Social media have increased the ways in which people can and do communicate with each other. This could have consequences for speech act theory as founded by J.L. Austin and refined by J. Searle....Show moreSocial media have increased the ways in which people can and do communicate with each other. This could have consequences for speech act theory as founded by J.L. Austin and refined by J. Searle. This thesis shows that the introduction of social media has led to the existence of a new illocutionary act that is not covered by existing speech act theory: the illocutionary act of hashtagging. It is argued that hashtagging is a meta-speech act that has no counterpart offline and is deserving of its own category within existing speech act theory.Show less
Door het gebruik van nieuwe media in de journalistiek, zoals Snapchat, rijst de vraag wat dit doet met de journalistieke content. Snapchat heeft zeer specifieke eigenschappen: content moet live...Show moreDoor het gebruik van nieuwe media in de journalistiek, zoals Snapchat, rijst de vraag wat dit doet met de journalistieke content. Snapchat heeft zeer specifieke eigenschappen: content moet live zijn, content verdwijnt weer (Bayer et al, 2015) en er zijn allerlei bewerkingstools aanwezig (Piwerk en Joinson, 2016). Snapchat is erg populair onder jongeren en het is daarom niet gek dat een nieuwsorganisatie als de NOS Snapchat gebruikt om die doelgroep te bereiken. In eerdere onderzoeken naar blogs (Singer, 2005) en Twitter (Lasorsa et al, 2012) werd onderzocht in hoeverre een nieuw medium de journalistieke normen van onpartijdigheid, transparantie en gatekeeping schaadt. Uit deze onderzoeken bleek dat journalisten grofweg dezelfde journalistieke normen en werkwijze handhaafden op blogs als binnen traditionele journalistiek, maar dat dit op Twitter veranderde. Journalisten gebruikten enerzijds hun traditionele normen binnen Twitter, maar pasten zich ook aan Twitter aan. In dit onderzoek zijn 186 snaps van NOS Snaplines geanalyseerd aan de hand van de drie begrippen: onpartijdigheid, transparantie en gatekeeping. Uit de resultaten blijkt NOS Snaplines relatief onpartijdig wanneer het gaat om tekst. Wanneer er naar bewerkingstools zoals emoji’s en stickers wordt gekeken, blijkt dat deze bewerkingen de snaps wel partijdig maken. Deze bewerkingstools kunnen namelijk ook emoties of meningen verkondigen. Eerder onderzoek stelt dat journalisten een manier zoeken om emoties uit te besteden. Dit kan een journalist doen door niet zijn eigen emoties op te schrijven, maar de emoties van een ander (Wahl-Jorgensen). Er zou in het geval van NOS Snaplines gesteld kunnen worden dat emoties worden uitbesteed aan eigenschappen van een medium, door bijvoorbeeld emoji’s binnen Snapchat in te zetten. NOS Snaplines blijkt uit de analyse over een lage mate van transparantie te beschikken, terwijl social media normaliter transparanter zijn dan traditionele media (Singer, 2005; Lasorsa et al, 2012). Hyperlinking maakt social media transparant, maar Snapchat heeft deze mogelijkheid niet. Toch zijn er andere manieren om transparant te zijn. Zo is Snapchat een medium waar juist alledaagse content, materiaal van achter de schermen en content vanaf locatie kan worden geplaatst, wat transparant kan worden bevonden maar weinig gebeurt in NOS Snaplines. Uit de analyse naar het derde begrip, gatekeeping, blijkt dat de rol van gatekeeper sterk wordt bewaakt binnen NOS Snaplines. Het podium wordt niet snel gedeeld. De begrippen onpartijdigheid, transparantie en gatekeeping lijken nog gehandhaafd te worden binnen Snapchat, in die zin kan gesteld worden dat de journalisten Snapchat ‘normalizen’. Ze zorgen dat hun eigen normen en waarden gebruikt kunnen worden in het nieuwe medium. Gesteld kan worden dat NOS Snaplines nog lijkt op een traditioneel achtuurjournaal, uit de analyse is gebleken dat zelfs de opbouw hetzelfde is. Maar aan de andere 3 kant gebruiken de Snaplines-redacteuren emoji’s en stickers die het nieuws partijdig maken. In eerder onderzoek naar Twitter viel op dat er minder waarde werd gehecht aan het concept van onpartijdigheid (Lasorsa et al 2012), wat ook het geval blijkt te zijn in NOS Snaplines. Dit duidt op het idee dat binnen sociale-mediajournalistiek voornamelijk de journalistieke norm van onpartijdigheid aan het veranderen is. Hoewel in de literatuur het dominante paradigma is dat subjectiviteit en emoties in nieuws beperkt moeten worden, zijn er ook tegengeluiden waarbij onderzoekers een positievere houding hebben tegenover emotionele (meer partijdige) journalistiek (Pantti, 2010; Wahl-Jorgensen, 2013; Opgenhaffen en Welbers, 2017). Want opiniërend, persoonlijk en subjectief nieuws kan een voordeel hebben op feitelijk nieuws omdat consumenten, zeker op social media, worden overspoeld met feitelijk nieuws. Een interpretatie kan dan een extra laag geven aan het objectieve nieuws (Marchi, 2012). Daarnaast blijkt uit de analyse dat de nieuwsonderwerpen die worden besproken vooral bestaan uit non-public affairs, oftewel nieuws dat aantrekkelijk is voor jongeren, maar waarvan journalisten normaliter denken dat het minder nieuwswaarde heeft (Boczkowski & Mitchelstein, 2010). Hoewel NOS Snaplines-redacteuren aan de ene kant hun journalistieke normen gebruiken binnen Snapchat, passen ze ook hun werkwijze aan Snapchat aan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat redacteuren van NOS Snaplines op een andere manier journalistiek bedrijven en dat de journalistiek wel degelijk verandert door een nieuw medium als Snapchat.Show less
Dit onderzoek richt zich op de vraag wat de gedragscodes voor social media bij het Algemeen Dagblad, de NOS en het NRC zijn en wat journalisten van deze gedragscodes vinden. Waar op nieuwsredacties...Show moreDit onderzoek richt zich op de vraag wat de gedragscodes voor social media bij het Algemeen Dagblad, de NOS en het NRC zijn en wat journalisten van deze gedragscodes vinden. Waar op nieuwsredacties door onderling overleg een filter bestaat voor publicaties, geldt dit voor de directe, individuele social media niet. Zeker in het verleden was er onder journalisten veel onduidelijkheid over wat op social media is toegestaan en hierdoor werden soms uitspraken gedaan die imagoschade opleverden. Heldere gedragscodes kunnen dan de benodigde filter zijn. Mede om deze reden hebben nieuwsmedia in binnen en buitenland gedragscodes voor social media opgesteld. In twee studies zijn diverse buitenlandse gedragscodes en de meningen over gedragscodes geanalyseerd (Opgenhaffen & Scheerlinck, 2014; Opgenhaffen & D’Haenens, 2015), maar in Nederland nog niet. De opgestelde gedragscodes ten spijt, uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat op sommige belangrijke onderwerpen nog steeds onduidelijkheid is. In eerste instantie zeggen journalisten dat zij niet zitten te wachten op gedragscodes voor social media, omdat common sense voldoende zou zijn. Maar de journalisten spreken elkaar vervolgens tegen; wat de een normaal gedrag op social media vindt, vindt de ander onwenselijk. De resultaten tonen aan dat het voor nieuwsorganisaties belangrijk is om te bepalen en vast te leggen welke social media zij zien als privédomein en welke social media als een openbaar (journalistiek) platform. Er is vooral onenigheid over de vraag of Facebook privé of openbaar is en daardoor ook over de vraag wat wenselijk gedrag is op Facebook. Op een gevoelig onderwerp als privacy zijn eveneens aanvullende gedragscodes nodig. Gedragscodes over het met foto, naam en toenaam citeren van mensen ontbreken, terwijl journalisten hierover sterk van mening verschillen. Tot slot kunnen pijnlijke fouten worden voorkomen door strengere regels op te stellen voor berichtgeving na aanslagen. Als er een fout wordt gemaakt, moet er bovendien ruimer worden gerectificeerd. Uiteindelijk draaien gedragscodes om normering, uniformiteit en professionaliteit. Ze kunnen daarom bijdragen aan efficiënt en eenduidig werken op nieuwsredacties en bovendien aan het herstel van het vertrouwen in de journalistiek. Daarom is het afhouden van gedragscodes voor social media een gemiste kans.Show less
Humans of New York (HONY) is the result of technological changes such as camera phones and social media that so strongly has influenced the way we produce, consume and reproduce photography....Show moreHumans of New York (HONY) is the result of technological changes such as camera phones and social media that so strongly has influenced the way we produce, consume and reproduce photography. Digital network interactions that reshape modes of socializing contributes to dehumanization, while at the same time the easiness and rapidness with which photographs can be reproduced provoke the emergence of modern iconoclasm. Unintentionally, HONY counter-reacts both by creating a sense of human community that avoids visual saturation blindness. Its use of traditional photography has lead to position it within some of the photographic genre debates due to its users’ perception and reception. This professionalization of an amateur photographic project represents a problem for the academic field. The lack of an academic background prevents this type of photography from representing truthfulness ethically. Unconsciously, HONY perpetuates stereotypes and manipulates its viewers by appealing to sentimentalism, while at the same time falls into the tradition of the victim. This issues point at the fact of an urgent need for theorizing and conceptualizing this type of photography that despite being amateur is perceived within the professional photographic practice.Show less
Highlighting the importance of customer relationship management in Dutch trade publishing, effects and possibilities of promotional activities and the use of different media in book marketing are...Show moreHighlighting the importance of customer relationship management in Dutch trade publishing, effects and possibilities of promotional activities and the use of different media in book marketing are analysed during the consumer decision journey. Reading has become a shared experience, and book marketing can be further advanced through an interactive bond publishers establish with readers. As experience goods and recreational products, books requires a tailored marketing approach that is ideally customized even further in regard of the different markets targeted by individual titles. Libraries stimulate book borrowing by connecting with readers and encouraging the act of reading, and publishers can do the same. Reading promotion adds to the appeal of buying books in general: by promoting reading besides individual titles, and through collaborating with other stakeholders and pooling resources, publishers are collectively able to cover a wide field of book promotion that eventually benefits individual sales as well.Show less