In this thesis I examine the future of Artificial Intelligence at work. My goal is to investigate whether the replacement of human labor is imminent and whether the use of AI is a source of...Show moreIn this thesis I examine the future of Artificial Intelligence at work. My goal is to investigate whether the replacement of human labor is imminent and whether the use of AI is a source of celebration or worry for labor. I first present some of the hopes and fears around fully-automated, labor-replacing AI technology. I then argue that any predictions are best-situated within the historical and material parameters of value and profit. I aspire to examine how these relate to human-labor, set the pace and shape the limits of the use of AI and labor-replacement. I conclude this thesis by investigating whether it is possible for AI to dominate production within the current economic framework, or not.Show less
Een vergelijkend historisch onderzoek over de Nederlandse spoorwegstaking van 1903 en de Belgische algemene staking van 1902. De rol van de sociaaldemocratische partijen binnen deze...Show moreEen vergelijkend historisch onderzoek over de Nederlandse spoorwegstaking van 1903 en de Belgische algemene staking van 1902. De rol van de sociaaldemocratische partijen binnen deze stakingsbewegingen staat in deze scriptie centraal. De factoren die het gedrag van de sociaaldemocratische partijen verklaren worden in de scriptie uiteengezet.Show less
This paper looks at the PvdA and the Dutch labour unions'response to the immigration flows of the 1960s and 1970s. How did the PvdA and the labour unions accommodate these new groups of immigrants...Show moreThis paper looks at the PvdA and the Dutch labour unions'response to the immigration flows of the 1960s and 1970s. How did the PvdA and the labour unions accommodate these new groups of immigrants into their policies.Show less
Hugo Chavez Frías’ virulent discourse has until his death fed the appetite of media, politicians and academics. Mostly known for his social and anti-imperialist program as well as the success of...Show moreHugo Chavez Frías’ virulent discourse has until his death fed the appetite of media, politicians and academics. Mostly known for his social and anti-imperialist program as well as the success of his leftist movement across the Latin American region, the former Venezuelan President has also attracted attention with his denunciation of the Bush administration, the neoliberal system, and more generally the United States’ foreign policy. Publicly shaming the American government for the invasion, bombing, and killing of thousands of civilians in Afghanistan and Iraq at the 2006 United Nations Assembly, there were no doubts for the international community that Chavez’s anti-imperialist ideology had definitely shifted into an anti-American one following the 9/11 attacks and the launching of the War on Terror. That popular thinking was however challenged in the last decade by academics who passionately debated on the origins of Chavez’s anti-Americanism, some advocating a definite shift -yet unrelated to the events of 9/11, others defending the linearity of his discourse. For years, three theories have thus evolved around the figure of Hugo Chavez and the nature of his discourse. With the support of a strong theoretical framework, historical reflection and Political Discourse Analysis, this thesis ultimately aims to solve this discussion.Show less
Aan de hand van het leven van de sociaaldemocraat en later communist Wijtze Nutters is onderzocht welke positie de wereldhulptaal Esperanto innam in de arbeidersbeweging. Nutters stierf in 1926 en...Show moreAan de hand van het leven van de sociaaldemocraat en later communist Wijtze Nutters is onderzocht welke positie de wereldhulptaal Esperanto innam in de arbeidersbeweging. Nutters stierf in 1926 en zijn bedragen zijn voornamelijk in de jaren tien, nog voordat de internationale organisatie Sennacieca Asocio Tutmonda de hoofdrol in de historiografie omtrent het arbeidersesperantisme gaat spelen en voordat de Nederlandse Federacio de Laboristaj Esperantistoj haar hoogtijdagen kent. Alhoewel organisatiegeschiedenis de norm is in de Esperanto-historiografie heeft dit onderzoek juist geprobeerd te ontdekken wat er buiten deze organisaties plaatsvond.Show less
A comparison between the feminist movements of the French Revolution and the French Revolution of 1848, focused on the ideological and historical context that shaped both movements and on the...Show moreA comparison between the feminist movements of the French Revolution and the French Revolution of 1848, focused on the ideological and historical context that shaped both movements and on the actions taken by the feminists of both revolutions.Show less
In this thesis, I demonstrate the influence of the events of the Paris Commune on the ideological and personal conflict between Karl Marx and Mikhail Bakunin within the First International. In...Show moreIn this thesis, I demonstrate the influence of the events of the Paris Commune on the ideological and personal conflict between Karl Marx and Mikhail Bakunin within the First International. In their writings, both Marx and Bakunin depicted the Commune as a historical phenomenon that confirmed their own ideas about socialist revolution. To Marx, the Commune figured as an example of a strong, central workers’ government. To Bakunin, the Parisians’ insurrection was initially an anarchist revolution, until Jacobins took over control and tried to organize Paris politically, thereby denying its anarchist origins. These conflicting interpretations of the Commune intensified the ideological and personal rivalry between the Marxist and Bakuninist factions inside the First International. Marx and the General Council increasingly acted authoritarian while the Bakuninists openly defied their legitimacy. In this strife, both factions claimed the Paris Commune on their side. Finally, at the congress in The Hague in September 1872, the Marxists enforced their doctrines of political action and enhanced powers of the General Council, and overcame the Bakuninist minority by expelling its spiritual leaders, including Bakunin.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
Eind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan...Show moreEind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan als haar eigen partijprogramma en spiegelde zich bewust aan de succesvolle Duitse partijorganisatie. In de jaren die volgden werden zowel de ideologische basis als het repertoire van de SDV en de SDB (1881) uitgebreid onder invloed van het uit Duitsland afkomstige sociaaldemocratische drukwerk, de door de SAPD-Rijksdagfractie ondernomen propagandatochten en de persoonlijke contacten tussen Duitsers en Nederlanders. Daarbij wonnen de Duitse ideologie en praktijk aan autoriteit door de grote praktische successen die de SAPD behaalde bij de verkiezingen en door de manier waarop zij zich in haar activiteiten wist te onttrekken aan de controle van de reactionaire Bismarckstaat. In 1883 was het Nederlandse socialisme voldoende ontwikkeld om een rol van betekenis te spelen in de Nederlandse context. De in het buitenland verworven theoretische en praktische kennis werd binnen de Nederlandse politieke cultuur toe- en aangepast. Het groeiende zelfbewustzijn van de SDB-leden en de noodzaak de buitenlandse voorbeelden aan de eigen politieke cultuur aan te passen, maakten tegelijkertijd dat de SDB een kritischer houding aannam tegenover zijn zusterorganisaties in het buitenland. De Nederlandse socialistenleider Ferdinand Domela Nieuwenhuis ontwikkelde zich daarbij tot de grootste criticus van de parlementaire tactiek van de Duitse sociaaldemocraten. Hij ging de SDB voor op weg naar het anarchisme. Voor de partijleden die het parlementarisme en het verkiezingswapen niet geheel wensten op te geven, was er geen plaats meer binnen de partij. Hen restte geen andere mogelijkheid dan zich van de SDB af te keren en een eigen sociaaldemocratische partij op te richten: de SDAP. De SDAP vertoonde zowel in haar structuur als in haar ideologische beginselen grote gelijkenis met de SPD. Deze overeenkomsten waren een gevolg van de zwakke positie die de nieuwe partij innam in het ‘vijandige’ Nederlands-socialistische klimaat: de SDAP had een sterke bondgenoot nodig die haar ideologisch en financieel kon steunen. De Nederlandse sociaal-democraten onderschreven weliswaar het Erfurter Programm, maar in de praktijk bood de Nederlandse versie van dit programma de jonge partij vooral een rechtvaardiging naar de buitenwereld. Door de financiële steun van Bahlmann en de SPD kon deze rechtvaardiging bovendien via de sociaaldemocratische pers worden uitgedragen. Uit deze ontwikkeling van het Nederlandse socialisme blijkt dat de Duitse sociaaldemocratie via zowel positieve als negatieve transferprocessen heeft bijgedragen aan de oprichting van de SDAP en dat zij de Nederlandse partij door de eerste moeilijke periode heen heeft geholpen. De Duitse sociaaldemocratie heeft de oprichting van de SDAP echter niet veroorzaakt. De Nederlandse ontwikkelingen werden begin jaren 1890 te sterk gestuurd door de nationale omstandigheden en door de sterke karaktereigenschappen van in Nederland opererende persoonlijkheden als Domela. De oprichting van de SDAP op 26 augustus 1894 was evenzeer het gevolg van een keuze tegen Domela, als van een keuze voor het parlementarisme.Show less