Eerder onderzoek heeft aangetoond dat slaapproblemen veroorzaakt kunnen worden door een inadequate slaaphygiëne, een term die alle routines en gedragingen omtrent slaap omvat. Het doel van dit...Show moreEerder onderzoek heeft aangetoond dat slaapproblemen veroorzaakt kunnen worden door een inadequate slaaphygiëne, een term die alle routines en gedragingen omtrent slaap omvat. Het doel van dit onderzoek was om meer inzicht te verkrijgen in de slaaphygiënische achtergrond van slaapproblemen bij kinderen met ADHD of een autisme spectrumstoornis (ASS). De relatie tussen slaaphygiëne en slaapkenmerken is onderzocht bij 346 jongens en meisjes tussen de zes en twaalf jaar met ADHD (zonder ASS) (N = 51), ASS (zonder ADHD) (N = 58) en met een normaal verlopende ontwikkeling (N = 237). Dit is gedaan aan de hand van de slaaphygiëne balans voor kinderen (SHBK) en de slaapverstoringsschaal voor kinderen (SDSC). De data is geanalyseerd door middel van correlatieanalyses, ANOVA en Kruskal-Wallis toets. De resultaten van dit onderzoek wezen erop dat kinderen met ADHD en ASS een significant slechtere slaaphygiëne hadden in vergelijking met kinderen met een normale ontwikkeling. Een slechtere slaaphygiëne hing samen met meer slaapproblemen, een langere inslaaptijd, een kortere slaapduur en een langere latentietijd, zowel op vrije dagen als op schooldagen. Daarnaast zijn er specifieke slaaphygiënische indicatoren gevonden die afwijkend waren voor kinderen met ADHD en ASS. Dit onderzoek vergroot de kennis over de relatie tussen slaaphygiëne en slaapproblemen bij kinderpsychiatrische stoornissen en draagt zo bij aan een empirische ondersteuning van slaapinterventies. Verondersteld wordt dat het verbeteren van de slaapkwaliteit kan worden aangepakt door onder andere in te spelen op deze specifieke slaaphygiënische indicatoren.Show less
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat screen time een verband heeft met probleemgedrag. In dit onderzoek wordt er gekeken naar het verband tussen screen time en internaliserend en externaliserend...Show moreEerder onderzoek heeft aangetoond dat screen time een verband heeft met probleemgedrag. In dit onderzoek wordt er gekeken naar het verband tussen screen time en internaliserend en externaliserend probleemgedrag bij kinderen in India. Daarnaast wordt onderzocht of slaapduur een mediator is voor screen time en internaliserend en externaliserend probleemgedrag. Het onderzoek heeft plaats gevonden in de Indiase stad, Pune. Aan het onderzoek hebben 293 kinderen waarvan 161 jongens en 123 meisjes tussen de 11 en 15 jaar deelgenomen (M= 12.3, SD= 1.17). Om de variabelen screen time en slaapduur te meten is gebruik gemaakt van een semi-gestructureerd interview. Voor de meting van de variabelen internaliserend en externaliserend probleemgedrag is de SDQ vragenlijst gebruikt. Vervolgens is een regressieanalyse uitgevoerd om de verbanden te toetsen. Zoals verwacht blijkt uit resultaten dat screen time verband heeft met meer internaliserend en externaliserend probleemgedrag bij kinderen in India. Verder is er geen relatie gevonden tussen screen time en slaapduur. In tegenstelling tot verwachting is een positief verband gevonden tussen slaap en internaliserend probleemgedrag. Tot slot is er ook geen verband tussen slaap en externaliserend probleemgedrag gevonden. Uit de resultaten is te concluderen dat slaapduur geen mediërende rol heeft tussen screen time en internaliserend en externaliserend probleemgedrag. Dus gezien de negatieve uitkomsten van screen time bij schoolgaande kinderen wordt niet meer dan twee uur per dag screen time geadviseerd.Show less
Behavioral problems, such as poor concentration, tantrums, anxiety and depression, are common difficulties in children’s lives. There are several factors which can affect the development of...Show moreBehavioral problems, such as poor concentration, tantrums, anxiety and depression, are common difficulties in children’s lives. There are several factors which can affect the development of behavioral problems, such as temperament and sleep. The purpose of this study was to investigate the mediation of sleep duration in the relation between temperament (negative affect and behavior inhibition) and behavioral problems internalizing and externalizing) of children between 9 and 11 years old (N = 516). Parents were asked to fill out questionnaires about one aspect of temperament, ‘behavioral inhibition’ (Behavioral Inhibition Questionnaire) and behavioral problems. (Strengths and Difficulties Questionnaire). For one week, parents reported the sleep duration of their child. The child was asked to fill out a questionnaire about a second aspect of temperament ‘negative affect’ (Early Adolescent Temperament Questionnaire). The findings indicate that the aspects behavioral inhibition and negative affect did not predict sleep duration. However, negative affect was a predictor of internalizing and externalizing behavioral disorder, β = .21, t (1, 431) = 4.42, p = <.001, β = .19, t (1, 437) = 4.13, p = <.001. Behavioral inhibition was also a predictor of internalizing problem behavior, β = .35, t (1, 470) = 8.07, p = <.001, although not of externalizing behavioral problems. Sleep duration was not a predictor of internalizing or externalizing problem behavior. The conclusion of this study was that the relation between temperament and problem behavior was not mediated by sleep duration. The results of this study may contribute to knowledge about which aspects affect behavioral problems in children and which treatment for behavioral problems is relevant.Show less
Approximately ten to thirty percent of the children don’t get enough sleep. This can cause problems with learning and cognition. Evening-types often experience more sleep problems than morning...Show moreApproximately ten to thirty percent of the children don’t get enough sleep. This can cause problems with learning and cognition. Evening-types often experience more sleep problems than morning-types. This study investigates the relationship between chronotype and cognitive performances (sustained attention, inhibition and working memory) and whether this relationship is mediated by sleep duration. The sample consisted 452 children (208 males and 244 females; mean age 10.49 years). Parents filled in the Children’s Chronotype Questionnaire to measure chronotype. They also filled in a sleeping diary for a week to measure sleep duration. The children made multiple computer tasks: the Psychomotor Vigilance Task (PVT) to measure sustained attention, the PVT Go/No-Go to measure inhibition and a Digit Span task to measure working memory. Eveningness was associated with less sleep (β = -.10). Second, sustained attention and inhibition were not associated with chronotype. Evening-types performed better on the working memory task (β = .10). Third, children with less sleep performed better on the sustained attention (β = .16) and working memory task (β = -.25), but worse on the inhibition task (β = .12). This results show that sleep duration did not mediated the relation between chronotype and sustained attention and inhibition. But the relationship between chronotype and working memory is partially mediated by sleep duration. Evening-types remember a longer string of numbers than morning-types, this can be partially explained because the evening-types sleep shorter. It is important to investigate why these children perform better, despite the shorter sleep duration. Maybe sleep quality has a bigger influence on the cognitive performances than sleep duration. Last, it is important for parents to realize that sleep is important for the development of their children, because prevention is better than intervention.Show less
Het doel van dit onderzoek was om te onderzoeken of er een relatie bestaat tussen avondlijkheid en gedragsproblemen bij kinderen. Hierbij is nader onderzoek verricht in de samenhang van deze...Show moreHet doel van dit onderzoek was om te onderzoeken of er een relatie bestaat tussen avondlijkheid en gedragsproblemen bij kinderen. Hierbij is nader onderzoek verricht in de samenhang van deze relatie met betrekking tot puberteit, temperament en slaapduur. De volgende vraag stond centraal in dit onderzoek: “Is er een relatie tussen avondlijkheid en internaliserende en externaliserende gedragsproblemen bij kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 11 jaar?” Aan dit onderzoek hebben in totaal 97 kinderen deelgenomen. Hiervan zijn 44 jongens en 53 meisjes in de leeftijd van 9 tot 12 jaar (M = 10.51, SD = .79). Met behulp van de Children’s Chronotype Questionnaire (CCTQ) is het chronotype van de participanten gemeten. De Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) is gebruikt om de internaliserende en externaliserende gedragsproblemen te bepalen. De puberale status van de kinderen is gemeten met de Puberty Development Scale (PDS) en het temperament met de Early Adolescent Temperament Questionnaire-Revised (EATQ-R). Een logboek ingevuld door ouders gedurende zeven achtereenvolgende dagen, is gebruikt om de slaapduur van de kinderen bij te houden. In het onderzoek is geen relatie gevonden tussen avondlijkheid en gedragsproblemen. Ook met betrekking tot de factoren puberteit en temperament is er geen samenhang gevonden. Tussen avondlijkheid en slaapduur is wel een relatie gevonden. Het betreft een negatieve relatie, wat inhoudt dat naarmate de kinderen hoger scoren op avondlijkheid zij een kortere slaapduur hebben. Er is verder onderzoek nodig om de relatie tussen chronotype en gedragsproblemen in kaart te brengen.Show less
Uit onderzoek is gebleken dat er een verband bestaat tussen emotionele problemen en slaapproblemen bij kinderen. Er is echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar welke specifieke processen van...Show moreUit onderzoek is gebleken dat er een verband bestaat tussen emotionele problemen en slaapproblemen bij kinderen. Er is echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar welke specifieke processen van emotionele informatieverwerking er worden verstoord door slaapproblemen bij kinderen. Dit onderzoek richt zich op in hoeverre slaapproblemen samenhangen met emotionele problematiek bij kinderen tussen de 9 en de 11 jaar oud, welke type slaapproblemen wel en welke niet samenhangen met emotionele problematiek, welke type slaapproblemen hoeveel invloed heeft op de slaapduur en welk type emotionele problemen met name gevoelig zijn voor slaapproblemen. De steekproef bestaat uit 96 kinderen, waarvan de ouders de Slaapverstoringsschaal voor kinderen, een vragenlijst over het slaapgedrag van kinderen, en de Sterke kanten en Moeilijkheden: Vragenlijst voor ouder of leerkracht, een vragenlijst over het gedrag van kinderen, hebben ingevuld over hun kind. Kinderen bleken, zoals verwacht, vaker slaapproblemen te hebben, wanneer zij ook emotionele problemen hebben (ρ = 0.31, p = 0.01). Met name de slaapproblemen die invloed hebben op de slaapduur, en in mindere mate de slaapproblemen die invloed hebben op de slaapkwaliteit, hangen samen met emotionele problemen. Met name kinderen met lichamelijke klachten (ρ = 0.28, p = 0.01) en die zich veel zorgen maken (ρ = 0.31, p = 0.01) hebben vaak ook slaapproblemen, terwijl dit niet het geval is bij angst of negatieve stemming. Met al deze uitkomsten kan ook in de klinische praktijk rekening gehouden worden. Daarnaast levert dit onderzoek een belangrijke bijdrage aan de vergroting van kennis op het gebied van slaapproblemen en emotionele problemen bij kinderen.Show less
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat slaapduur gerelateerd is aan temperament. Maar wat de specifieke gevolgen zijn van een verkorte slaapduur op het temperament van het kind is onbekend. In dit...Show moreEerder onderzoek heeft aangetoond dat slaapduur gerelateerd is aan temperament. Maar wat de specifieke gevolgen zijn van een verkorte slaapduur op het temperament van het kind is onbekend. In dit onderzoek is onderzocht in hoeverre er een relatie bestaat tussen slaapduur en temperament van het kind als dat 6 maanden oud is. Daarnaast is onderzocht in hoeverre die relatie verklaard kan worden door zelfvertrouwen ten aanzien van de moederrol. De onderzoeksgroep bestond uit 52 moeders en hun kinderen. Slaapduur, temperament en zelfvertrouwen ten aanzien van de moederrol zijn gemeten door middel van vragenlijsten ingevuld door de moeder. Uit de resultaten blijkt dat kinderen die ’s nachts langer wakker zijn zich minder goed kunnen reguleren en oriënteren met betrekking tot spelen en in het beleven van contact met hun verzorger en dat deze kinderen daarnaast minder plezier beleven in het alleen in stilte spelen. Verder is gevonden dat kinderen die in totaal langer slapen, korter getroost hoeven te worden door hun verzorger. Wat betreft het zelfvertrouwen ten aanzien van de moederrol, werd gevonden dat hoe sneller kinderen kalmeren van zowel stress als enthousiasme, hoe meer zelfvertrouwen een moeder heeft ten aanzien van haar moederrol. Verder zijn in dit onderzoek geen significante verwachte resultaten gevonden. De resultaten van dit onderzoek suggereren dat er een relatie bestaat tussen slaapduur en temperament, maar dat deze niet verklaard wordt door zelfvertrouwen ten aanzien van de moederrol.Show less
In dit onderzoek werd onderzocht of er een effect was van een experimentele verlenging respectievelijk beperking van slaapduur met één uur, gedurende drie achtereenvolgende dagen, op emotionele...Show moreIn dit onderzoek werd onderzocht of er een effect was van een experimentele verlenging respectievelijk beperking van slaapduur met één uur, gedurende drie achtereenvolgende dagen, op emotionele informatieverwerking (emotieregulatie, sociale regulatie en beoordeling van sociaal visuele informatie) is bij basisschoolkinderen van acht tot en met elf jaar en of chronotype dit effect modereert. Ouders hebben een algemene vragenlijst, de Child Behavior Checklist (CBCL) en de vragenlijst Slaapgewoonten van het Kind (CSHQ) ingevuld en een slaaplogboek bijgehouden. Bij kinderen zijn de computertaken de face reliability task en de ultimate game afgenomen en de geheugentaak cijferreeksen van de WISC-III. Daarnaast hadden een aantal kinderen een actometer om gedurende de gehele periode om een betrouwbare schatting te verkrijgen van het slaap-waak ritme. De steekproef bestond uit 51 kinderen waarvan 31 meisjes en 20 jongens in de leeftijd van acht tot en met elf jaar.Show less