This research explores the interplay between social media usage, offline and online interactions, perceived social support, and depression levels among university students. Analyzing data from 430...Show moreThis research explores the interplay between social media usage, offline and online interactions, perceived social support, and depression levels among university students. Analyzing data from 430 participants, this cross-sectional study leverages the Patient Health Questionnaire-9 (PHQ-9) to assess depression symptoms and employs both multivariate and univariate linear regression analyses, as well as MANOVA and ANOVA tests, to understand the connections between online/offline social interactions, perceived social support, and depression. Key findings indicate a significant relationship between the level of perceived social support (β = -0.49, p < .001) and frequency of online interactions (β = 0.43, p < .05) with depression levels. Notably, individuals reporting higher levels of perceived social support tend to exhibit lower depression levels, while those with frequent online interactions often show higher depression levels. The study also identifies marked gender differences in social media use and depression, with females showing greater susceptibility. These results underscore a nuanced relationship between active/passive social media engagement, gender, and mental health. The research emphasizes the need for mental health strategies that consider individual differences, particularly focusing on the quality of social support and patterns of online engagement, to effectively address mental health concerns in young adults.Show less
De manier waarop journalisten zich profileren is sinds de komst van sociale media sterk veranderd. Waar zij voorheen geacht werden om afstand tot onderwerpen en verhalen te behouden, is het...Show moreDe manier waarop journalisten zich profileren is sinds de komst van sociale media sterk veranderd. Waar zij voorheen geacht werden om afstand tot onderwerpen en verhalen te behouden, is het tegenwoordig vanzelfsprekend dat journalisten zich geopinieerd uitspreken en persoonlijke informatie delen op sociale platformen als Twitter en Instagram. Dit duidt op een verandering in de traditionele journalistieke waarden. Een verklaring hiervoor is, volgens de literatuur, de normalisatie van een nieuwe medialogica binnen de journalistiek, waaruit de wens ontstaat om een personal brand op te bouwen. Dit zou journalisten namelijk talloze economische, activistische en egocentrische voordelen opleveren, die zij in een tijd van toenemende concurrentie en economische crisis hard nodig hebben. Vooral freelance journalisten zouden hierbij gebaat zijn, omdat zij aan de hand van een succesvol online brand gemakkelijker opdrachten kunnen verkrijgen. Deze scriptie onderzoekt middels kwalitatieve interviews met tien freelance journalisten en een inhoudsanalyse van hun sociale profielen op welke manier zij zich profileren, hoe zij hun keuzes in hun online activiteiten motiveren en hoe zich dit relateert tot traditionele journalistieke waarden als ‘objectiviteit’, ‘transparantie’ en ‘autonomie’. De resultaten van dit onderzoek vormen een uitgebreide typering van het online gedrag van freelance journalisten en hun opvattingen over sociale media. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de respondenten de traditionele journalistieke waarden niet zo zeer herdefiniëren, maar dat er onder hen wel duidelijke verschuivingen te zien zijn in de prioritering van de journalistieke waarden. Dit betekent dat waarden als ‘autonomie’ en ‘transparantie’ tegenwoordig belangrijker worden geacht dan waarden als ‘objectiviteit’ of ‘onpartijdigheid’. Met een nieuw paradigma als ‘constructieve journalistiek’ wordt de verschuiving van deze waarden verklaard en gerechtvaardigd. Daarnaast wijzen de respondenten op het vervagen van de conceptuele grenzen van de journalistiek en benadrukken zij het belang van subcategorieën binnen het werkveld. Zo heeft de specifieke journalistieke functie waar een journalist zich mee identificeert belangrijke implicaties voor de hantering van journalistieke normen en waarden. Toch blijkt personal branding voor alle respondenten niet het belangrijkste doel van hun sociaalmediagebruik, waardoor de invloed op de journalistieke waarden beperkt blijft.Show less
Tegenwoordig worden ambtenaren geconfronteerd met een intrigerende paradox: enerzijds wordt van hen verwacht dat ze ambtelijke neutraliteit en neutrale bureaucratische competenties bezitten,...Show moreTegenwoordig worden ambtenaren geconfronteerd met een intrigerende paradox: enerzijds wordt van hen verwacht dat ze ambtelijke neutraliteit en neutrale bureaucratische competenties bezitten, anderzijds neemt de druk toe om politiek sensitief en responsief te zijn. Deze paradox weerspiegelt een verschuiving in de rol van ambtenaren, waarbij zij steeds meer dienen als instrument voor de bewindspersoon in diens politieke ambities. De ambtenaar in kwestie balanceert tussen traditionele bureaucratische normen verweven in het ministeriële bestel en de loyale uitvoering van de wil van verkozen politici, waarbij de ambtenaar zich in politieke aangelegenheden mengt. Dit onderzoek richt zich op de ambtenaren die zich bezighouden met overheidscommunicatie via de sociale media van bewindspersonen op Nederlandse ministeries. Er wordt onderzocht in welke mate functionele politisering van hun werkzaamheden plaatsvindt en wat dit veroorzaakt.Show less
Bachelor thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (BSc)
closed access
This thesis explores the similarities and differences on social media of adolescents and young adults, in Europe, who are in denial or not regarding climate change. Also, the public figures’ online...Show moreThis thesis explores the similarities and differences on social media of adolescents and young adults, in Europe, who are in denial or not regarding climate change. Also, the public figures’ online activism, Naomi Seibt (young German climate-denier activist) and Greta Thunberg (young Swedish climate activist), are rigorously studied to draw comparisons between non- deniers and deniers. Then, the research question addressed in this thesis is: What are the similarities and differences between the young individuals, in Europe, who are in denial or not regarding climate change, on social media? To compare both groups online, a contextualization background and a justification are provided to understand why some young individuals remain in denial despite a scientific consensus convinced on the existence and negative impacts of climate change. Also, it explores which social actors outside the scope of this thesis can benefit from the analysis brought. Additionally, the main social actors (non-deniers, deniers, and social media) are defined, and a theory is drawn to brainstorm this thesis’ puzzle. In terms of methodology, literature review and research on Seibt’s and Thunberg’s social media activities have been performed, and ethical considerations have been taken into account to not harm observed online users. Furthermore, similarities and differences between non-deniers and deniers individuals are extensively examined in four empirical sections. The first one explores the social factors and background that would lead one to express denial or not. The second one discusses the conceptualisation of science by both groups on social media. The third section talks about the identity formation regarding climate change online. The last one analyses the expressed mistrust on social media, individuals in denial or not have in wider societal structures and social actors. Finally, concluding remarks and further suggested research is detailed.Show less
Bachelor thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (BSc)
closed access
Following the pioneer work of Bettie,Ortner and McRobbie, this thesis analyzes how cultural discourses arisen from big societal trends in the last decades have contributed to a limited...Show moreFollowing the pioneer work of Bettie,Ortner and McRobbie, this thesis analyzes how cultural discourses arisen from big societal trends in the last decades have contributed to a limited consideration of young women’s class realities. As the internet has become part of everyday life, it has opened up new possibilities for identity formation and representation. Following the increasing blurring between offline and online spaces and identities, the analysis also looks at class, at the intersection of other social axes, as it acquires a transmediated nature, and presents the ways in which online presence and practice remains highly classed and gendered. The three chapters unveil the influence of postfeminism, neoliberalism, and postindustrialism on class expressions, the impact of digital spaces on identity negotiation, and the agency of young women in countering dominant discursive structures. Through an intersectional and transmediated lens, this work emphasizes the importance of recognizing class complexities within contemporary identities. By connecting historical insights with present-day considerations, it contributes to a comprehensive understanding of class dynamics and the nuanced interactions between class, gender, and digital spaces. Current considerations include the content of popular discourse and media, the use of digital spaces and a conceptualization of internet aesthetics such as 'cottagecore' and 'dark academia'. Each chapter offers a specific lens into why and how the class realities of young women are both expressed and hidden through the current prevalent discourses informing the construction, explanation and understanding of young women’s identities.Show less
Popular science literature on self-love frequently portrays individuals as self-sufficient entities. This furthers a neoliberal narrative of self-optimization and stigmatization of help-seeking....Show morePopular science literature on self-love frequently portrays individuals as self-sufficient entities. This furthers a neoliberal narrative of self-optimization and stigmatization of help-seeking. Drawing on social media discourse among people within alcohol and other drug (AOD) recovery, this study aims to explore an alternative narrative of self-love that involves the other instead of centering around the self. The paper extends a larger project assessing lay beliefs of self-love in 902 #selflove and AOD recovery Instagram and Twitter posts from 2019 by focusing on one aspect of self-love: self-care strategies. This study examines the relationship between other-focused (e.g., seeking or offering help) as opposed to self-centered self-care strategies (e.g., cognitive reframing). Additionally, the mention of three common self-care strategies—namely expressing gratitude, reframing, and taking responsibility—to predict other-focused self-care in a post is assessed. Results from a chi-square analysis indicate no significant association between self-centered and other-focused self-care. Further, our regression model did not significantly predict other-focused self-care, calling for further exploration. Future research calls for a refined conceptualization and associated detection criteria of self- and other-focused care. This study provides a first step toward exploring a narrative of self-love rooted in solidarity and cooperation. As such, it adds to a growing body of work clarifying for those in recovery, practitioners, and researchers how self-love can be implemented in behavioral treatment and recovery interventions and promote AOD prevention.Show less
In recent years, Automated Influence, understood as “the use of artificial intelligence to collect, integrate and analyse people’s data, and to deliver targeted interventions based on this analysis...Show moreIn recent years, Automated Influence, understood as “the use of artificial intelligence to collect, integrate and analyse people’s data, and to deliver targeted interventions based on this analysis, intended to shape their behaviour” (familiarly referred to as ‘algorithms’) has stirred up many debates among the public, as well as within academia (Benn & Lazar 2022, 127). While much of the discussion has focused primarily on issues of privacy in the light of Big Data, this thesis seeks to analyze how Automated Influence impacts the deliberative, discursive, and fundamentally social space on which society depends on, in particular for collective decision-making/politics. I argue that Automated Influence deployed on social media platforms violates people’s fundamental interest in social agency, which is defined as the ability of a person to act and reflect on her own motives all the while taking part in the fundamentally social process of forming, defending, and adapting the reasons according to which she acts. Moreover, it undermines people’s autonomy and social trust, which both serve as preconditions for their exercise social agency. After reviewing contemporary EU regulation seeking to address some of the problematic aspects related to Automated Influence, I explain why there cannot be a purely top-down approach to mitigating the harms emanating from Automated Influence, which results in my conclusion that only through educating people about its potential harms could mitigate the problem in the long run.Show less
Social Networking Sites (SNS) can be valuable tools to connect people with shared interests worldwide. However, SNS screentime has increased drastically over the course of the COVID-19 pandemic....Show moreSocial Networking Sites (SNS) can be valuable tools to connect people with shared interests worldwide. However, SNS screentime has increased drastically over the course of the COVID-19 pandemic. Excessive use of SNS has been associated with adverse mental health outcomes in previous studies. Contrary to the majority of studies on SNS, which usually rely on correlations, this study used an experimental approach to examine the relationship between SNS use, depression, and anxiety. Fear of missing out (FOMO) was also investigated as a potential mediating factor. To manipulate SNS screentime a multifaceted intervention was built based on results from previous experimental studies and input from a focus group (N = 3). A convenience sample of first year psychology students (N = 122) had been collected and split into three groups. The intervention group was instructed to follow the smartphone use intervention, while participants in the active-control group received instructions with little expected influence on screentime. Both groups were instructed to reduce their smartphone use as much as possible for two weeks. The waitlist-control group was told their intervention would begin in two weeks. SNS screentime, anxiety, depression and FOMO were assessed pre- and post- intervention. The results show significantly lower post-intervention SNS screentime in both intervention groups but not in the waitlist-control group. Depression scores were significantly lower in the intervention group but not for the active-control or waitlist-control condition. No significant group differences for anxiety were found. The mediation analysis obtained no significant results for FOMO as a potential mediator variable. Overall, the findings suggest participants reduced their smartphone usage regardless of the received set of rules. However, only participants in the intervention group showed fewer depressive symptoms. Limitations and suggestions for future research on SNS use were discussed.Show less
Social Networking Sites (SNS) can be valuable tools to connect people with shared interests worldwide. However, SNS screentime has increased drastically over the course of the COVID-19 pandemic....Show moreSocial Networking Sites (SNS) can be valuable tools to connect people with shared interests worldwide. However, SNS screentime has increased drastically over the course of the COVID-19 pandemic. Excessive use of SNS has been associated with adverse mental health outcomes in previous studies. Contrary to the majority of studies on SNS, which usually rely on correlations, this study used an experimental approach to examine the relationship between SNS use, depression, and anxiety. Fear of missing out (FOMO) was also investigated as a potential mediating factor. To manipulate SNS screentime a multifaceted intervention was built based on results from previous experimental studies and input from a focus group (N = 3). A convenience sample of first year psychology students (N = 122) had been collected and split into three groups. The intervention group was instructed to follow the smartphone use intervention, while participants in the active-control group received instructions with little expected influence on screentime. Both groups were instructed to reduce their smartphone use as much as possible for two weeks. The waitlist-control group was told their intervention would begin in two weeks. SNS screentime, anxiety, depression and FOMO were assessed pre- and post-intervention. The results show significantly lower post-intervention SNS screentime in both intervention groups but not in the waitlist-control group. Depression scores were significantly lower in the intervention group but not for the active-control or waitlist-control condition. No significant group differences for anxiety were found. The mediation analysis obtained no significant results for FOMO as a potential mediator variable. Overall, the findings suggest participants reduced their smartphone usage regardless of the received set of rules. However, only participants in the intervention group showed fewer depressive symptoms. Limitations and suggestions for future research on SNS use were discussed.Show less
The relationship between social media use and depression has been extensively studied but the current empirical evidence remains inconclusive. The present study aimed to explore how user specific...Show moreThe relationship between social media use and depression has been extensively studied but the current empirical evidence remains inconclusive. The present study aimed to explore how user specific characteristics, such as neuroticism, extraversion, and gender, are interconnected with social media use and symptoms of depression in a group-level cross-sectional network based on a student sample of young adults (18 to 30 years old). Participants (N = 430) filled in an online questionnaire measuring symptoms of depression, loneliness, social media use, neuroticism, extraversion, and stress. Regularized partial correlation networks were estimated to produce an aggregate network, and separate networks for men and women. The male and female network (n = 66 each) were compared in terms of structure and overall connectivity. Results showed that symptoms of depression and social media use were sparsely connected and if so, weakly positively related, but the relationship was not directly affected by either neuroticism or extraversion. No statistical differences were found between the male and female network. In sum, we found no evidence for personality and gender affecting the relationship between symptoms of depression and social media use. Future research could use temporal networks to discover potential causal relationships, specifically focusing on idiographic networks to reveal individual differences that would otherwise remain obscured.Show less
Although social media has revolutionized how we learn, form opinions, and have conversations, it also has the potential to undermine democracy. Due to the rise of social media and digital media,...Show moreAlthough social media has revolutionized how we learn, form opinions, and have conversations, it also has the potential to undermine democracy. Due to the rise of social media and digital media, political polarization online has sharply increased, with even elected officials and members of the political elite class also engaging in divisive propaganda and false information. This study, through a Twitter analysis, explores the impact of political polarization on citizens' beliefs in their democratic institutions, electoral systems, and government. This research applies relevant but underappreciated theories like the legitimacy theory and the homophily theory to understand how democracy and the internet interact.Show less
This thesis uses a comparative analysis to determine whether the underlying strategies that China employs in their propaganda efforts in regards to Taiwan during the modern age of social media and...Show moreThis thesis uses a comparative analysis to determine whether the underlying strategies that China employs in their propaganda efforts in regards to Taiwan during the modern age of social media and the internet are the same as the strategies that were employed in this field in the era between the defeat of the KMT in China and the invention of social media.Show less
Since the first oil-boom of the 1970s, the Arab Gulf countries have witnessed rapid socio-economic developments as a result of expansive oil-revenues. These rapid socioeconomic developments were...Show moreSince the first oil-boom of the 1970s, the Arab Gulf countries have witnessed rapid socio-economic developments as a result of expansive oil-revenues. These rapid socioeconomic developments were multifaceted, but in a region known for its social conservatism, it is interesting to explore the evolution of the position of women amid socio-economic changes. The expression of female agency offers numerous possibilities to explore this evolution in Arab-Gulf societies from a woman’s perspective, but it also offers challenges to Western academics as contemporary literature on female agency in the Arab Gulf is limited. In this thesis, I present a case study of the social media accounts of six Arab-Gulf women with a relatively large social media following. Research has been conducted into their social media posts to explain a changing attitude in female agency in the Arab Gulf, in terms of clothing, self-expression and positioning in their society. As all six women are part of the wealthier echelons of their society, it is interesting to observe that there is little cohesion in their posts to changing societal progress in terms of women’s rights. While the women seem to acknowledge societal change through their posts, none of them used their relatively large social media following to explicitly call out leaders to demand rights or to express gratitude for obtained rights. This research highlights the need for further exploration into the expression of female agency through the use of social media in a digitalizing world.Show less
Donald Trump was a highly controversial figure in the 2016 and 2020 elections. He presented himself as America’s hero (Mercieca, 2020). Trump's 2016 campaign was marked by an unique and...Show moreDonald Trump was a highly controversial figure in the 2016 and 2020 elections. He presented himself as America’s hero (Mercieca, 2020). Trump's 2016 campaign was marked by an unique and idiosyncratic rhetoric and campaigning style in which social media play a large role and especially his use of Twitter was remarkable (Polak, 2018). Trump’s rhetoric was full of pathos-driven techniques like: America first exceptionalism, hyperboles, repetition, fear appeals, ad populum and ad hominem arguments (Mercieca, 2020) while his rhetoric lacked complexity (Skinnel, 2018). Furthermore, Trump was known to distort facts (Skinnel, 2018). Although Trump was suspended from Twitter, begin January 2021, shortly after losing the election and the storming of the capitol took place, he has recently made a re-entrance on Twitter. The author of this paper wishes to contribute to the current research on Trump’s unique rhetorical style which continues to have a strong influence in America and do so by analysing Trump’s Twitter use during the 2020 elections, making use of a corpus based approach supplemented by a qualitative analysis of his rhetoric.Show less
More than 95%. This is the highly alarming number of incidents of sexual violence in Japan that are not reported to the police according to a study from 2018.1 In fact, in Japan, sexual crimes...Show moreMore than 95%. This is the highly alarming number of incidents of sexual violence in Japan that are not reported to the police according to a study from 2018.1 In fact, in Japan, sexual crimes continue to carry a heavy stigma and society’s approach to it remains sexist and archaic.2 From 2017, #MeToo, a hashtag constituted of two simple but powerful words has travelled around the world enabling women to voice their allegations of sex crimes. This movement could have been the opportunity to break the silence about sexual violence in Japan, nonetheless, it did not seem to take root in the country. This thesis aims to shed light on the struggle endured by victims of sexual violence in Japan who dared to speak up in a society unwilling to understand their pain. This thesis intends to dive into this matter and analyse how the adverse reactions to allegations of sex crimes reflect Japanese society’s stance toward the #MeToo movement.Show less
