Om het effect van videoprentenboeken op de receptieve woordenschat van kleuters te onderzoeken, zijn 11 kleuters van een internationale school in Den Haag onderzocht. Het ging om vijf meisjes en...Show moreOm het effect van videoprentenboeken op de receptieve woordenschat van kleuters te onderzoeken, zijn 11 kleuters van een internationale school in Den Haag onderzocht. Het ging om vijf meisjes en zes jongens met een gemiddelde leeftijd van 54.44 maanden. De kinderen hadden een hoge sociaal economische status als achtergrond. Aan de kinderen werden boekjes getoond met statische beelden, waarbij de afbeeldingen gelijktijdig met het verhaal getoond werden of niet gelijktijdig. De boekjes uit de controleconditie kregen de kinderen helemaal niet te zien. De receptieve woordenschat werd gemeten door middel van de Peabody Picture Vocabulary Test-III, de Receptieve Woordenschat Test en de Betekenis Herkenning Test. Uit de analyses kwam een marginaal significant resultaat naar voren voor het receptief leren van nieuwe woorden tijdens de gelijktijdige videoprentenboeken. Daarnaast werd een significant resultaat gevonden voor de kinderen die een lagere receptieve woordenschat aan het begin van de studie hadden, eveneens voor de gelijktijdige videoprentenboeken. Dit suggereert dat kleuters receptief nieuwe woorden kunnen leren van videoprentenboeken, en in het bijzonder de kinderen waarbij de receptieve woordenschat nog niet zo goed ontwikkeld is. In het onderwijs kunnen videoprentenboeken gebruikt worden om de kinderen met een minder goede receptieve woordenschat, hun woordenschat op een gemakkelijke en zelfstandige manier te vergroten.Show less