Deze scriptie biedt vanuit de taalbeheersing een nieuw perspectief op voedingsadvies en het dieetdiscours. De scriptie brengt het dieetboek als communicatief activiteitstype in kaart, en beschrijft...Show moreDeze scriptie biedt vanuit de taalbeheersing een nieuw perspectief op voedingsadvies en het dieetdiscours. De scriptie brengt het dieetboek als communicatief activiteitstype in kaart, en beschrijft vervolgens een verzameling argumentatieve patronen uit dieetboek ‘De voedselzandloper’ (Verbrugh, 2012) die prototypisch zijn voor dit type communicatieve activiteit. De patronen worden verklaard aan de hand van de uitgebreide pragma-dialectiek (of de theorie van strategisch manoeuvreren). Onder andere probleemoplossende argumentatie, voorbeeldargumentatie, expertiseargumentatie (the argument of expert opinion), cirkelredeneringen en ethos komen hierbij aan bod.Show less
Een kwalitatieve analyse van 50 online petities om de argumentatieve stijl van deze teksten te analyseren en tevens deze nieuwe benadering binnen de pragma-dialectiek onder de loep te leggen.
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie wordt onderzocht hoe mensen met een positief evaluatief standpunt jegens zaken die gezien de milieuproblemen als controversieel kunnen worden gezien hun standpunt verdedigen....Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht hoe mensen met een positief evaluatief standpunt jegens zaken die gezien de milieuproblemen als controversieel kunnen worden gezien hun standpunt verdedigen. Hierbij worden discussies geanalyseerd waarin het nieuwe woorddeel -schaamte (als in vliegschaamte, vleesschaamte) wordt gebruikt. De uitingen van de discussianten worden bestudeerd op de manier hoe zij beleefdheidsstrategieën gebruiken om strategisch te manoeuvreren.Show less
Deze scriptie vormt een aanzet tot systematisering van strategisch manoeuvres, waarbij het aspect van presentatiemiddelen centraal staat. In de presentatie van argumentatie kan strategisch worden...Show moreDeze scriptie vormt een aanzet tot systematisering van strategisch manoeuvres, waarbij het aspect van presentatiemiddelen centraal staat. In de presentatie van argumentatie kan strategisch worden gemanoeuvreerd door een argument op de meest gunstige wijze weer te geven. De schrijver maakt dan een keuze uit de stilistische mogelijkheden, daarmee wordt de inhoud van het argument gepositioneerd. Om stilistische middelen op een systematische wijze weer te geven wordt de checklist toegepast die door Ninke Stukker en Arie Verhagen is ontwikkeld. Deze checklist maakt gebruik van vier categorieën op verschillende tekstuele niveaus, zodat alle stilistische middelen weergegeven worden. In dit onderzoek worden de stilistische middelen weergegeven die aangetroffen zijn in argumenten die de discussieregels hebben overtreden. Deze keuze is gemaakt omdat de verwachting is dat stilistische middelen een rol kunnen spelen in de weergave van ontspoorde argumenten. Het gebruik van de checklist is een goed instrument om op systematische wijze stilistische middelen op te sporen, het heeft geholpen om een overzicht weer te geven van de ingezette stilistische middelen per categorie. De systematische weergave van de stilistische middelen laat zien welke middelen een rol spelen in de verdoezeling van drogredenen. Op deze wijze wordt getracht de argumentatie redelijk te laten lijken. Door de analyse van meerdere wervingsteksten is gebleken dat niet alle stilistische middelen altijd bijdragen aan de verdoezeling van uit balans geraakte strategische manoeuvres. Dit geeft reden tot vervolgonderzoek naar de wijze waarop stilistische middelen ingezet worden in deugdelijke argumentatie. Dit onderzoek biedt enkel een systematische analysemethode voor één van de drie aspecten van strategisch manoeuvreren.Show less
In dit onderzoek wordt de vraag gesteld wat de anafoor en het parallellisme voor invloed hebben op de redelijkheid en effectiviteit van strategische manoeuvres in de argumentatiefase van een...Show moreIn dit onderzoek wordt de vraag gesteld wat de anafoor en het parallellisme voor invloed hebben op de redelijkheid en effectiviteit van strategische manoeuvres in de argumentatiefase van een kritische discussie. Deze vraag sluit aan bij een onderzoekstraditie binnen de pragma-dialectische argumentatietheorie waarin strategisch manoeuvreren met presentationele middelen het uitgangspunt vormt (bijvoorbeeld: Houtlosser & Van Eemeren, 2000; Snoeck Henkemans, 2008; Van Poppel, 2016; Jansen, 2017; Snoeck Henkemans, 2017). Met de resultaten is er een argumentatieve dimensie toegevoegd aan de kennis over de anafoor en het parallellisme. Op basis van theoretisch-analytisch onderzoek is eerst een stipulatieve definitie opgesteld van de anafoor en het parallellisme. Uit dit deel blijkt dat tegelijkertijd onderzoeken van de anafoor en het parallellisme gerechtvaardigd kan worden door het feit dat er een benaming is voor situaties waarin beide stijlfiguren samenkomen: verbaal parallellisme (Leech, 1969, p.79). Met het theoretisch-analytische onderzoek is er ook een overzicht gemaakt van de verschillende functies die de anafoor en het parallellisme kunnen vervullen. De functies van de stijlfiguren vormden het uitgangspunt van het conceptueel-analytische onderzoek dat is uitgevoerd om te beoordelen wat de invloed van de anafoor en het parallellisme is op strategische manoeuvres. Dit is in kaart gebracht met behulp van voorbeelden uit de politieke praktijk. Naar aanleiding van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat de anafoor en het parallellisme voornamelijk van invloed zijn op de effectiviteit van argumentatie. Gunstig voor de discussiant zijn de mogelijkheden om argumentatie met de stijlfiguren te verduidelijken en om de kans op kritische vragen te verkleinen. De stijlfiguren blijken daarnaast een minder gunstige invloed te kunnen hebben op argumentatie, omdat zij er ook voor kunnen zorgen dat de argumentatie overdreven of juist eentonig overkomt, waardoor de effectiviteit van een strategische manoeuvre wordt verminderd. De invloed op de redelijkheid in een strategische manoeuvre is nihil. De anafoor en het parallellisme kunnen in sommige gevallen overduidelijk in overeenstemming zijn met de taalgebruiksregel, maar de stijlfiguren zijn niet in staat onredelijke argumentatie redelijk te maken en vice versa.Show less
In deze scriptie is met behulp van de uitgebreide pragma-dialectische argumentatietheorie geanalyseerd hoe een adverteerder in positief en negatief geframede advertenties voor goede doelen kan...Show moreIn deze scriptie is met behulp van de uitgebreide pragma-dialectische argumentatietheorie geanalyseerd hoe een adverteerder in positief en negatief geframede advertenties voor goede doelen kan manoeuvreren met intensiveerders als pathos-opwekkend middel.Show less
In deze masterscriptie staat een vergelijkend onderzoek naar het strategisch manoeuvreren in Britse en Nederlandse adviserende gezondheidsbrochures centraal. De basis voor dit onderzoek is gelegd...Show moreIn deze masterscriptie staat een vergelijkend onderzoek naar het strategisch manoeuvreren in Britse en Nederlandse adviserende gezondheidsbrochures centraal. De basis voor dit onderzoek is gelegd in het onderzoek van Van Poppel (2013). Van Poppel (2013) betoogt waarom schrijvers van gezondheidsbrochures pragmatische argumenten zullen moeten gebruiken en hoe de verschillende typen van pragmatische argumentatie bijdragen aan de overtuigingskracht. Aan de hand van een casestudy heeft Van Poppel de retorische voordelen onderzocht van strategische keuzes in de Britse gezondheidsbrochure over Humaan Papillomavirus (HPV). De conclusies van Van Poppel gelden alleen voor Britse brochures. Daarom worden er in deze masterscriptie Nederlandse onderzocht. In het bijzonder worden zes Nederlandse adviserende gezondheidsbrochures vergeleken met deze Britse brochure over HPV.Show less
De populistische variant van het argumentum ad populum kan beschreven worden als het opvoeren van een groot aantal meningen in een bepaalde referentiegroep als autoriteit ter verdediging van een...Show moreDe populistische variant van het argumentum ad populum kan beschreven worden als het opvoeren van een groot aantal meningen in een bepaalde referentiegroep als autoriteit ter verdediging van een standpunt. Dit argument komt in de argumentatieve praktijk veelvuldig voor, vooral in het communicatieve domein van de politiek. Deze scriptie richt zich op de mogelijkheden en het gebruik van talige middelen in de presentatie van het argumentum ad populum. Hiertoe is zowel een theoretisch-analytisch als een corpusonderzoek naar de populistische variant van ad populum-argumentatie beschreven, dat uit drie onderdelen bestaat: (1) een theoretische afbakening van het argument, (2) een inventarisatie van talige presentatiemogelijkheden van het argument in de argumentatieve praktijk en een analyse van het strategisch potentieel van deze mogelijkheden, en (3) een corpusonderzoek naar de presentatie van het argumentum ad populum door Geert Wilders. Opvallende talige kenmerken waarmee een discussianten zijn ad populum-argumentatie strategisch kan presenteren zijn een perspectiverend werkwoord en de representaties van aantallen. In een corpusonderzoek is het gebruik van het argumentum ad populum door de populistische politicus Geert Wilders tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) van 2004 tot en met 2016 geanalyseerd en ter vergelijking een corpus van bijdragen van de eveneens populistische politicus Henk Krol aan de APB van 2012 tot en met 2016. Uit een kwantitatieve analyse naar verschillende presentationele kenmerken komt naar voren dat de keuzes die Wilders significant vaker maakt dan Krol passen binnen een strategie die overeenkomt met de doelen van zijn populistische politieke stijl, waarbij het verwijzen naar en identificeren met de kiezer voorop staat. Deze keuzes die hij maakt in de presentatie van zijn argumentatie appelleren namelijk aan contextafhankelijke normen en conventies van een democratische rechtsstaat die ervoor zorgen ervoor dat politici een verantwoordelijkheid hebben om de inwoners van het land te vertegenwoordigen.Show less
In deze scriptie is onderzocht welke aanpassingen er gedaan kunnen worden aan het publiek door middel van strategisch manoeuvreren in medische advertenties gericht op artsen of consumenten....Show moreIn deze scriptie is onderzocht welke aanpassingen er gedaan kunnen worden aan het publiek door middel van strategisch manoeuvreren in medische advertenties gericht op artsen of consumenten. Allereerst is er een beschrijving gegeven van beide communicatieve actietypes en vervolgens zijn enkele voorbeelden van beide advertentiesoorten geanalyseerd op het gebruik van strategische manoeuvres waarbij aanpassingen zijn gedaan aan het publiek.Show less
In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar strategisch manoeuvreren in een politieke apologie. Er wordt beargumenteerd dat de uitgebreide pragma-dialectische argumentatietheorie van Frans van...Show moreIn deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar strategisch manoeuvreren in een politieke apologie. Er wordt beargumenteerd dat de uitgebreide pragma-dialectische argumentatietheorie van Frans van Eemeren (2010) kan worden uitgebreid met het actietype de politieke apologie. De politieke apologie wordt gedefinieerd als een verdedigingsrede van een politicus, nadat een privéaangelegenheid een politiek schandaal is geworden. Vervolgens wordt een theoretische beschrijving gegeven van de mogelijkheden en beperkingen tot strategisch manoeuvreren binnen dit actietype. Deze theoretische beschrijving wordt ondersteund met 6 praktijkvoorbeelden, ofwel casestudies. De casestudies betreffen politieke apologieën van 6 Nederlandse politici: Matthijs Huizing (VVD), Onno Hoes (VVD), Jack de Vries (CDA), Diederik Samsom (PvdA), Hero Brinkman (PVV) en Rob Oudkerk (PvdA).Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In dit onderzoek benader ik met behulp van de theorie over gedragsbeïnvloeding en de pragmadialectische argumentatietheorie de NIX18-campagne van de overheid. Met de NIX18-campagne beoogt de...Show moreIn dit onderzoek benader ik met behulp van de theorie over gedragsbeïnvloeding en de pragmadialectische argumentatietheorie de NIX18-campagne van de overheid. Met de NIX18-campagne beoogt de overheid een nieuwe sociale norm omtrent alcoholgebruik onder de achttien jaar te vestigen en te versterken. Het standpunt dat in de NIX18-campagna naar voren wordt gebracht, luidt ‘Je moet niet roken en drinken voor je achttiende’. Het standpunt wordt ondersteund door verhalen van bekende Nederlanders; er wordt dus autoriteitsargumentatie gebruikt om het standpunt kracht bij te zetten. Het doel van dit onderzoek is om te bepalen op welke wijzen deze verschillende autoriteitsargumenten bij kunnen dragen aan het overtuigen van de jonge doelgroep. De onderzoeksvraag die in deze scriptie centraal staat, luidt: ‘Op welke wijzen kan autoriteitsargumentatie bijdragen aan het overtuigen van de jonge doelgroep van de NIX18-campagne van de overheid?’. Aan de hand van een analyse en reconstructie van de autoriteitsargumentatie in deze campagne zal ik de effectiviteit van de keuze voor deze argumentatie proberen te verklaren. In de analyses van mijn corpus beschrijf ik per autoriteitsargument in hoeverre het imago van de bekende Nederlander bij het te verdedigen standpunt past. Hij of zij heeft wellicht een voorbeeldfunctie voor jongeren of is een ervaringsdeskundige op het gebied van alcoholgebruik. Ten tweede reconstrueer ik per autoriteitsargument het bijbehorende argumentatieschema en vervolgens geef ik aan hoe de drie aspecten van strategisch manoeuvreren naar voren komen in het autoriteitsargument. Door strategisch te manoeuvreren, balanceren de campagnemakers tussen het retorische en het dialectische doel zoals die in de pragmadialectische argumentatietheorie naar voren komen. Strategisch manoeuvreren valt uiteen in drie aspecten die met elkaar in overeenstemming moeten worden gebracht: selectie uit het topisch potentieel, aanpassing aan het publiek en effectief inzetten van presentatiemiddelen. Uit de analyse van strategisch manoeuvreren in de NIX18-campagne blijkt ten eerste dat de makers van de campagne met behulp van het autoriteitsargument hun doelgroep ervan willen overtuigen dat ‘Je niet moet roken en drinken voor je achttiende’ (selectie uit het topisch potentieel). Daarnaast proberen zij gemeenschappelijkheid te bereiken door hun standpunt te ondersteunen met de uitspraken van een beroemdheid en door de formulering van de boodschap af te stemmen op de jonge doelgroep. De autoriteiten die in de NIX18-campagne worden opgevoerd zijn bekende Nederlanders die het goede voorbeeld geven of gewenst gedrag voorschrijven. De doelgroep van de NIX18-campagne baseert zich tijdens de verwerking van de boodschap op bronkenmerken. Ten slotte maken de autoriteiten gebruik van verschillende stilistische middelen, waaronder de directe aanspreking en de apostrofe.Show less
Elke taaluiting is in zekere zin argumentatief, omdat het een omschrijving is van de werkelijkheid en de werkelijkheid op oneindig veel manieren beschreven kan worden. De spreker/schrijver kiest...Show moreElke taaluiting is in zekere zin argumentatief, omdat het een omschrijving is van de werkelijkheid en de werkelijkheid op oneindig veel manieren beschreven kan worden. De spreker/schrijver kiest één mogelijke formulering en dat doet hij altijd met een bepaald (soms onbewust) doel. Verschillende formuleringen hebben verschillende effecten en sturen de luisteraar/lezer verschillende kanten op, in de richting van andere conclusies. Het bewust inzetten van taal om iemand anders te overtuigen wordt argumentatie genoemd. Argumentatie wordt volgens de pragma-dialectiek gebruikt in discussies om twee doelen na te streven, een dialectisch doel, gericht op redelijkheid, en een retorisch doel, gericht op effectiviteit. Een discussiant wil immers niet alleen een discussie op een redelijke manier oplossen, maar ook de discussie winnen. Tussen deze twee doelen wordt strategisch gemanoeuvreerd, er wordt gebalanceerd tussen redelijkheid en effectiviteit. Is een argumentatieve zet te redelijk, dan is hij niet effectief. Is een argumentatieve zet te effectief, dan is hij niet redelijk en begaat de discussiant een drogreden. In dit onderzoek staan twee case studies centraal. Het betreft een commercial van Heineken, waarin de hoofdpersoon (legendary hero) door weinig te drinken met een bekende DJ de zonsopkomst mag bekijken en een folder van Gall & Gall, waarin met ‘nuchtere feiten’ verantwoord alcoholgebruik wordt gestimuleerd. Deze uitingen zijn opvallend, want ze pleiten voor een beperking van alcoholconsumptie, maar hier hebben de producenten/verkopers als commerciële instellingen geen baat bij. De uitingen botsen met het principe dat promotionele uitingen van commerciële instellingen gericht zijn op de verkoop van het product. Daarom heb ik onderzocht op welke manier de bedrijven proberen om deze uitingen toch effectief te laten bijdragen aan hun retorisch doel, ervan uitgaande dat een commerciële instelling altijd het commerciële belang zal willen nastreven. Heineken manoeuvreert strategisch door het expliciete standpunt naar voren te brengen als eigenlijke standpunt, terwijl dat het niet is. ‘Sunrise belongs to moderate drinkers’, is een argument voor het standpunt: koop Heineken. De manoeuvres die Heineken maakt zijn veelal ontspoord. Onder andere doordat alleen de legendary hero Heineken drink en alleen hij seksueel succes heeft. Ook Gall & Gall blijkt uiteindelijk een ander standpunt te beargumenteren dan de folder doet geloven. De argumenten die worden gegeven voor het standpunt ‘drink niet te veel’, zijn non-argumentatie of zwak. Daarnaast lijken ze een ander standpunt in de folder te verdedigen, namelijk: koop sterke drank bij Gall & Gall. In de commerciële uitingen zonder expliciet verkoopdoel wordt gestreefd naar effectiviteit door het impliciete standpunt te verbergen, maar wel te beargumenteren door middel van strategische manoeuvres. Een pragma-dialectische analyse kan aan het licht brengen hoe ondanks het vermeende consultatiedoel toch een promotiedoel wordt nagestreefd.Show less