In de studie naar de Romeinse cultuur is de laatste decennia kritiek gekomen op één van de belangrijkste termen binnen disciplinaire: romanisering. De term was teveel verbonden met het verworpen...Show moreIn de studie naar de Romeinse cultuur is de laatste decennia kritiek gekomen op één van de belangrijkste termen binnen disciplinaire: romanisering. De term was teveel verbonden met het verworpen gedachtegoed van statische cultuur, passend binnen de koloniale context waarin de eerste gebruikers van het begrip schreven. Rome had een groot grondgebied onderworpen en men constateerde indertijd dat het op een hoger beschavingsniveau stond dan de ‘barbaarse’ volken’ die het had verslagen. Gedurende de eeuwen die het onder Romeinse heerschappij stond, zou het langzaam culturele aspecten van haar overnemen. Dit beeld heeft echter niet stand kunnen houden tegen moderne inzichten en nieuwe bewijs. Niet alleen is het duidelijk dat de Romeinse cultuur verre van homogeen was, ook binnen en tussen gemeenschappen leken grote verschillend te bestaan. Zowel in de tijd als geografisch. De studie naar villae bevestift dat patroon. Toch blijkt dat er ondanks de verschillen wel degelijk overeenkomsten zijn. Overal in het onderzochte gebied ontstonden villae aan het eind van de 1e eeuw. Zij waren geen imitaties van mediterrane architectuur, maar vooral adaptaties van traditionele boerderijen met Romeinse technieken. Daarnaast is er bewijs dat bewoners van deze villae in verbinding stonden met het leger, als veteranen, of als leden met civitas-bestuur. De infrastructuur, militair en bestuurlijk, die Rome introduceerde in deze gebieden, alsmede de komst van de legers en ambtenaren, stelde de lokale bevolking in staat te integreren en te participeren binnen een groter netwerk. Het Romeinse systeem van accommodatie maakte deelnemen mogelijk en bovendien lucratief. Zo werden na verloop van tijd de villae ook groter, om meer te kunnen Produceren, maar ook als uiting van een nieuw verworven status in een samenleving die hiërarchischer werd en grotere onderlinge verschillen kende. Deze villae staven zo wat auteurs als Wallace-Hadrill al dachten. Namelijk dat ‘romeinsheid’ vanaf de eerste eeuw v. Chr. eerder voor een systeem van accommodatie en een bijbehorend gedachtegoed stond, dan voor een gesloten plaatsgebonden cultuur. Een herinterpretatie van de term ‘Romeins’ maakt zo ook een rehabilitatie van romanisering mogelijk. Dat is ook nodig, want een alternatief voor dit narratief is er niet gekomen.Show less