De rol van desinformatie in het huidige informatielandschap is sterk gestegen. Steeds meer mensen zijn ontvankelijk voor nepnieuws, dat soms ronduit gevaarlijk voor mens en democratie kan zijn. Eén...Show moreDe rol van desinformatie in het huidige informatielandschap is sterk gestegen. Steeds meer mensen zijn ontvankelijk voor nepnieuws, dat soms ronduit gevaarlijk voor mens en democratie kan zijn. Eén van de grootste vijanden van desinformatie is de factchecker, die de ware feiten boven tafel probeert te halen. De werkwijze van factcheckers is al uitvoerig onderzocht, maar zij zijn niet de enigen die efficiënt bronnen moeten kunnen verifiëren. Aan de hand van dit kwalitatieve onderzoek wordt gekeken naar de wijze waarop onderzoeksjournalisten te werk gaan als het aankomt op bronverificatie. Als uitgangspunt worden de principes van lateral en vertical reading gebruikt, twee verschillende methoden om een bron te bestuderen. De onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt dan ook: Passen Nederlandse onderzoeksjournalisten vooral vertical reading of lateral reading toe om online informatie te verifiëren? Om tot een bevredigend antwoord te komen wordt gebruik gemaakt van een veldexperiment, waarbij deelnemende onderzoeksjournalisten een aantal bronnen enige minuten moeten bestuderen, alvorens aan te geven hoe betrouwbaar zij deze achten. De respondenten zijn een vrij diverse groep, afkomstig van verschillende redacties, met ook verschillende specialismen. Uiteindelijk is duidelijk dat onderzoeksjournalisten een mix van vertical en lateral reading inzetten bij het bestuderen van bronnen. Het grootste verschil in de resultaten is deels te verklaren door het al dan niet ontbreken van een duidelijke strategie bij sommige deelnemers, een uitkomst die ook in eerder onderzoek waargenomen is. Efficiënt filteren en selecteren van informatie ging niet alle onderzoeksjournalisten even goed af, en sommigen worden zo overladen met informatie dat het opstellen van een goede strategie uitblijft. Daarnaast komt het opvallend vaak voor dat onderzoeksjournalisten vertrouwen op intuïtie. Een deel hiervan komt voor uit werkervaring en een deel van zogenaamd ‘gezond verstand’. Hierop vertrouwen kan veel tijd schelen in het onderzoeksproces, maar kan ditzelfde proces ook sterk in de weg staan. Zo werd tijdens het onderzoek meer dan eens relevante informatie niet meegenomen, simpelweg omdat de bron er niet betrouwbaar uitzag. Op basis van deze bevindingen is aanbevolen om op journalistieke opleidingen meer aandacht te besteden aan het opzetten van efficiënte zoekstrategieën om bronnen te verifiëren. Onderzoeksjournalisten moeten gezien de omvang van hun onderzoek meer handvatten krijgen om zo goed mogelijk informatie te filteren, om zo een completer beeld te krijgen. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het opstellen van een dergelijke strategie, of meer vergelijkend onderzoek kunnen doen tussen factcheckers en onderzoeksjournalisten.Show less
Dit onderzoek naar de professionele waarden, rolopvattingen en opvattingen over werkwijzen van Braziliaanse factcheckers heeft als doel inzicht te verschaffen in de positionering van Braziliaanse...Show moreDit onderzoek naar de professionele waarden, rolopvattingen en opvattingen over werkwijzen van Braziliaanse factcheckers heeft als doel inzicht te verschaffen in de positionering van Braziliaanse factcheckers in hun dagelijkse professionele praktijk, het (nationale en mondiale) journalistieke veld en de Braziliaanse maatschappij. Deze informatie kan dienen als verdieping van de kennis over het relatief nieuwe concept van factchecken als onafhankelijke discipline, waar buiten de Verenigde Staten slechts beperkt onderzoek naar is gedaan. De onderzoeksvraag die wordt beantwoord, luidt: ‘Wat zijn de professionele waarden, rolopvattingen en werkwijzen van Braziliaanse factcheckers?’ Het onderzoek is kwalitatief van aard. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn elf semi-gestructureerde interviews over het onderzoeksonderwerp afgenomen bij Braziliaanse factcheckers. Deze zijn geanalyseerd en in verband gebracht met voorafgaand onderzoek. Op deze manier is in het kader van boundary work verkend hoe de respondenten hun eigen beroep definiëren en inkaderen. Transparantie en objectiviteit zijn de waarden die het merendeel van de respondenten het meest van belang achten. Zij zien het als hun voornaamste doel om publieke voorlichting te verschaffen, al dan niet in actieve vorm via burgereducatie. De helft van de respondenten ziet het ook als taak van factcheckers om politieke actoren aan te zetten tot beter gedrag. Het verbeteren van de journalistiek beschouwen slechts vier van de respondenten als doel. Driekwart trekt geen harde grens tussen journalistiek en factchecken, maar ziet factchecken als onderdeel van journalistiek of als sterk verwante discipline. De overige drie respondenten schetsen wel een scherp contrast tussen reguliere journalistiek en factchecken, voornamelijk op basis van gebruikte methodologie en selectie van onderwerpen. Impact wordt vaak gezien als meest relevante factor bij de claimselectie. De meeste respondenten plegen geen wederhoor omwille van de eigen veiligheid of omdat de bron onvindbaar is. Alle respondenten staan kritisch tegenover het gebruik van expertbronnen. De grootste uitdagingen van Braziliaanse factcheckers zijn het waarborgen van de veiligheid en het vinden van voldoende financiering. Op basis van de resultaten wordt vervolgonderzoek voorgesteld naar verdere verkenning van de werkwijzen van Braziliaanse factcheckers via etnografische observatie. Dit zou een passende aanvulling op dit onderzoek zijn, dat enkel inzicht geeft in de visie van de respondenten op geschikte werkwijzen voor factcheckers. Een andere suggestie voor vervolgonderzoek is om meer vergelijkend onderzoek te verrichten naar de verschillen in rolopvattingen en werkwijzen tussen factcheckorganisaties in verschillende landen. Omdat de rolopvattingen en werkwijzen van factcheckers dikwijls locatie- en cultuurgebonden blijken, biedt dit mogelijk nieuwe inzichten.Show less
In dit onderzoek is gereconstrueerd hoe 138 artikelen van Parbode Magazine en De Ware Tijd tot stand zijn gekomen. De reconstructies zijn gebaseerd op de methode van Zvi Reich (2009) waarmee hij...Show moreIn dit onderzoek is gereconstrueerd hoe 138 artikelen van Parbode Magazine en De Ware Tijd tot stand zijn gekomen. De reconstructies zijn gebaseerd op de methode van Zvi Reich (2009) waarmee hij het nieuwsvergaringsproces van de Israëlische dagbladpers onderzoekt. Voor het onderhavige onderzoek zijn veertien journalisten geïnterviewd over de achtergrondartikelen die zij gepubliceerd hebben in de maanden maart, april, mei en juni 2016. Uit deze interviews is een beeld ontstaan van de manieren waarop de journalisten hun informatie verzamelen en hoe zij met hun bronnen omgaan. In de resultaten is naar voren gekomen dat journalisten van Parbode Magazine en De Ware Tijd hun informatie voornamelijk verzamelen op basis van een publicatie in een ander medium, een internet-zoeksessie en/of een face-to-face gesprek. Een face-to-face gesprek is zelfs de meest gebruikte manier in de uitwerkingsfase van het artikel om informatie te vergaren. Journalisten werken dus niet enkel vanachter hun bureau. Niet de bronnen, maar de journalisten bepalen waar het achtergrondartikel over gaat. De achtergrondartikelen zijn gebaseerd op 2,10 bronnen per artikel. Woordvoerders en pr-medewerkers zijn nauwelijks betrokken bij de achtergrondartikelen. En journalisten van Parbode Magazine en De Ware Tijd checken de informatie bij iets minder dan de helft van de 138 artikelen helemaal niet.Show less