In huidig onderzoek, bestaande uit 126 jongens en 106 meisjes (N = 233, M = 5.76) uit het reguliere basisonderwijs, is onderzocht of de afzonderlijke aspecten van hun executieve functies (EF)...Show moreIn huidig onderzoek, bestaande uit 126 jongens en 106 meisjes (N = 233, M = 5.76) uit het reguliere basisonderwijs, is onderzocht of de afzonderlijke aspecten van hun executieve functies (EF) invloed hebben op hun sociale competenties. Er is gebruik gemaakt van de Behavioral Rating Inventory of Executive Function (BRIEF) om drie aspecten van de EF bij de kinderen te meten, gekozen is voor inhibitie, werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit. Voor het meten van sociale competentie is gebruik gemaakt van de Social Skills Rating System (SSRS) en de verkorte versie van de Sociaal Cognitieve Vaardigheden Test (SCVT). Vervolgens is gekeken, door middel van multipele regressies, of er sprake was van significante relaties tussen de aspecten van de EF en sociale competentie. Er bleek geen significante relatie te zijn tussen inhibitie en sociale cognitie, maar wel tussen inhibitie en sociaal gedrag (F (1, 193) = 51.04, p < .001). Voor flexibiliteit en sociale cognitie werd ook geen verband gevonden, net als voor werkgeheugen en sociale cognitie. De verbanden werden wel gevonden tussen flexibiliteit en sociaal gedrag (F (1, 193) = 45.31, p < 0.001) en tussen werkgeheugen en sociaal gedrag (F(1, 193) = 28.64, p < .001). De gevonden verbanden bij de SSRS bleken alle drie negatief te zijn: wanneer kinderen minder goed werkende EF hebben, is hun sociaal gedrag ook minder goed ontwikkeld. We kunnen met de gevonden gegevens concluderen dat de EF invloed hebben op het sociale gedrag van basisschoolleerlingen, maar niet op hun cognitie. Implicaties die met deze resultaten gegeven zouden kunnen worden is dat kinderen die gedragsproblemen vertonen in de klas niet alleen op het sociale aspect geholpen moeten worden, maar dat er ook gekeken moet worden naar hun executief functioneren omdat deze van invloed zijn op sociaal gedrag.Show less
Sociale vaardigheden spelen een grote rol in het leven en ouders spelen een grote rol in de ontwikkeling hiervan. In dit onderzoek is de invloed van verschillende ouderlijke eigenschappen op de...Show moreSociale vaardigheden spelen een grote rol in het leven en ouders spelen een grote rol in de ontwikkeling hiervan. In dit onderzoek is de invloed van verschillende ouderlijke eigenschappen op de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij jonge kinderen bestudeerd. Daarbij is eveneens onderzocht of verschillende risicofactoren, onder andere middelenmisbruik en psychopathologie, van invloed zijn op de moeder- en kindfactoren. De ouderlijke eigenschappen zijn ouderlijke warmte, ouderlijke vijandigheid, ouderlijke overbescherming en reflectief functioneren. De sociale vaardigheden zijn imiteren en delen. De steekproef bestond in totaal uit 42 moeders met een gemiddelde leeftijd van 22.1 jaar (SD = 2.63). De kinderen van deze moeders (56.8% meisjes) hadden een gemiddelde leeftijd van 20.0 maanden (SD = 0.84). Het reflectief functioneren is gemeten met behulp van het Pregnancy Interview (PI), het ouderlijk gedrag is gemeten met behulp van The Parental Cognitions and Conduct Toward the Infant Scale (PACOTIS) en de sociale vaardigheden zijn gemeten met behulp van de Visual Perspectives (VP) en het Autisme Diagnostisch Observatie Schema (ADOS). Dit onderzoek toont aan de hoeveelheid risicofactoren aanwezig bij moeder een negatieve invloed heeft op het reflectief functioneren van moeder en de sociale vaardigheid imiteren van het kind. Daarnaast is er geen relatie gevonden tussen het reflectief functioneren van moeder, ouderlijke gedragingen en de ontwikkeling van sociale vaardigheden van het kind. Meer onderzoek is nodig voor meer duidelijkheid over de invloed van risicofactoren.Show less
Autism is a pervasive developmental disorder, which causes qualitative impairments in various aspects of the social development. Pregnancy onset at a higher age of the mother and a higher exposure...Show moreAutism is a pervasive developmental disorder, which causes qualitative impairments in various aspects of the social development. Pregnancy onset at a higher age of the mother and a higher exposure to prenatal testosterone can have a negative association with the social development of children. However, it’s unknown if children develop even more negatively when both factors are present. This study focuses on the impact of both factors independently and the interaction of both factors on the social development of normally developed children. The impact of the age of pregnancy onset on the social development of children, was measured with the Social Responsiveness Scale in 245 mothers (M = 30.34, SD = 4.75) and their children (M = 3.46, SD = 0.51). Exposure to prenatal testosterone was studied with the 2D:4D ratio in a subsample of 47 mothers and children (M = 3.46, SD = 0.22). First the age of pregnancy onset of the mother was studied and second the exposure to prenatal testosterone. Third, the impact of both factors on the social development was studied in 46 three year old normally developed children. Results showed no significant effects for the age of pregnancy onset and only a negative tendency for prenatal testosterone exposure. Thereby, results showed an interaction effect with both factors present on the social development of children. We concluded that the social development in three year old normally developed children was more impaired when both factors were present. These insights bring more understanding to the impact of various prenatal factors on the social development in normally developed children.Show less
Doel Angststoornissen zijn een veelvoorkomend fenomeen. Zo heeft 19.6% van de Nederlanders ooit in zijn of haar leven te maken gehad met een angststoornis. Angst is van invloed op het dagelijks...Show moreDoel Angststoornissen zijn een veelvoorkomend fenomeen. Zo heeft 19.6% van de Nederlanders ooit in zijn of haar leven te maken gehad met een angststoornis. Angst is van invloed op het dagelijks functioneren, zo ook op dat van ouders. Ouderlijke angst blijkt invloed te hebben op het opvoedingsgedrag. Opvoedingstijl is van invloed op de ontwikkeling van het kind. Dit onderzoek heeft de relatie tussen ouderlijke angst en internaliserende problematiek bij het kind en sociale ontwikkeling bij het kind onderzocht. Bovendien is onderzocht of geslacht en modererend effect heeft op de relatie tussen ouderlijke angst en internaliserende problemen, respectievelijk sociale ontwikkeling. Methode De steekproef bestond uit 265 ouders met een kind van drie jaar (126 jongens, 138 meisjes). Ouders hebben vragenlijsten ingevuld, namelijk de Zelf Beoordelings Vragenlijst, de Social Responsiveness Scale en de Strenghts and Difficulties Questionnaire. Resultaten Correlatieanalyses lieten zien dat naarmate de angst bij de ouder toenam, het kind significant meer internaliserende problematiek en meer beperkingen in sociale ontwikkeling had. Echter, deze correlaties waren wel matig. De ANCOVA toonde net als de correlatieanalyses een hoofd-effect voor ouderlijke angst en sociale ontwikkeling en voor ouderlijke angst en internaliserende problematiek bij het kind. Bovendien is een interactie-effect gevonden voor ouderlijke angst en geslacht op de sociale ontwikkeling van het kind. Voor jongens bleek er een sterkere correlatie te zijn tussen ouderlijke angst en sociale ontwikkeling dan voor meisjes. Dit interactie-effect werd niet gevonden voor ouderlijke angst en geslacht op internaliserende problematiek. Conclusie en Discussie Al op driejarige leeftijd blijkt er een positieve relatie te zijn tussen ouderlijke angst enerzijds en sociale ontwikkeling en internaliserende problematiek bij het kind anderzijds. Het is van belang dat ouderlijke angst de ontwikkeling van het kind niet verder beinvloed in de ontwikkeling. Eventueel kan een interventie worden opgestart waarbij ouders leren om te gaan met hun angsten.Show less