Er is in het verleden weinig onderzoek gedaan naar de relatie tussen intelligentie en verveling op school. Het doel van dit onderzoek is meer kennis te vergaren over de relatie tussen intelligentie...Show moreEr is in het verleden weinig onderzoek gedaan naar de relatie tussen intelligentie en verveling op school. Het doel van dit onderzoek is meer kennis te vergaren over de relatie tussen intelligentie, verveling en schoolprestaties zodat deze toegepast kunnen worden in de onderwijspraktijk. Aan dit onderzoek namen 245 leerlingen uit groep acht deel, geworven onder 12 basisscholen. Gemeten zijn: verveling in het algemeen, verveling bij rekenen en intelligentie met de Raven SPM. Als indicator van schoolprestaties zijn Cito-scores gebruikt. Er was een zeer zwak negatief verband tussen verveling in het algemeen en schoolprestaties. Zowel verveling in het algemeen als verveling bij rekenen bleken niet gerelateerd te zijn aan intelligentie. Bij rekenen bleek controle en intelligentie bij te dragen aan de voorspelling van schoolprestaties, verveling speelde wel een kleine rol. Dit significante verband was echter klein. Verveling speelde bij de voorspelling van de rekenprestaties door intelligentie geen rol. Het vragen van actieve toestemming heeft mogelijk een vertekende steekproef opgeleverd. Voor leerkrachten in groep acht is het niet noodzakelijk om rekenonderwijs aan te passen, om de verveling te verminderen.Show less
Verschillende wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat er een negatieve relatie is tussen verveling en schoolresultaten op de middelbare school. Er is echter nog geen onderzoek gedaan naar...Show moreVerschillende wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat er een negatieve relatie is tussen verveling en schoolresultaten op de middelbare school. Er is echter nog geen onderzoek gedaan naar de relatie tussen verveling op de basisschool en rekenprestaties, ongeacht het geslacht. Het theoretische doel van dit onderzoek is om meer informatie te verkrijgen over verveling op de basisschool, specifiek tijdens het vak rekenen. Daarbij is er ook aandacht voor geslachtsverschillen. Wellicht kunnen leerkrachten in de toekomst hun rekenlessen daarop aanpassen. In het onderzoek participeerden 245 leerlingen uit groep acht. Zij vulden vragenlijsten in over verveling in het algemeen en verveling tijdens rekenen, waarbij er ook gekeken werd naar de mate van controle en/of waarde, die leerlingen ervoeren. Er was een zwakke negatieve relatie tussen verveling en rekenprestaties op basis van Citoscores. De steekproef had een lage vervelingsgeneigdheid in het algemeen en bij rekenen. Daarnaast zijn er geen geslachtsverschillen gevonden rondom rekenen en verveling. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat het huidige rekenonderwijs hier een bijdrage aan levert. Vervolgonderzoek is noodzakelijk om te toetsen waarom verveling bij basisschoolleerlingen weinig voorkomt en er geen geslachtsverschillen zijn. Wellicht speelt verveling pas op een latere leeftijd een belangrijke rol. Op dit moment hoeven leerkrachten niet veel aan hun rekenonderwijs te veranderen om verveling tegen te gaan.Show less