Hoewel voor hedendaagse toeschouwers gezichten op portretten uit de zeventiende eeuw vaak onbekend zijn, kunnen bepaalde elementen op schilderijen informatie over de geportretteerde figuren geven....Show moreHoewel voor hedendaagse toeschouwers gezichten op portretten uit de zeventiende eeuw vaak onbekend zijn, kunnen bepaalde elementen op schilderijen informatie over de geportretteerde figuren geven. In dit onderzoek staat het kind op een schilderij van Adriaen Cornelisz. Beeldemaker uit 1666, behorend tot de Collectie Six, centraal. Allereerst wordt in het eerste hoofdstuk de kleding van kinderen uit de zeventiende eeuw onderzocht. Aan de hand van de kleding, sieraden en haardracht wordt in dit hoofdstuk getracht het geslacht van het geportretteerde kind te achterhalen. Daarna ligt in het tweede hoofdstuk de focus op iconologisch onderzoek. Door de ‘allegorische’ bijwerken op het schilderij van Beeldemaker te bestuderen, wordt in dit hoofdstuk getracht de oorspronkelijke culturele en sociale achtergrond van het kind op het schilderij te onderzoeken.Show less
In deze scriptie is gekeken naar het diplomatieke functioneren van de Staatse diplomaat Willem Boreel. Aan de hand van zijn correspondentie met diverse personen en instellingen in de Republiek is...Show moreIn deze scriptie is gekeken naar het diplomatieke functioneren van de Staatse diplomaat Willem Boreel. Aan de hand van zijn correspondentie met diverse personen en instellingen in de Republiek is zijn takenpakket onderzocht en is vastgesteld dat vroegmoderne Nederlandse diplomaten zich inzetten voor zowel zaken van staatsbelang als particuliere belangen van de Staatse ingezetenen.Show less
The seventeenth century in the Republic is known for its flourishing trade, cultural development and international allure. The thin line between success and decay is measured by politics and...Show moreThe seventeenth century in the Republic is known for its flourishing trade, cultural development and international allure. The thin line between success and decay is measured by politics and diplomacy. Many historians merely praised Stadholders and diplomats for their contribution, but in recent years it has become clear that their wives have also been part of the wide-spread network in the courts of Europe. This research specifically focuses on three Stadholderswives in the Rebublic: Amalia van Solms, Maria Henriëtta Stuart and Albertine Agnes van Nassau. As ladies of the House of Orange, these wives have contributed a great deal to the seventeenth-century diplomacy and dynasty by using feminine qualities and by taking over tasks that previously belonged to their husbands. The purpose of these actions was to continue their dynasty in the most prosperous way. It is the first time that the diplomatic role of these Stadholderswives is researched. It appears that Amalia, Maria and Albertine were female ambassadors who managed to make use of diplomats, husbands and nobility to ensure the continuation of their dynasty.Show less
Dit onderzoek gaat in op de invloed van de veranderende status van het zelfportret en de schilder op het aantal zelfportretten dat Isaac Claesz van Swanenburg en Rembrandt produceerden....Show moreDit onderzoek gaat in op de invloed van de veranderende status van het zelfportret en de schilder op het aantal zelfportretten dat Isaac Claesz van Swanenburg en Rembrandt produceerden. Zelfportretten werden eerst vooral gebruikt als een vorm van zelfpromotie. Het zelfportret van Isaac Claesz van Swanenburg is hier een voorbeeld van. Daarnaast werden zelfportretten werden alleen geaccepteerd als ze van een bekende schilder waren. Rembrandt schilderde veel zelfportretten. Hij deed dit onder andere om verschillende gezichtsuitdrukkingen te oefenen. Daarnaast ontdekte hij dat zijn bekendheid ervoor zorgde dat kunstverzamelaar zijn zelfportretten wilden kopen, waardoor hij veel geld kon verdienen. De zelfportretten van Rembrandt zorgden er uiteindelijk voor dat Samuel van Hoogstraten in zijn verdeling van genres, het zelfportret in de hoogste categorie plaatste.Show less
A history of seventeenth century fencing in the Dutch Republic. In this paper the fencing techniques and fencers of the seventeenth century are being discussed. Fencing manuals form this period...Show moreA history of seventeenth century fencing in the Dutch Republic. In this paper the fencing techniques and fencers of the seventeenth century are being discussed. Fencing manuals form this period often depict fencer running each other through with their rapiers. Furthermore, the way in which seventeenth century fencing master fencing seems to indicate that they are thinking of actual fights to the death. This begs the question of how seventeenth century fencing must be categorised. Was this a sport, a martial art or something entirely different all together? To answer this question this paper looks at the background of students that studied fencing at the Leiden fencing school, the reasons for people in the early modern age to carry swords. After this the fencing manuals of two fencing masters that taught and lived in Leiden are analysed to see what they deemed to be the use of fencing. Overall it can be concluded that the seventeenth century form of fencing could be used as a means for self-defence. Learning how to fence was also an essential part of a gentlemen’s education and a status symbol students perused eagerly.Show less
Deze scriptie gaat over het leven van Europese soldaten in de zeventiende en achttiende eeuw. Er werd in deze scriptie voornamelijk gekeken naar de mentaliteit van soldaten en welke invloed...Show moreDeze scriptie gaat over het leven van Europese soldaten in de zeventiende en achttiende eeuw. Er werd in deze scriptie voornamelijk gekeken naar de mentaliteit van soldaten en welke invloed maatschappelijke ontwikkelen hierop hadden.Show less
De zeventiende eeuwse cartografen lieten hun kunde blijken door middel van hun decoraties op zeekaarten. Deze decoraties waren grofweg in een aantal categorieën te onderscheiden: schepen,...Show moreDe zeventiende eeuwse cartografen lieten hun kunde blijken door middel van hun decoraties op zeekaarten. Deze decoraties waren grofweg in een aantal categorieën te onderscheiden: schepen, zeemonsters, etnische en overige illustraties. Middels een steekproef van kaarten uit de Universiteitsbibliotheek Leiden is gekeken in hoeverre verschillen zich ontwikkelden tussen illustraties op kaarten van het Atlantisch en kaarten van het Aziatisch gebied.Show less
Het Nederlandse hofje van liefdadigheid komt voor in een variëteit aan verschijningsvormen. In dit onderzoek wordt toegespitst op de architectuur van drie hofjes daterend uit de zeventiende tot...Show moreHet Nederlandse hofje van liefdadigheid komt voor in een variëteit aan verschijningsvormen. In dit onderzoek wordt toegespitst op de architectuur van drie hofjes daterend uit de zeventiende tot begin achttiende eeuw. Dit zijn het Frans Loenenhofje in Haarlem, het Eva van Hoogeveenshofje in Leiden en het Van Brants Rus Hofje in Amsterdam. Bij elk hofje wordt afgevraagd in hoeverre de invloed van stichters en architecten heeft geleid tot een verscheidenheid in de architectuur van liefdadigheidshofjes in de zeventiende tot het begin van de achttiende eeuw.Show less
In dit onderzoek staat de diplomatieke geschenkencultuur van de Nederlandse Republiek in de zeventiende eeuw centraal. Onderzocht is op welke manier de Republiek zich conformeerde aan de...Show moreIn dit onderzoek staat de diplomatieke geschenkencultuur van de Nederlandse Republiek in de zeventiende eeuw centraal. Onderzocht is op welke manier de Republiek zich conformeerde aan de internationale gemeenschappelijke tradities van het uitwisselen van diplomatieke geschenken.Show less
In dit onderzoek wordt een theorie van William B. Ashworth getest, aan de hand van veranderingen in teksten en afbeeldingen van krokodillen in de zeventiende eeuw. Hierbij staat de omwenteling in...Show moreIn dit onderzoek wordt een theorie van William B. Ashworth getest, aan de hand van veranderingen in teksten en afbeeldingen van krokodillen in de zeventiende eeuw. Hierbij staat de omwenteling in de natuurlijke historie, waarbij de descriptieve aanpak de emblematische traditie in het beschrijven van exotische dieren verving, centraal. Volgens Ashworth deed deze omslag zich rond 1650 voor, door de ontdekking van diersoorten in de Nieuwe Wereld. Uit dit onderzoek blijkt dat deze ontwikkeling al in de tweede helft van de zestiende eeuw begon en dat dit werd gestimuleerd door de groeiende aanwezigheid van exotische dieren in verzamelingen, waardoor geleerden en kunstenaars deze dieren konden observeren.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Deze scriptie gaat over nominale (Lieve man, Waarde moeder etc.) en pronominale (Gij, UE etc.) aanspreekvormen in zeventiende- en achttiende-eeuwse persoonlijke brieven. De vraag of en hoe de...Show moreDeze scriptie gaat over nominale (Lieve man, Waarde moeder etc.) en pronominale (Gij, UE etc.) aanspreekvormen in zeventiende- en achttiende-eeuwse persoonlijke brieven. De vraag of en hoe de relatie tussen zender en ontvanger het gebruik van aanspreekvormen beïnvloedt, staat centraal. Aan de hand van informatie over aanspreekvormen in 55 persoonlijke brieven uit de zeventiende en de achttiende eeuw en de beleefdheidstheorie van Brown en Levinson (1978), wordt deze vraag beantwoord. Het blijkt dat de relatie tussen zender en ontvanger het gebruik van aanspreekvormen inderdaad beïnvloedt.Show less
Rond 1600 groeide de welvaart in de Hollandse steden snel en de vraag naar luxeartikelen, zoals schilderijen, steeg tot ongekende hoogte. Dankzij deze vraag kwam er ruimte voor een, in de Hollandse...Show moreRond 1600 groeide de welvaart in de Hollandse steden snel en de vraag naar luxeartikelen, zoals schilderijen, steeg tot ongekende hoogte. Dankzij deze vraag kwam er ruimte voor een, in de Hollandse steden, nieuw beroep: de kunsthandelaar. In het onderzoek naar de kunsthandel in de Noordelijke Nederlanden hebben tot dusverre vooral steden als Haarlem en Amsterdam centraal gestaan, maar ook in Rotterdam bestond er in de zeventiende eeuw een levendige markt voor schilderijen. De vele immigranten die aan het einde van de zestiende eeuw vanuit de Zuidelijke Nederlanden naar de Hollandse steden trokken hebben een belangrijke rol gespeeld voor de ontwikkeling van de kunstmarkt (zo bestond daar al langer een vrije markt voor kunst) en hun invloed blijft dan ook nog lang merkbaar. Het schilderijenaanbod in Rotterdam was zeer divers (goedkoop, anoniem dozijnwerk, maar ook duurdere schilderijen van bekende Hollandse meesters) en er bestonden verschillende verkoopkanalen om de schilderijen aan de man te brengen.Show less