Deze bachelorscriptie behandelt de popularisering van radicale wetenschappelijke denkbeelden over het vroege christendom in de periode 1950-2000. Centraal staat de prominente protestantse theoloog...Show moreDeze bachelorscriptie behandelt de popularisering van radicale wetenschappelijke denkbeelden over het vroege christendom in de periode 1950-2000. Centraal staat de prominente protestantse theoloog Gustaaf Adolf van den Bergh van Eysinga, een vooraanstaande representant van de zgn. ‘Hollandse Radicale School’, en de wijze waarop diens opvattingen door geestverwanten in ons land werden verbreid. Dit alles wordt geplaatst tegen de achtergrond van de geschiedenis van deze interessante richting met bijzondere aandacht voor Van den Bergh van Eysinga en vanuit een diachroon perspectief gecontextualiseerd naar de religieuze en wetenschappelijke achtergronden. Ten slotte wordt een oordeel geveld over de implicaties voor het huidige onderzoeksveld, bijv. wat de relevantie van de ‘Hollandse Radicale School’ is voor het huidige wetenschappelijke debat over het vroege christendom.Show less
Deze scriptie onderzoekt de interpretatie door de vrijzinnig protestantse dominee P.H. Hugenholtz jr. van de theorie van Charles Darwin over de afstamming van de mens uit dierlijke voorouders. De...Show moreDeze scriptie onderzoekt de interpretatie door de vrijzinnig protestantse dominee P.H. Hugenholtz jr. van de theorie van Charles Darwin over de afstamming van de mens uit dierlijke voorouders. De historische context waarin de ideeën van Darwin werden ontvangen, fungeert als referentiekader voor het ontstaan van het protestantse modernisme in Nederland. Aan de hand van een selectie van Hugenholtz’ werk bespreek ik de wijze waarop hij tot zijn interpretatie van Darwins afstammingsgedachte komt. Bij wijze van contrast leg ik Hugenholtz’ interpretatie naast die van de Duitse schrijver en natuurkundige Wilhelm Bölsche die destijds in Nederland grote populariteit genoot. Een analyse van de verschillen in interpretatie tussen Hugenholtz en Bölsche vormt de opstap naar een beknopte verhandeling over het ontstaan, de aard en de betekenis van een specifieke stroming binnen het modernisme, namelijk het ethisch-modernisme. Deze exploratie leidt tot de vraag naar Herman Hugenholtz’ plaats in het modern-theologische spectrum alsook de mate waarin zijn negentiende-eeuwse modern-theologische gedachtegoed zeggingskracht heeft in de 21e eeuw.Show less