Gevorderde lezers laten een voorkeur zien voor talige informatie gepresenteerd in het rechter visuele veld. Deze voorkeur is ook in toenemende mate te zien bij basisschoolkinderen in samenhang met...Show moreGevorderde lezers laten een voorkeur zien voor talige informatie gepresenteerd in het rechter visuele veld. Deze voorkeur is ook in toenemende mate te zien bij basisschoolkinderen in samenhang met hun leesniveau. In dit onderzoek is bekeken of kinderen voor aanvang van het leesonderwijs op school al een dergelijke voorkeur laten zien, in samenhang met hun niveau van ontluikende geletterdheid. Bij kinderen (N=54) uit basisschoolgroepen 1 en 2 is het niveau van ontluikende geletterdheid onderzocht. Daarnaast zijn taken afgenomen waarbij talige (letters) en niet talige (vormen) visuele informatie, gepresenteerd in het rechter en linker visuele veld, moest worden onthouden. Kinderen bleken ongeacht het niveau van ontluikende geletterdheid nog geen duidelijke voorkeur voor talige informatie in het rechter visuele veld te laten zien. Naarmate kinderen een hoger niveau van ontluikende geletterdheid hadden, maakten zij wel in toenemende mate onderscheid in de visuele informatieverwerking van talige en niet talige informatie in het rechter visuele veld: letters werden beter onthouden dan vormen. Voor het linker visuele veld is hiervan geen bewijs gevonden.Show less
Het doel van dit onderzoek was om te achterhalen of de volgorde waarop visuele en auditieve informatie werd aangeboden van invloed was op het verhaalbegrip bij kinderen van 5 jaar. Ook werd...Show moreHet doel van dit onderzoek was om te achterhalen of de volgorde waarop visuele en auditieve informatie werd aangeboden van invloed was op het verhaalbegrip bij kinderen van 5 jaar. Ook werd onderzocht uit welke bron kinderen de informatie voornamelijk haalden. De kinderen werden aan de hand van begripsvragen getest op hun verhaalbegrip en door middel van een eye-tracker werd de visuele aandacht van kinderen gemeten. De analyses lieten een marginaal significant effect zien in het voordeel van het tegelijk aanbieden van de informatiebronnen en analyses toonden aan dat tekstvragen significant beter werden beantwoord. De verschillende volgordes waarop de informatiebronnen werden aangeboden waren niet van invloed op de visuele aandacht van kinderen. Het lag in de lijn der verwachtingen dat het tegelijk aanbieden van de bronnen tot het beste verhaalbegrip zou leiden. Dat tekstvragen significant beter werden beantwoord dan vragen die betrekking hadden op de illustratie, lag niet in de lijn der verwachtingen. Een verklaring zou kunnen zijn dat kinderen zicht meer richten op de tekst dan op de illustratie en dat illustraties niet afleiden van de tekst als deze gelijktijdig worden aangeboden.Show less
In dit onderzoek wordt ingegaan op de rol die gesproken tekst en illustraties spelen bij het verhaalbegrip van vijfjarigen en de rol die werkgeheugen en passieve woordenschat daarbij spelen. In...Show moreIn dit onderzoek wordt ingegaan op de rol die gesproken tekst en illustraties spelen bij het verhaalbegrip van vijfjarigen en de rol die werkgeheugen en passieve woordenschat daarbij spelen. In totaal deden 61 kinderen van vijf jaar mee aan het onderzoek, waarvan 31 meisjes en 30 jongens. Er is gebruik gemaakt van een within-subjects design waarbij rekening is gehouden met volgorde-effecten. Visuele aandacht werd gemeten door kinderen drie verschillende illustraties uit boekjes over Doedel te tonen op een remote eye-tracker, waarbij zij geen, een bijbehorende of een conflicterende tekst te horen kregen. Verhaalbegrip werd gemeten door na afloop van deze interventie dezelfde drie illustraties in dezelfde volgorde op een laptop te tonen. Het kind kreeg de opdracht het verhaal bij elke illustratie te vertellen. Het werkgeheugen en het niveau van passieve woordenschat werden voorafgaand aan de interventie getoetst. De tekst die kinderen te horen kregen bij de illustraties speelde een rol bij verhaalbegrip. Het sterkste effect werd gevonden wanneer kinderen de bijbehorende tekst hoorden, hierbij werd het hoogst gescoord op verhaalbegrip. De tekst die kinderen te horen kregen bij de illustraties speelde ook een rol bij visuele aandacht. Er werd het hoogst gescoord op visuele aandacht voor visuele elementen in de illustratie die in de tekst werden genoemd (AOIs), wanneer kinderen de bijbehorende tekst hoorden. Visuele aandacht lijkt dus gestuurd te worden door de tekst die kinderen horen. Uit deze resultaten volgt dat kinderen zowel de tekst als de illustraties gebruiken om een verhaal te begrijpen. Werkgeheugen en passieve woordenschat bleken hierbij geen rol te spelen. Werkgeheugen vertoonde wel een samenhang met verhaalbegrip wanneer kinderen de bijbehorende tekst hoorden.Show less