Het stoïcisme is gericht op deugdzaam leven en verkiest ratio boven het gevoel. Volgens stoïcijnen zijn mentale kalmte en zelfbeheersing de sleutel tot geluk. Met dit onderzoek wilden we de...Show moreHet stoïcisme is gericht op deugdzaam leven en verkiest ratio boven het gevoel. Volgens stoïcijnen zijn mentale kalmte en zelfbeheersing de sleutel tot geluk. Met dit onderzoek wilden we de hoofdvraag: “Wat is de relatie tussen stoïcisme en geluk?” toetsen. Daarnaast werd de deelvraag: “Hoe beïnvloedt het gemiddeld aantal uren slaap per nacht de relatie tussen stoïcisme en geluk?” onderzocht. 201 participanten hebben onze zelfgemaakte vragenlijst: de stoïcisme index schaal (SIS) ingevuld. Daarnaast hebben deze participanten de vragen van de GAD-7 beantwoord en op een schaal van 1 tot en met 10 aangegeven hoe gelukkig zij zich over het algemeen voelen. Wij hebben deze gegevens geanalyseerd aan de hand van regressie analyses. Er is een significant positief effect gevonden tussen stoïcisme en geluk. Er is echter geen significant effect voor de moderator slaap gevonden. Wel is er een direct effect van slaap op geluk en angst. Implicaties voor de praktijk kunnen zijn dat kinderen op de basisschool wordt geleerd om te gaan met hun (negatieve) emoties. Daarnaast kunnen de principes uit de stoïcijnse leer worden ingezet tijdens de therapie van bijvoorbeeld depressieve cliënten, om hopelijk op die manier hun angst te verminderen en hun geluk te verhogen. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de relatie tussen stoïcisme en een breder scala aan psychologische constructen.Show less
In dit onderzoek wordt in kaart gebracht of de tijdsbesteding van kinderen invloed heeft op de levenstevredenheid. Deze studie heeft onderzocht of beeldschermtijd, slaap, arbeid en religiositeit...Show moreIn dit onderzoek wordt in kaart gebracht of de tijdsbesteding van kinderen invloed heeft op de levenstevredenheid. Deze studie heeft onderzocht of beeldschermtijd, slaap, arbeid en religiositeit samenhangt met de levenstevredenheid van kinderen in India. Verwacht werd dat beeldschermtijd samenhangt met minder levenstevredenheid, een kortere slaapduur samenhangt met minder levenstevredenheid, meer arbeid samenhangt met minder levenstevredenheid en religiositeit samenhangt met meer levenstevredenheid. De steekproef bestaat uit 293 kinderen tussen de 10 en 15 jaar (M=12.37, SD=1.17) uit Pune (India). De gegevens betreft de beeldschermtijd, slaap, arbeid en religiositeit zijn verzameld middels dagboeken die zijn ingevuld tijdens interviews. De levenstevredenheid is gemeten door middel van de Satisfaction with Life Scale (SWLS). De uitkomsten van dit onderzoek laten zien dat beeldschermtijd negatief en slaap positief samenhangt met levenstevredenheid. Voor de factoren arbeid en religiositeit is er geen samenhang gevonden. Dit impliceert dat het belangrijk is om ouders voorlichting te geven om terughoudend te zijn met de beeldschermtijd van hun kinderen en aanmoedigend in activiteiten die de levenstevredenheid bevorderen.Show less
In dit onderzoek is een verklaring gezocht voor de positieve relatie tussen de sociaal economische status (SES) en schoolbetrokkenheid bij kinderen in India. De variabelen slaap en arbeid zijn als...Show moreIn dit onderzoek is een verklaring gezocht voor de positieve relatie tussen de sociaal economische status (SES) en schoolbetrokkenheid bij kinderen in India. De variabelen slaap en arbeid zijn als mogelijk mediërende factoren onderzocht. Aan dit onderzoek hebben 293 participanten van 10 tot en met 14 jaar deelgenomen. Hiervan was 46.8% mannelijk en 34.5% vrouwelijk. De participanten zijn geworven van acht verschillende scholen in Pune, India. Het onderscheid tussen een hoge of lage SES is gemaakt door het soort school waar de kinderen stonden ingeschreven. De schoolbetrokkenheid is gemeten met de School Engagement Scale en het aantal uren slaap en arbeid is gemeten met een semigestructureerd interview. Uit de resultaten bleek in overeenkomst met ander onderzoek een positieve relatie tussen SES en schoolbetrokkenheid. Ondanks een samenhang tussen SES en arbeid, en tussen SES en slaap, bleken arbeid en slaap uit dit onderzoek geen mediërende factoren in de positieve relatie tussen SES en schoolbetrokkenheid. Een opmerkelijk resultaat was dat kinderen met een hoge SES minder sliepen dan kinderen met een lage SES. Dit kan mogelijk worden verklaard door een hogere schooldruk bij kinderen in India met een hoge SES.Show less
Overgewicht en obesitas zijn groeiende problemen, zowel in eerste wereldlanden als in ontwikkelingslanden. Het doel van het huidige onderzoek is het analyseren van het verband tussen screentime en...Show moreOvergewicht en obesitas zijn groeiende problemen, zowel in eerste wereldlanden als in ontwikkelingslanden. Het doel van het huidige onderzoek is het analyseren van het verband tussen screentime en overgewicht/obesitas en de mediërende factoren slaap en sport. Het onderzoek is uitgevoerd in Pune, India. Met behulp van semi-gestructureerde interviews over drie dagen is de screentime, sportduur, slaaptijd van 293 kinderen met een leeftijd van 10 tot en met 14 jaar in kaart gebracht met een gemiddelde leeftijd van 12 jaar (SD=1.17). De participantengroep betrof 161 jongens (54.9%) en 123 meisjes (42.1%). Tevens is het Body Mass Index (BMI) van deze kinderen bepaald. De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat er geen significante verbanden bestaan tussen screentime, sport en overgewicht/obesitas wel is er een significant verband zichtbaar tussen de tijd die kinderen sliepen en overgewicht/obesitas. Een slaapduur van 510 minuten of minder hing samen met obesitas en overgewicht. Een eventuele interventie zal dan ook gericht kunnen worden op het verhogen van de slaapduur van kinderen in India en het informeren van ouders over de risico’s van overgewicht en obesitas.Show less
Slaap speelt een directe rol in het consolideren van informatie in het geheugen. Naast slaap spelen er mogelijk andere indirecte factoren een rol in dit verband. In dit scriptieonderzoek is...Show moreSlaap speelt een directe rol in het consolideren van informatie in het geheugen. Naast slaap spelen er mogelijk andere indirecte factoren een rol in dit verband. In dit scriptieonderzoek is onderzocht of er een relatie is tussen slaap en het werk –en declaratieve geheugen bij kinderen van 8 tot en met 12 jaar. Omdat slaap invloed zou kunnen hebben op aandacht en aandacht op geheugen, zou het kunnen zijn dat de relatie slaap en geheugen wellicht verklaard wordt door de invloed van slaap op aandacht. Dit zal onderzocht worden in dit onderzoek door middel van een mediatieanalyse. De ouders van de deelnemers hebben zowel een slaaplogboek bijgehouden voor zeven achtereenvolgende dagen en de kinderen hebben twee neuro-psychologische testen gemaakt die respectievelijk het werkgeheugen en de volgehouden aandacht meten. Uit het onderzoek bleek dat slaapduur significant negatief samenhangt met het werkgeheugen, r(126) = -.217, p <.05: een langere slaapduur was gerelateerd aan slechtere prestaties op de werkgeheugentaak. Slaap heeft geen significante samenhang met het declaratieve geheugen. Uit de mediatie analyse bleek dat er in de relatie slaap met het werkgeheugen sprake is van volledige mediatie. De relatie slaap en werkgeheugen wordt geheel bepaald door het aandachtsfunctioneren, Z= -2.12, p < 0.05. Het effect voor aandacht in de relatie tussen slaap en werkgeheugen kan worden geïnterpreteerd als: hoe langer de slaapduur, des te slechter de aandachtsfunctie en daardoor zijn de werkgeheugenprestaties verminderd. In de relatie slaap en declaratief geheugen bleek geen sprake te zijn van een mediatie effect.Show less
Uit onderzoek bij volwassenen en kinderen bleek dat er negatieve cognitieve en affectieve gevolgen aan slaaptekort gekoppeld kunnen worden. Er was weinig onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen...Show moreUit onderzoek bij volwassenen en kinderen bleek dat er negatieve cognitieve en affectieve gevolgen aan slaaptekort gekoppeld kunnen worden. Er was weinig onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen slaap en agressie bij kinderen en het was onbekend of deze mogelijke relatie beïnvloed wordt door het neuropsychologisch functioneren. Het doel van dit scriptieonderzoek was het onderzoeken van de relatie tussen slaapkwaliteit (interval tussen bedtijd en inslaaptijd) en -kwantiteit en agressie bij kinderen tussen de negen en elf jaar. De relatie werd apart onderzocht voor jongens en meisjes en de verschillende leeftijdsgroepen. Tevens werd de invloed van het neuropsychologisch functioneren op de relatie tussen slaap en agressie onderzocht. De onderzoeksgroep bestond uit 96 kinderen (43 jongens en 53 meisjes). De gebruikte meetinstrumenten waren een slaaplogboek, twee agressieschalen (subschalen van de temperamentslijst EATQ-R en gedragsvragenlijst SDQ) en twee neuropsychologische taken die aandacht en werkgeheugen meten (PVT en Cijferreeksen). Er was een verband tussen slaapkwaliteit en agressie voor negen- en elfjarigen. Tevens was er een verband gevonden tussen slaapkwantiteit en het neuropsychologisch functioneren; hoe korter kinderen slapen, hoe beter ze presteren. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat kinderen met een kortere slaapduur langer wakker zijn en dus langer kunnen profiteren van cognitieve stimulatie. Concluderend werd er een relatie gevonden tussen slaapkwaliteit en agressie en slaapkwantiteit en het neuropsychologisch functioneren voor bepaalde subgroepen. Aangezien de invloed van het neuropsychologisch functioneren op de relatie tussen slaap en agressie niet onderzocht kon worden, werd dit aanbevolen voor verder onderzoek.Show less
Bij volwassenen is aangetoond dat slaap invloed heeft op stemming, cognitief functioneren. Executieve functies zijn belangrijke regulerende cognitieve functies die nodig zijn om zich te kunnen...Show moreBij volwassenen is aangetoond dat slaap invloed heeft op stemming, cognitief functioneren. Executieve functies zijn belangrijke regulerende cognitieve functies die nodig zijn om zich te kunnen aanpassen aan veranderende situaties. In dit onderzoek werd de relatie tussen slaap en executief functioneren bij kinderen tussen 2 en 5 jaar oud onderzocht. Om deze relatie te onderzoeken is een aselecte cohort studie uitgevoerd. In deze cohort studie werd de BEHAVIOR RATING INVENTORY OF EXECUTIVE FUNCTION – PRESCHOOL VERSION (BRIEF-P) afgenomen bij ouders om problemen met executief functioneren van kinderen te meten. Slaapgewoontes zijn gemeten met de vragenlijst SLAAPGEWOONTES VAN JONGE KINDEREN. Deze studie toont aan dat executief functioneren over het algemeen niet gerelateerd is aan totale slaapduur (p >0.22). Uit subgroep analyse bleek echter wel dat er een relatie is tussen executief functioneren en het aantal uren dat kinderen van 2 en 3 jaar 's nachts slapen (p <0.05). Deze associatie werd niet gereproduceerd bij kinderen tussen van 4 en 5 jaar oud (p >0.28). Hiermee hebben we aangetoond dat slaapduur gedurende de nacht van belang is voor de ontwikkeling van executieve functies. Ouders zouden geholpen kunnen worden door goede informatie voorziening omtrent gewenste slaap van kinderen zodat zij beter in kunnen spelen op de slaapbehoefte van het kind. De mogelijke executieve functie verbetering bij kinderen die hier uit voorkomt zal er voor zorgen dat kinderen zich gemakkelijker kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden waardoor ze zich beter kunnen ontwikkelen.Show less
Uit onderzoek is gebleken dat er een verband bestaat tussen emotionele problemen en slaapproblemen bij kinderen. Er is echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar welke specifieke processen van...Show moreUit onderzoek is gebleken dat er een verband bestaat tussen emotionele problemen en slaapproblemen bij kinderen. Er is echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar welke specifieke processen van emotionele informatieverwerking er worden verstoord door slaapproblemen bij kinderen. Dit onderzoek richt zich op in hoeverre slaapproblemen samenhangen met emotionele problematiek bij kinderen tussen de 9 en de 11 jaar oud, welke type slaapproblemen wel en welke niet samenhangen met emotionele problematiek, welke type slaapproblemen hoeveel invloed heeft op de slaapduur en welk type emotionele problemen met name gevoelig zijn voor slaapproblemen. De steekproef bestaat uit 96 kinderen, waarvan de ouders de Slaapverstoringsschaal voor kinderen, een vragenlijst over het slaapgedrag van kinderen, en de Sterke kanten en Moeilijkheden: Vragenlijst voor ouder of leerkracht, een vragenlijst over het gedrag van kinderen, hebben ingevuld over hun kind. Kinderen bleken, zoals verwacht, vaker slaapproblemen te hebben, wanneer zij ook emotionele problemen hebben (ρ = 0.31, p = 0.01). Met name de slaapproblemen die invloed hebben op de slaapduur, en in mindere mate de slaapproblemen die invloed hebben op de slaapkwaliteit, hangen samen met emotionele problemen. Met name kinderen met lichamelijke klachten (ρ = 0.28, p = 0.01) en die zich veel zorgen maken (ρ = 0.31, p = 0.01) hebben vaak ook slaapproblemen, terwijl dit niet het geval is bij angst of negatieve stemming. Met al deze uitkomsten kan ook in de klinische praktijk rekening gehouden worden. Daarnaast levert dit onderzoek een belangrijke bijdrage aan de vergroting van kennis op het gebied van slaapproblemen en emotionele problemen bij kinderen.Show less
Samenvatting Introductie: Het avondchronotype is in eerdere onderzoeken geassocieerd met verminderd cognitief functioneren, slaaptekort en gedrags-emotionele problematiek. In dit onderzoek zal...Show moreSamenvatting Introductie: Het avondchronotype is in eerdere onderzoeken geassocieerd met verminderd cognitief functioneren, slaaptekort en gedrags-emotionele problematiek. In dit onderzoek zal gefocust worden op het laatste, namelijk gedragsproblemen en de relatie met het chronotype. De onderzoeksvragen zijn: 1) Is er bij kinderen met een avondchronotype sprake van hogere scores op internaliserende en externaliserende gedragsproblematiek dan bij kinderen met een ochtendchronotype? 2) Wordt een eventuele relatie tussen chronotype en gedrags/emotionele problemen gemedieerd door een verminderde slaapduur? Methoden: De onderzoeksgroep die in dit onderzoek wordt gebruikt, bestaat uit 333 kinderen, waarvan 149 jongens en 184 meisjes in de leeftijd van 7 tot 12 jaar van verschillende scholen door heel Nederland. Ouders vulden vragenlijsten in over chronotype (CCTQ), gedragsproblemen (CBCL) en slaapgewoonten, waaronder slaapduur (Slaapgewoontes van het kind). Resultaten: Uit de resultaten blijkt dat er een groot verschil bestaat tussen de ochtend- en neutrale types en de avondtypes. De mogelijke verklaring hiervoor zou het aantal uren slaap zijn. Uit de mediatieanalyse komt naar voren dat er geen sprake is van mediatie. Conclusie: De conclusie van dit onderzoek is dat avondtypes meer gedragsproblemen vertonen dan ochtend- of neutrale types. Het aantal uren slaap lijkt hier geen rol in te spelen.Show less
Het doel van dit onderzoek was om de relatie te onderzoeken tussen slaapduur en het korte termijn geheugen en werkgeheugen bij kinderen. Een groep kinderen (57) van acht tot en met elf jaar is...Show moreHet doel van dit onderzoek was om de relatie te onderzoeken tussen slaapduur en het korte termijn geheugen en werkgeheugen bij kinderen. Een groep kinderen (57) van acht tot en met elf jaar is gevolgd met variatie in slaap gedurende drie opeenvolgende dagen per conditie (meer slaap, minder slaap en een basisconditie). Door gebruik van de test cijferreeksen is er gekeken naar het korte termijn geheugen (cijferreeksen voorwaarts) en werkgeheugen (cijferreeksen achterwaarts) tijdens de verschillende condities. De slaapduur is gemeten met behulp van een slaaplogboek (bijgehouden door ouders) en zes kinderen kregen ook een actometer. Kinderen bleken significant langer te slapen als ze een uur eerder naar bed gingen en significant korter als ze een uur later naar bed gingen, zowel gemeten met het logboek als met de actometers. Er is geen significante relatie gevonden tussen de slaapduur en de prestatie op cijferreeksen. In dit onderzoek is geen significant effect gevonden van korter of langer slapen op het korte termijn geheugen en het werkgeheugen.Show less