Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Stichting Stunt. De aanleiding hiervoor was het achterblijven van de taalontwikkeling van statushouders, ondanks de taalondersteuning die zij krijgen....Show moreDit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Stichting Stunt. De aanleiding hiervoor was het achterblijven van de taalontwikkeling van statushouders, ondanks de taalondersteuning die zij krijgen. Volgens de professionals bij Stichting Stunt is het hoofd van de statushouders vaak te vol om de Nederlandse taal aan te leren, naast de dagelijkse activiteiten die ze doen. Hieruit volgt de hoofdvraag: “In hoeverre spelen stress, motivatie en culturele aspecten een rol in het leren van de Nederlandse taal bij statushouders uit Afrika en het Midden-Oosten?” Binnen het onderzoek is een literatuurstudie en etnografie uitgevoerd. De etnografie is bij Stichting Stunt uitgevoerd door middel van een participerende observatie en gesprekken met de statushouders en werknemers van Stichting Stunt. Uit de resultaten is gebleken dat er mogelijk sprake is van een duidelijke wisselwerking tussen culturele aspecten, motivatie en stress. Het opleidingsniveau en de vaardigheden van de statushouders lijken een rol te spelen in het leren van een nieuwe taal. Religie als culturele factor wordt weinig verbonden met het leren van een nieuwe taal. Uitdagingen zoals culturele verschillen en gezondheidsproblemen hangen mogelijk samen met de motivatie en stress. Verder kan stress worden veroorzaakt door privéomstandigheden en de uitdagingen van het leerproces. Uit deze gegevens is gebleken dat het aanpassen van de taallessen naar de leefomgeving van de statushouders het meest efficiënt kan werken. Dit kan resulteren in meer betrokkenheid bij de lessen en zo kan de Nederlandse taal ook effectief gebruikt worden in de werkplaatsen.Show less