dan voorafgaand aan de interventie. Tot slot werd er een samenhang gevonden tussen zelfbeeld en schoolbetrokkenheid bij de groep leerlingen die niet eerder drop out zijn geweest.Show less
Deze studie bekijkt de relatie tussen ouderschapspraktijken ‘in de gaten houden van kinderen’ en ‘betrokkenheid bij school’ en schoolsucces (inzet, cijfers) van 541 Nederlandse en 143 Turkse vmbo...Show moreDeze studie bekijkt de relatie tussen ouderschapspraktijken ‘in de gaten houden van kinderen’ en ‘betrokkenheid bij school’ en schoolsucces (inzet, cijfers) van 541 Nederlandse en 143 Turkse vmbo leerlingen. Turkse ouders zijn iets meer betrokken bij de school van hun kinderen dan Nederlandse ouders. Beide groepen ouders houden hun kinderen even goed in de gaten en zijn even autoritatief in hun ouderschapsstijl. Er is geen steun gevonden voor de verklaring van het contextuele model van ouderschap van Darling en Steinberg dat de twee ouderschapspraktijken alleen leiden tot schoolsucces als dit gebeurt onder een autoritatieve ouderschapsstijl. De twee ouderschapspraktijken verklaren bijna een kwart van de variantie van de inzet van leerlingen, maar slechts 1.4% van de variantie van het cijfergemiddelde. Alleen de relatie tussen betrokkenheid en cijfers wordt gemodereerd door ouderschapsstijl.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar factoren die mogelijk in verband staan met drop out van leerlingen tussen de 12 en 18 jaar oud die op Rebound hebben gezeten. Er is onderzocht in welke mate...Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar factoren die mogelijk in verband staan met drop out van leerlingen tussen de 12 en 18 jaar oud die op Rebound hebben gezeten. Er is onderzocht in welke mate schoolbetrokkenheid en levenstevredenheid samenhangen met drop out en hoe deze variabelen zich verhouden tot elkaar. Dit onderzoek is gedaan om meer inzicht te verkrijgen in factoren die drop out mogelijk positief of negatief beïnvloeden. Dit is noodzakelijk om effectieve preventieprogramma’s in te kunnen zetten om drop out te verminderen of te voorkomen. Aan dit onderzoek hebben 36 leerlingen, waarvan 24 jongens en 12 meisjes, meegedaan die tijdens schooljaar 2010-2011 of schooljaar 2011-2012 een periode op Rebound hebben gezeten. De leerlingen zaten op het moment van het onderzoek allen in regio Den Haag op school. Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat er een relatie is tussen emotionele schoolbetrokkenheid en drop out. Ook bleken emotionele en gedragsmatige schoolbetrokkenheid samen te hangen met levenstevredenheid. Een verband tussen levenstevredenheid en drop out werd niet gevonden.Show less