Het huidige onderzoek richt zich op het valideren van de vragenlijst ‘Vervolgonderzoek bij kwetsbare cliënten met complexe zorgvragen’. Tevens is er gekeken naar relaties tussen de variabelen uit...Show moreHet huidige onderzoek richt zich op het valideren van de vragenlijst ‘Vervolgonderzoek bij kwetsbare cliënten met complexe zorgvragen’. Tevens is er gekeken naar relaties tussen de variabelen uit de vragenlijst. Om de relaties binnen de vragenlijst vast te stellen is de vragenlijst ingevuld door gedragskundigen. De steekproef bestond uit 29 cliënten van Ipse de Bruggen met een VG ZZP 6 (6,9%) of VG ZZP 7 (93,1%). Van de cliënten was 51,7% vrouw. De gemiddelde leeftijd was 40.04 jaar (SD = 17.29). De cliënten hadden een lichte (10,3%), matige (44,8%), ernstige (37,9%) of zeer ernstige (6,9%) verstandelijke beperking. Ook hebben er twee artsen en acht gedragskundigen deelgenomen aan een telefonisch interview om de validiteit van de vragenlijst vast te kunnen stellen. De inschatting van de gedragskundige over de situatie van de cliënt bleek realistisch te zijn en er is een inzicht verkregen in de factoren die een belangrijke rol spelen in dit oordeel. Daarnaast is een inzicht verkregen in relaties tussen de inclusievragen en vergelijkbare vragen uit de vragenlijst. Twee van de zes inclusievragen bleken volledig gerelateerd aan vergelijkbare vragen uit de vragenlijst. Eén inclusievraag bleek niet volledig gerelateerd aan de vergelijkbare vragen in de vragenlijst. Er waren ook inclusievragen waarvoor er geen vergelijkbare vragen in de vragenlijst stonden, maar wel vragen op het zelfde gebied. Hieruit zijn ook een aantal mogelijke interessante relaties gebleken. Ook zijn er relaties gebleken tussen een aantal van de overige variabelen in de vragenlijst, wat weer nieuwe inzichten voor deze doelgroep oplevert. De vragenlijst is echter geen valide meetinstrument gebleken. Er werd niet voldaan aan de inhouds- en indruksvaliditeit. Op basis van het onderzoek konden wel vele aanbevelingen geformuleerd worden om de vragenlijst te kunnen verbeteren. Het huidige onderzoek levert een bijdrage aan het ontwikkelen van een geschikte vragenlijst om kwetsbare cliënten en het handelen rondom onvrijwillige zorg zo compleet mogelijk in beeld te kunnen brengen. Dit is een belangrijk element binnen de professionalisering van de zorg aan cliënten met een VG ZZP 6/7. Met behulp van de vragenlijst is het mogelijk om de groep cliënten, welke leven onder onacceptabele condities wat betreft de vrijheidsbeperkende maatregelen, op te sporen, in beeld te brengen en te volgen in de tijd. Het onderzoek is dan ook een eerste stap in het kunnen bewerkstelligen van een toename in de kwaliteit van bestaan van deze kwetsbare cliënten.Show less
Het doel van deze studie is om te onderzoeken of de scores van de SIT maze-taken betrouwbaar, valide en sensitief voor groei voor leesvaardigheid zijn. De steekproef bestaat uit leerlingen (N = 856...Show moreHet doel van deze studie is om te onderzoeken of de scores van de SIT maze-taken betrouwbaar, valide en sensitief voor groei voor leesvaardigheid zijn. De steekproef bestaat uit leerlingen (N = 856) van klas 1 tot en met 3 van het middelbaar onderwijs in Nederland. De leerlingen hebben op vier meetmomenten SIT maze-taken gemaakt en ook een begrijpend lezentoets als pre-test en post-test. Resultaten wijzen uit dat de maze-taak betrouwbaar is voor het meten van leesvaardigheid. Er is steun gevonden voor validiteit en sensitiviteit van de SIT maze-taak voor groei.Show less
De Maze- taak is een leesbegriptaak waar veel Amerikaans onderzoek naar is gedaan en waarbij blijkt dat de taak effectief is in het meten van leesvaardigheid. Nederlands onderzoek ontbreekt echter....Show moreDe Maze- taak is een leesbegriptaak waar veel Amerikaans onderzoek naar is gedaan en waarbij blijkt dat de taak effectief is in het meten van leesvaardigheid. Nederlands onderzoek ontbreekt echter. Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of de CBM (Curriculem- Based Measurement) Maze- taak een betrouwbaar en valide instrument is in het meten van de functionele taalvaardigheid, begrijpend lezen, van vmbo tl- leerlingen en havo/ vwo- leerlingen. Criteriumvariabele hierbij was de eind Citotoetsscore van de leerlingen. In dit onderzoek hebben eersteklassers (N= 150) van het vmbo tl en van havo/ vwo drie online Maze- taken gemaakt. In de resultaten komt naar voren dat de Maze- taak kan differentiëren tussen vmbo tl- leerlingen en havo/ vwo- leerlingen. Vmbo tl- leerlingen scoren gemiddeld lager op de Maze- taak, dan havo/ vwo- leerlingen. Verder komt er uit de resultaten naar voordat dat de Maze- taak betrouwbaar is voor zowel de vmbo tl- als de havo/ vwo- leerlingen, echter zijn er geen significante verschillen in betrouwbaarheid gevonden tussen de twee onderwijsniveaus. De betrouwbaarheid hangt dus niet af van de variabele onderwijsniveau. De Maze- taak is significant valide gevonden voor de hele steekproef, echter was deze relatie met de Citotoets niet heel sterk. Wanneer er apart gekeken wordt naar de validiteit van de Maze- taak voor de vmbo tl leerlingen, blijkt deze validiteit niet significant te zijn. Hetzelfde geldt voor de havo/ vwo leerlingen. Dit kan te maken hebben met de steekproefgrootte. Ook kan dit liggen aan de verschil in afnamemomenten van de Cito en de Maze- taak. In vervolgonderzoek zou hier rekening mee gehouden moeten worden.Show less
In deze studie is er onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid en validiteit van een taalvaardigheidstoets als indicator voor algemene taalvaardigheid. Participanten waren 135 (73 meisjes en 58...Show moreIn deze studie is er onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid en validiteit van een taalvaardigheidstoets als indicator voor algemene taalvaardigheid. Participanten waren 135 (73 meisjes en 58 jongens) leerlingen uit het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs van één NT2 onderwijslocatie uit de Randstad. Het CBM meetinstrument was de taalvaardigheidstoets en de criteriumvariabelen in dit onderzoek waren de rapportcijfers Nederlands van de leerlingen. De resultaten gaven aan dat de taalvaardigheidstoets zowel betrouwbaar als valide is als indicator voor de algemene taalvaardigheid. De betrouwbaarheid varieerde van .709 tot .843, wat een hoog positief verband is. De correlaties tussen het rapportcijfer Nederlands en de taalvaardigheidstaken varieerden tussen de .386 en de .518, wat een matige positieve samenhang is. Het sterkste verband is gevonden aan het einde van het schooljaar. Hieruit kan geconcludeerd worden, dat de taalvaardigheidstoets een redelijke indicator is voor de algemene taalvaardigheid van de leerlingen met Nederlands als tweede taal.Show less