الشعر هو جزء كبير من الثقافة الفلسطينية و تم تطويره في القرن الأخير لشعر مقاوم بسبب احتلالات عدة للأراضي الفلسطينية. ظهر الشعر المقاوم في حولي عام 1920 م حيث كان يركز هذا الشعر على الأحداث التي جرت...Show moreالشعر هو جزء كبير من الثقافة الفلسطينية و تم تطويره في القرن الأخير لشعر مقاوم بسبب احتلالات عدة للأراضي الفلسطينية. ظهر الشعر المقاوم في حولي عام 1920 م حيث كان يركز هذا الشعر على الأحداث التي جرت بين الفلسطينيين ,الاحتلال البريطاني و المستوطنين الصّهاينة. من عام 1945 م ركّز هذا الشعر المقاوم على الحداد على الأشخاص و تخليد للمقاومين الفلسطينيين و ذلك بسبب وفاة أشخاص كثيرين في عام ما قبل النكبة و ما بعدها. من عام 1967م شكل الشعر المقاوم جزءا أساسيا من الشعر الفلسطيني و هنا لعب هذا النوع من الشعر دورا سياسيا أساسيا. في وقتنا الحاضر يتم استخدام أدوات التواصل الاجتماعي لنشر هذا الشعر المقاوم بشكل واسع و لإيصاله لأكبر عدد ممكن من الناس. مثلا على ذلك نرى أن تميم البرغوثي الشاعر الفلسطيني المصري الذي يعمل مع شركة آى جي بلس لنشر أشعاره على المنصات الرقمية و ذلك بدمج شعره برسومات و صور واقعية التي تحاكي الحاضر و الماضي و المستقبل مما يجعلوها سهلة للفهم و للاستقبال من قبل عددا كبيرا من الناس. و قد رأينا في شعر تميم البرغوثي كيف تم دمج الفكرة الشعرية برموز المقاومة الفلسطينية والحرية سواءً كان بالصور و السياقات المناسبة لإيصالها للناس بشكل أوضح. و هنا تم توضيح الجواب على السؤال المطروح في البحث: "كيف تم طرح رموز المقاومة و الحرية في الشعر الفلسطيني مع التركيز على شعر الشاعر تميم البرغوثي و انتشاره على منصات التواصل الاجتماعية؟" وهذا السؤال هو أساس البحث.Show less
Tegenwoordig worden ambtenaren geconfronteerd met een intrigerende paradox: enerzijds wordt van hen verwacht dat ze ambtelijke neutraliteit en neutrale bureaucratische competenties bezitten,...Show moreTegenwoordig worden ambtenaren geconfronteerd met een intrigerende paradox: enerzijds wordt van hen verwacht dat ze ambtelijke neutraliteit en neutrale bureaucratische competenties bezitten, anderzijds neemt de druk toe om politiek sensitief en responsief te zijn. Deze paradox weerspiegelt een verschuiving in de rol van ambtenaren, waarbij zij steeds meer dienen als instrument voor de bewindspersoon in diens politieke ambities. De ambtenaar in kwestie balanceert tussen traditionele bureaucratische normen verweven in het ministeriële bestel en de loyale uitvoering van de wil van verkozen politici, waarbij de ambtenaar zich in politieke aangelegenheden mengt. Dit onderzoek richt zich op de ambtenaren die zich bezighouden met overheidscommunicatie via de sociale media van bewindspersonen op Nederlandse ministeries. Er wordt onderzocht in welke mate functionele politisering van hun werkzaamheden plaatsvindt en wat dit veroorzaakt.Show less
Dit deductieve onderzoek heeft tot doel inzicht te verkrijgen in hoeverre de mate van vertrouwen onder burgers in de Tweede Kamer verklaard wordt door de invloed van sociale media. De...Show moreDit deductieve onderzoek heeft tot doel inzicht te verkrijgen in hoeverre de mate van vertrouwen onder burgers in de Tweede Kamer verklaard wordt door de invloed van sociale media. De onderzoeksvraag die in dit onderzoek verder onder de loep wordt genomen luidt dan ook: ‘In hoeverre wordt de mate van vertrouwen onder burgers in de Tweede Kamer verklaard door de invloed van sociale media?’ Vanuit de media malaise theorie en het mobilisatie perspectief zijn een viertal hypotheses opgesteld. In deze hypothesen worden de verwachtingen over het effect van het soort doeleinde waarvoor een burger sociale media gebruikt op het vertrouwen dat de burger in de Tweede Kamer heeft uiteengezet. Deze doeleinden betreffen communicatieve, informatieve, culturele en politieke. Door middel van kwantitatieve dataverzameling en- en analyse worden de eerder genoemde vier hypotheses getoetst. Door middel van snowball sampling hebben 144 respondenten een enquête met elf vragen ingevuld. 112 enquêtes zijn correct en volledig ingevuld en zijn gebruikt in de meervoudige regressie-analyse. Naast de dummy-variabele ‘sociale media doeleinden’ zijn demografische controlevariabelen en andere controlevariabelen, waarvan verwacht wordt dat zij de uitkomst zouden kunnen beïnvloeden, toegevoegd. Uit deze meervoudige regressie-analyse is gebleken dat er geen significant effect aangetoond kan worden tussen het doeleinde waarvoor iemand sociale media gebruikt en het vertrouwen in de Tweede Kamer. De conclusie is daarom dat de mate van vertrouwen onder burgers in de Tweede Kamer kan niet verklaard worden door de invloed van sociale media. Er is echter wel gevonden dat bepaalde demografische variabelen, de controlevariabele ‘plaats op het politieke spectrum’ en de mediërende variabelen een betere voorspellende waarde hebben. Deze variabelen hebben, in vergelijking met het doeleinde waarvoor sociale media gebruik worden, meer invloed hebben op het vertrouwen in de Tweede Kamer. Beperkingen van dit onderzoek kunnen onder andere gevonden worden in de sampling methode en in de generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten. Zo zorgt de sampling methode voor een mogelijke sampling bias, vanwege het gegeven dat Facebookvrienden een grotere kans hebben gehad dan random- en niet-Facebookgebruikers om aan het onderzoek deel te nemen. Zo heeft bijna driekwart van de respondenten het vrouwelijk geslacht en enkel een kleine 30 procent het mannelijke geslacht. In vervolgonderzoek wordt daarom aangeraden om een andere sampling methode te gebruiken, om zo de sampling bias te verkleinen. Ook wordt een andere steekproefmethode in vervolgonderzoek aangeraden, om zo de generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten te vergroten.Show less
Vertrouwen in de journalistiek neemt af, mede door de opkomst van nieuwsconsumptie via sociale media. Transparantie wordt door velen gezien als de oplossing om het vertrouwen te herstellen. Dit...Show moreVertrouwen in de journalistiek neemt af, mede door de opkomst van nieuwsconsumptie via sociale media. Transparantie wordt door velen gezien als de oplossing om het vertrouwen te herstellen. Dit onderzoek voert een experiment uit in Nederland om te onderzoeken of transparantie daadwerkelijk het medicijn kan zijn tegen het dalende vertrouwen. Vertrouwen wordt, in dit geval, gemeten in geloofwaardigheid, het vertrouwen op microniveau. Het resultaat van een online experiment laat een klein positief, niet significant effect zien. De conclusie uit dit onderzoek luidt dan ook dat transparantie niet de oplossing is om het dalende vertrouwen in de journalistiek te herstellenShow less
Het voetbalmedialandschap is door de komst van sociale media en internet veranderd. Nieuwe mogelijkheden om media te produceren en publiceren hebben ervoor gezorgd dat traditionele mediapartijen...Show moreHet voetbalmedialandschap is door de komst van sociale media en internet veranderd. Nieuwe mogelijkheden om media te produceren en publiceren hebben ervoor gezorgd dat traditionele mediapartijen anders zijn gaan werken. Nieuwe actoren deden hun intrede, clubmedia hebben een belangrijke rol gekregen en de traditionele media hebben door nieuwe concurrentie een andere manier moeten vinden om zich te blijven onderscheiden. Door de steeds commerciëlere voetbalwereld, waarin voetballers, voetbalclubs en voetbalbonden sterke eigen kanalen hebben, is het voor de toekomst van de voetbaljournalistiek noodzakelijk dat onderzocht wordt hoe de verschillende partijen naast elkaar kunnen blijven bestaan. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Hoe percipiëren actoren uit het voetbalmedialandschap de high- choice media environment?’’ Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te geven in het veranderde voetbalmedialandschap, waarmee uiteindelijk ook bijgedragen kan worden aan de toekomstbestendigheid van de voetbalmedia. Om dit te onderzoeken is een gevarieerde groep experts uit de voetbalmedia, bestaande uit journalisten, sociale mediaredacteuren, persvoorlichters en hoofdredacteuren geïnterviewd. Uit de resultaten van de expertinterviews bleek dat de groeiende concurrentie, bestaande uit zowel clubmedia, snelle nieuwssites als sociale mediakanalen ervoor gezorgd hebben dat voetbaljournalisten op een andere manier zijn gaan werken. Door de komst van sociale media zijn sportorganisaties niet langer afhankelijk van traditionele mediapartijen. Persvoorlichters en clubmedia houden steeds vaker het monopoly op exclusieve informatie bij zichzelf. Om inkomsten te genereren, maar ook om de boodschap in eigen hand te houden, zonder kritische geluiden van onafhankelijke journalisten toe te laten die een ander belang dienen. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat journalistieke waarden minder vaak gerespecteerd worden en geruchten een belangrijker onderdeel zijn geworden van de berichtgeving. Traditionele voetbalmedia en voetbaljournalisten zijn zich meer gaan focussen op onderzoek, verdieping en duiding. Door de snelle mediawereld zijn zij zelden nog onderscheidend door nieuws als eerste te brengen. Eventueel vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de specifieke rol van – bijvoorbeeld – de eindredacteur in het voetbalmedialandschap. Ook kan dit onderzoek over enkele jaren opnieuw uitgevoerd worden. De mediawereld staat immers geen moment stil en ontwikkelt zich razendsnel met nieuwe technologieën, nieuwe actoren en nieuwe manieren waarop het publiek betrokken is bij de voetbalmedia.Show less
Nieuwsmedia plaatsen tegenwoordig hun nieuws op allerlei platformen. Onder andere op een eigen nieuwswebsite, en op sociale mediakanalen. Deze platformen verschillen in medialogica. Zo hebben ze...Show moreNieuwsmedia plaatsen tegenwoordig hun nieuws op allerlei platformen. Onder andere op een eigen nieuwswebsite, en op sociale mediakanalen. Deze platformen verschillen in medialogica. Zo hebben ze een verschillend publiek dat op een andere manier nieuws tot zich neemt, maar ook een andere interface waar nieuws anders op wordt gepresenteerd. Het is belangrijk om hiermee rekening te houden bij het plaatsen van nieuwsartikelen. Zo blijkt uit eerder onderzoek dat journalisten elementen van het nieuwsartikel aanpassen, zoals de titel en foto (Nijdam, 2019). Vormelijke en inhoudelijke aanpassingen doen bij het plaatsen van content van het ene naar het andere platform heet remediatie. In deze studie zijn deze zogenaamde remediatiestrategieën bestudeerd, aan de hand van een inhoudsanalyse van online nieuwsartikelen en Facebookposts van Nederlandse nieuwsmedia. Hierbij wordt er onderzocht of er een verschil is tussen de aanpak van regionale en nationale kranten. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat er over het algemeen vaker geen aanpassingen worden gedaan dan wel, bij het plaatsen van een artikel van de website naar de Facebookpagina. Ook zijn er een aantal trends te ontdekken in aanpassingen onder alle kranten. Een sterk verschil tussen regionale en nationale kranten werd niet gevonden. Wel verschilt de individuele aanpak van de nationale kranten vaker sterker van de rest. Zo is De Volkskrant de enige krant die vaker titels aanpast dan niet, terwijl het NRC juist het minst van alle kranten hun titels aanpast.Show less
Sociale media hebben vandaag de dag een grote rol in het digitale medialandschap. Hier spelen journalistieke redacties, net als andere bedrijven, op in, om bijvoorbeeld voor meer publieksbereik te...Show moreSociale media hebben vandaag de dag een grote rol in het digitale medialandschap. Hier spelen journalistieke redacties, net als andere bedrijven, op in, om bijvoorbeeld voor meer publieksbereik te zorgen. Hieruit is de nieuwe journalistieke functie als socialemediaredacteur voortgekomen: een redacteur die zich in een afzonderlijke functie bezighoudt met de taken en processen op en rondom de socialemediakanalen die een redactie in gebruik heeft. In dit verkennende onderzoek is een studie uitgevoerd naar deze nieuwe journalistieke job, om de (Nederlandse) socialemediaredacteur in kaart te brengen. Aan de hand van een theoretisch kader is de basis gelegd voor het onderzoek naar de socialemediaredacteur. Hierbij staan vijf thema’s centraal: de achtergrond van de socialemediaredacteur; redactioneel socialemediagebruik door de socialemediaredacteur; werkzaamheden van de socialemediaredacteur; strategieën en richtlijnen; en houdingen van de socialemediaredacteur. Met deze brede onderwerpen is een analyse uitgevoerd naar verschillende aspecten die relevant zijn in de functie als socialemediaredacteur, om een zo volledig mogelijke definitie te schetsen. De vijf thema’s vormen tevens de rode draad bij de diepte-interviews die in dit kwalitatieve onderzoek zijn gehouden met veertien socialemediaredacteuren van verschillende nieuwsredacties in Nederland. Deze veertien redacteuren representeren een divers medialandschap, waarbij redacteuren van krantenredacties, omroepen en online only-redacties, en van zowel landelijke als regionale redacties zijn geïnterviewd. Uit de uitgebreide data die in dit onderzoek zijn verzameld, komen betreffende de vijf centrale thema’s verschillende bevindingen naar voren. Zo gaat het om een relatief homogene groep, waarbij overeenkomsten zijn in leeftijd, opleidingsniveau en -richting, eerdere werkervaringen, en het korte tijdsbestek in de huidige functie. Wat betreft de socialemediakanalen, werkzaamheden, en strategieën en richtlijnen hebben de socialemediaredacteuren te maken met uiteenlopende onderwerpen en processen, waarbij deze thema’s vaak samenhang vertonen. Dit maakt de functie uitdagend; er is flexibiliteit, innovatie en expertise nodig om alle onderwerpen aan elkaar te knopen. Hoewel naar voren komt dat de functie in vergelijking met bijvoorbeeld journalisten die onderzoek doen of artikelen schrijven minder inhoudelijk is, zijn beslist bepaalde capaciteiten benodigd om de functie op niveau uit te kunnen voeren, welke bij traditionelere journalistieke vormen veelal niet of in mindere mate van belang zijn. Hier komt dan ook bij dat een ruime meerderheid van de respondenten positief tegenover de inzet van socialemediajournalistiek en de functie als socialemediaredacteur staat en het idee aanhangt dat dit van waarde is, waarbij de job onder andere voldoening geeft gezien het vernieuwende karakter en de kansen die deze biedt op het gebied van het genereren van bereik en groei voor de redactie.Show less
Het doel van dit exploratieve onderzoek was om erachter te komen of linkse en rechtse jongeren verschillen in hun tolerantie ten opzichte van haatspraak op sociale media. Daarom zijn een groep...Show moreHet doel van dit exploratieve onderzoek was om erachter te komen of linkse en rechtse jongeren verschillen in hun tolerantie ten opzichte van haatspraak op sociale media. Daarom zijn een groep rechtse en een groep linkse jongeren acht casussen van vermeende haatspraak op Facebook voorgelegd met de vraag of de moderatoren van de site het bericht zouden moeten verwijderen. Daaruit bleek dat de jongeren met een linkse politieke voorkeur significant vaker voor verwijdering kozen dan de jongeren met een rechtse politieke signatuur.Show less
Het aantal eenoudergezinnen in Japan is in de afgelopen decennia flink toegenomen. Alhoewel eenoudergezinnen het over het algemeen zwaar hebben, zijn er naast overeenkomsten ook verschillen op te...Show moreHet aantal eenoudergezinnen in Japan is in de afgelopen decennia flink toegenomen. Alhoewel eenoudergezinnen het over het algemeen zwaar hebben, zijn er naast overeenkomsten ook verschillen op te merken tussen alleenstaande moeders enerzijds en alleenstaande vaders anderzijds. Deze scriptie zal de focus leggen op de verschillen in de opvoeding van hun kinderen. De volgende aspecten staan daarbij centraal: tijd die ouders met hun kinderen besteden, educatie, en gezondheid.Show less
Deze masterscriptie onderzoekt de logos- en ethostechnieken die in kranten- en tijdschriftenartikelen, op klimaatsceptische blogs en in Facebookdiscussies worden ingezet in de discussie over het...Show moreDeze masterscriptie onderzoekt de logos- en ethostechnieken die in kranten- en tijdschriftenartikelen, op klimaatsceptische blogs en in Facebookdiscussies worden ingezet in de discussie over het idee dat klimaatopwarming een complot is. Hoe overtuigen journalisten en socialemediagebruikers het publiek van hun (on)geloof in een complot? Dat doen ze onder andere door gebruik te maken van de retorische overtuigingsmiddelen logos en ethos: respectievelijk de argumentatie en de indruk die die spreker op het publiek maakt. Het doel van dit onderzoek is het creëren van een overzicht van gehanteerde logos- en ethostechnieken. Het onderzochte corpus bestaat uit artikelen van De Groene Amsterdammer, de Volkskrant, De Telegraaf en Elsevier, blogs van Climategate en De staat van het klimaat en discussies op diverse Facebookpagina's. De onderzochte periode betreft de jaren 2012 tot 2017. De methode is een kwalitatieve inhoudsanalyse, wat betekent dat men op zoek gaat naar patronen en categorieën – niet naar de frequentie van de middelen. Uit het onderzoek is gebleken dat Donovans drie stijlen van (on)geloof – fervent geloof, voorwaardelijk geloof en debunking – in alle geanalayseerde eenheden voorkomen: in de krantenen tijdschriftenartikelen, in de (reacties op de) blogs en in de Facebookreacties. In de laatste categorie is er helemaal geen sprake van ervaringsgeloof, de extra categorie die Burger voorstelde in zijn proefschrift (2014). In de (reacties op de) blogs en in de Facebookreacties wordt ervaringsgeloof zelden geuit. Bij elke (on)geloofsstijl zijn verscheidene argumenten onderscheiden. Autoriteitsargumenten domineren de discussie. Waar debunking overheerst in de traditionele media en in de Facebookreacties, wordt er in de (reacties op de) blogs vooral fervent geloof geuit. Discussianten in de bladen, op de blogs en op Facebook verschillen sterk in de wijze waarop ze autoriteit claimen bij het onderbouwen van hun geloof. Terwijl de traditionele media zich vooral baseren op officiële claimsmakers, specificeren discussianten op Facebook hun beroep op autoriteit in veel gevallen niet. In reacties op de blogs worden veel gevestigde autoriteiten aangehaald, maar wordt er ook vaak verwezen naar de eigen autoriteit of de autoriteit van de blog zelf. Ethostechnieken worden zeer veel aangedragen, zowel door journalisten als door socialemediagebruikers. Dit zijn niet alleen technieken uit de categorie deskundigheid, maar ook uit de categorieën eerlijkheid en welwillendheid. Het model van Burger en Anemaet (2011) is voor een groot deel bruikbaar gebleken. In de bladen en op de blogs zijn alle twaalf technieken uit dit model terug te vinden, op Facebook maar zeven van de twaalf. Tot slot worden er op zowel het vernaculaire web als in de traditionele media extra ethostechnieken gebruikt, zoals het wantrouwen van andermans bronnen, het bagatelliseren van de autoriteit van de opponent en het verwijzen naar andermans cherry picking.Show less
Er zijn financiële problemen op redacties van Nederlandse kranten. Lezers vinden hun nieuws online en daarmee nemen de inkomsten van kranten af. Commerciële actoren krijgen hierdoor steeds meer...Show moreEr zijn financiële problemen op redacties van Nederlandse kranten. Lezers vinden hun nieuws online en daarmee nemen de inkomsten van kranten af. Commerciële actoren krijgen hierdoor steeds meer kans om invloed uit te oefenen op de inhoud van het nieuws. Om de onafhankelijkheid van deze redacties te beschermen, hebben veel kranten een redactiestatuut, waarin onder meer staat dat de directie geen invloed mag uitoefenen over zaken als de inhoud van de artikelen. Dit statuut blijkt echter niet altijd helemaal volledig, dus waarborgt het de journalistieke onafhankelijkheid dan nog wel genoeg?Show less