Hoewel er de laatste tijd steeds meer aandacht is voor het leesonderwijs, worden docenten vaker geconfronteerd met leerlingen die over onvoldoende leesvaardigheid beschikken. Tijdig ingrijpen is...Show moreHoewel er de laatste tijd steeds meer aandacht is voor het leesonderwijs, worden docenten vaker geconfronteerd met leerlingen die over onvoldoende leesvaardigheid beschikken. Tijdig ingrijpen is belangrijk bij deze leerlingen, om zo te voorkomen dat zij een leesachterstand ontwikkelen. Met behulp van Curriculum Based Measurement (CBM), een volgsysteem, kunnen de leervorderingen van deze leerlingen systematisch gevolgd worden en kunnen docenten indien nodig de instructie aanpassen voor deze leerlingen. Binnen CBM worden voortgangsdata weergegeven in grafieken. Een noodzakelijke voorwaarde om de juiste instructiebeslissingen te kunnen nemen, is het kunnen lezen en correct interpreteren van voortgangsgrafieken. Het belangrijkste doel van dit onderzoek was meer inzicht krijgen in de vaardigheden die docenten hebben om voortgangsgegevens uit CBM-grafieken af te lezen en correct te interpreteren, met als centrale vraag: ”Bestaat er een verband tussen de vaardigheid in het aflezen van grafieken en de interpretatie van CBM-voortgangsgrafieken door docenten?’’ Deelnemers waren docenten (N = 23) uit het basis- en voortgezet onderwijs. Er bleken geen significante verschillen te zijn tussen de algemene vaardigheid in het aflezen van grafieken van docenten die op school al gebruik maken van voortgangsgrafieken en docenten die hier geen gebruik van maken. Tevens zijn er geen significante verschillen gevonden tussen de scores op de interpretatie van CBM-grafieken van docenten die op school al wel of nog geen gebruik maken van voortgangsgrafieken. Tot slot is er geen verband gevonden tussen de algemene vaardigheid in het aflezen van grafieken en de interpretatie van CBM-voortgangsgrafieken. Wel is gebleken dat docenten moeite hebben met het interpreteren van CBM-voortgangsgrafieken.Show less