De scriptie gaat over het onderzoek naar de beheersing van de Nederlandse grammatica van een Nederlands-Vietnamees kind in vergelijking met de eentalige en tweetalige kinderen uit het onderzoek van...Show moreDe scriptie gaat over het onderzoek naar de beheersing van de Nederlandse grammatica van een Nederlands-Vietnamees kind in vergelijking met de eentalige en tweetalige kinderen uit het onderzoek van Blom (2010). Uit zowel het onderzoek van Blom (2010) als het mijne blijkt dat tweetalige kinderen met een geringere blootstelling aan het Nederlands meer moeite hebben dan eentaligen met het verwerven van de relatie tussen de finietheid en de realisatie van het onderwerp.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar begrijpend lezen bij Nederlandse en tweede generatie Turks-Nederlandse kinderen en volwassenen om meer inzicht te krijgen in de cognitieve vaardigheden tijdens het...Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar begrijpend lezen bij Nederlandse en tweede generatie Turks-Nederlandse kinderen en volwassenen om meer inzicht te krijgen in de cognitieve vaardigheden tijdens het lezen voor begrip. Dit onderzoek is gedaan bij 12 Turks-Nederlandse kinderen, 13 Turks-Nederlandse volwassenen, 23 Nederlandse kinderen en 21 Nederlandse volwassenen wonend in Nederland. Er is gebruik gemaakt van verhalen die voorgelezen moesten worden met irrelevante (te negeren) woorden erin. Daarna volgde een RAT taak om te testen of de irrelevante woorden geprimed waren (target woorden) en er waren ter vergelijking woorden die niet in de tekst voorkwamen (filler woorden). Uit de resultaten komt naar voren dat Nederlandse kinderen meer target woorden dan filler woorden goed hebben, bij Turks-Nederlandse kinderen werd geen verschil gevonden tussen de target en de filler woorden. De Turks-Nederlandse volwassenen hadden meer target woorden goed dan filler woorden, bij de Nederlandse participanten was dit niet het geval. Turks-Nederlandse kinderen en Nederlandse volwassenen volgen een soortgelijk patroon. Een ander resultaat van dit onderzoek is dat Turks-Nederlandse volwassenen en Nederlandse kinderen op elkaar lijken. Vervolgonderzoek is nodig om de effecten van woordenschat hierin te kunnen onderzoeken en om meer te weten te komen over meertaligheid en het effect hiervan op het cognitieve vermogen.Show less
Het onderzoeken van de mogelijke verschillen tussen een- en tweetalige leerlingen wat betreft werkgeheugen en begrijpend lezen is het doel van dit onderzoek. Als begrijpend leestaak is de Es-cue...Show moreHet onderzoeken van de mogelijke verschillen tussen een- en tweetalige leerlingen wat betreft werkgeheugen en begrijpend lezen is het doel van dit onderzoek. Als begrijpend leestaak is de Es-cue taak gebruikt. Dit is een taak met samengestelde zinnen verbonden met één van de volgende drie voegwoorden: ‘terwijl’ (als controleconditie), ‘voordat’ of ‘nadat’. Als werkgeheugentaken zijn de Sentence Span task (gebaseerd op Daneman & Carpenter, 1980) en Mental Counters (gebaseerd op Larson, Merrit, & Williams, 1988) ingezet. De verwachting was dat tweetalige leerlingen een voordeel zouden hebben en dat dit naar voren zou komen uit betere scores op de werkgeheugentaken (Bailystok, 2001). Het onderzoek is uitgevoerd met de data van 39 leerlingen uit de groepen acht van twee basisscholen in West- Nederland. Op de Es-cue is een verschil gevonden tussen de groepen bij het voegwoord ‘voordat’. De eentaligen scoorden beter wanneer het voegwoord tussen de hoofd- en bijzin staat en de tweetaligen bij de positie vooraan de zin. Uit de werkgeheugendata komt naar voren dat er tegen de verwachting in op één taak een significant beter resultaat is behaald door de eentalige leerlingen. Mogelijk speelt bij dit tegengestelde resultaat van de werkgeheugentaak de mate van tweetaligheid mee. Een andere mogelijke verklaring zou een verschil wat betreft sociaal economische status kunnen zijn. Hier is echter niet op gecontroleerd. Wel is vooraf bekeken of andere achtergrondvariabelen (cito scores technisch- en begrijpend lezen, score op Raven en Maze) een mogelijke rol konden gaan spelen. Hieruit is naar voren gekomen dat op een significant verschil op de score op de citotoets voor begrijpend lezen na, geen significante verschillen zijn gevonden. Aanbeveling is om de relatie tussen begrijpend lezen, werkgeheugen en mogelijk van invloed zijnde achtergrondvariabelen verder te onderzoeken vanuit het perspectief dat het aantal tweetalige leerlingen binnen de Nederlandse maatschappij naar verwachting voorlopig zal blijven groeien.Show less