Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
Zwangerschap en moederschap zijn de laatste jaren belangrijke thema's in de literaire roman. Er lijkt een verband te zijn tussen scheppingskracht en engagement, maar hoe verhouden deze elementen...Show moreZwangerschap en moederschap zijn de laatste jaren belangrijke thema's in de literaire roman. Er lijkt een verband te zijn tussen scheppingskracht en engagement, maar hoe verhouden deze elementen zich tot elkaar? Om die vraag te beantwoorden, wordt in deze scriptie een inhoudelijke analyse gemaakt van vier laatpostmoderne romans van jonge, vrouwelijke schrijvers. Bij deze analyse ligt de nadruk op feministische en posthumanistische kritiek, omdat deze sterk verband houden met het creëren van leven en met de positie van de vrouw in dit geheel.Show less
Deze studie onderzoekt de invloed van reflectief functioneren van moeders tijdens de zwangerschap op twee hieraan gerelateerde moeder-kind factoren. In eerder onderzoek is een verband gevonden...Show moreDeze studie onderzoekt de invloed van reflectief functioneren van moeders tijdens de zwangerschap op twee hieraan gerelateerde moeder-kind factoren. In eerder onderzoek is een verband gevonden tussen reflectief functioneren na de zwangerschap en sensitiviteit van de moeder en Theory of Mind bij het kind. Er is echter weinig bekend over de invloed van reflectief functioneren tijdens de zwangerschap op deze factoren. Het doel van deze studie is hier meer duidelijkheid over te geven. Hiertoe zijn 114 moeder-kind dyades (48 meisjes) onderzocht. Reflectief functioneren is tijdens de zwangerschap gemeten aan de hand van het Zwangerschapsinterview. Sensitiviteit is onderzocht tijdens vrij spel van moeder en kind, zes maanden na de geboorte. Voor Theory of Mind is ‘volgen van de blik’ onderzocht. Dit is gedaan door te observeren of de 12 maanden oude baby de wijsrichting van de onderzoeker met de blik volgde. De gegevens werden geanalyseerd met logistische regressie. Uit de analyses bleek dat er geen significant verband was tussen reflectief functioneren en volgen van de blik ( = -0.32, SE = 0.20, p = .103). Wat betreft sensitiviteit kwam de richting van de voorspelling overeen met de verwachting, maar was de voorspellende waarde van de onderliggende categorieën te klein om als significant naar voren te komen ( = -0.38, SE = 0.42, p = .368 voor lage sensitiviteit en = 0.38, SE = 0.21, p = .070 voor hoge sensitiviteit). Omdat de resultaten uit dit onderzoek erop wijzen dat sensitiviteit kan worden voorspeld vanuit reflectief functioneren, wordt vervolgonderzoek aanbevolen.Show less
Bij een eerste zwangerschap komen veel nieuwe dingen kijken die stress kunnen opleveren. Mogelijk ervaart een aanstaande moeder daarnaast nog meer stressvolle gebeurtenissen die veroorzaakt worden...Show moreBij een eerste zwangerschap komen veel nieuwe dingen kijken die stress kunnen opleveren. Mogelijk ervaart een aanstaande moeder daarnaast nog meer stressvolle gebeurtenissen die veroorzaakt worden door de omgeving. Nu is het waarschijnlijk dat aanstaande moeders die al meerdere stressvolle gebeurtenissen meegemaakt hebben, door de ervaring met de vorige gebeurtenissen, emotioneel beter met de nieuwe stressvolle gebeurtenissen om leren gaan. In dit onderzoek werden de moeders ingedeeld in een laag- en hoog-risico groep. Dit werd gedaan op basis van enkele criteria, zoals werkloosheid en alleenstaand ouderschap. Er werd tijdens dit onderzoek niet alleen gekeken of er een verschil in invloed is in de totale doelgroep maar ook tussen deze twee risicogroepen. De participanten (N=143) die aan dit onderzoek meededen, zijn voor het eerst zwanger en hebben een leeftijd van 16 tot 26 jaar. Door middel van de scores op de vragenlijsten voor het aantal meegemaakte stressvolle gebeurtenissen (List Of Threatening Experiences) en de emotieregulatie (Difficulties in Emotion Regulation Scale) werd met behulp van SPSS getoetst of er een verband is tussen deze twee variabelen. Uit de resultaten is gebleken dat er geen verband werd gevonden tussen de mate van het meemaken van stressvolle gebeurtenissen en de emotieregulatie van de hoog-risico moeders en de laag-risico moeders samengenomen. Dit is mogelijk te verklaren doordat de stressvolle gebeurtenissen heel verschillend zijn per individu en de aanstaande moeders daarom hun eerdere opgedane ervaring niet kunnen gebruiken bij het reguleren van hun emoties tijdens een volgend stressvol moment. Wel werd er bij de hoog-risico moeders een trend in de richting van een negatief verband gevonden. De mate van het meemaken van stressvolle gebeurtenissen lijkt dus tot een betere emotieregulatie te leiden bij deze risicogroep. Doordat dit een observationeel onderzoek betreft, kan het mogelijk zijn dat een eventuele derde variabele er voor zorgt dat er bij de totale groep aanstaande moeders geen positief verband is gevonden tussen de mate van meemaken van stressvolle gebeurtenissen en de emotieregulatie. Voordat uitgesloten kan worden dat er daadwerkelijk geen verband is tussen deze twee variabelen, dient dit verder onderzocht te worden.Show less
Deze studie heeft onderzoek verricht naar de relatie tussen roken tijdens de zwangerschap en agressie bij het kind, met Theory of Mind (ToM) als mediërende factor. Participanten (N = 345) zijn...Show moreDeze studie heeft onderzoek verricht naar de relatie tussen roken tijdens de zwangerschap en agressie bij het kind, met Theory of Mind (ToM) als mediërende factor. Participanten (N = 345) zijn geworven via peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen in Nederland. Prenataal roken en agressie zijn bij de ouders van de participerende kinderen geïnventariseerd aan de hand van vragenlijsten (algemene vragenlijst, aangepaste variant CBCL 1½ - 5). Bij de kinderen (gemiddelde leeftijd: 5.31, SD 0.64) zijn diverse taken afgenomen, waaronder zes taken gericht op het meten van Theory of Mind. Uit het onderzoek blijkt dat roken tijdens de zwangerschap meer agressie voorspelt bij het kind, een beter ontwikkelde ToM voorspelt daarentegen een afname in agressief gedrag. Wanneer beide worden opgenomen in het regressiemodel ondervangt prenataal roken het effect van ToM, waarmee roken tijdens de zwangerschap een onafhankelijke voorspeller blijft van agressie. Wegens scheefheid van de data is nader onderzoek op dit vlak gewenst.Show less
Het zelfvertrouwen van vrouwen ten aanzien van hun moederrol heeft een grote invloed op het ouderschap. Ouders met een realistisch zelfvertrouwen zijn bijvoorbeeld beter in staat om sensitief en...Show moreHet zelfvertrouwen van vrouwen ten aanzien van hun moederrol heeft een grote invloed op het ouderschap. Ouders met een realistisch zelfvertrouwen zijn bijvoorbeeld beter in staat om sensitief en responsief te reageren. In het huidige onderzoek is daarom onderzocht welke factoren de mate van zelfvertrouwen kunnen voorspellen, zodat vroegtijdig signaleren mogelijk wordt en men passende ondersteuning kan bieden. Allereerst is onderzocht in hoeverre depressie en angst het zelfvertrouwen van moeders ten aanzien van hun moederrol kunnen voorspellen. Verder is onderzocht in hoeverre inkomen, leeftijd en sociale steun dit eventuele verband kunnen verklaren. In totaal zijn 34 zwangere vrouwen in de leeftijd van 16 tot en met 25 jaar onderzocht. Deze vrouwen waren voornamelijk afkomstig uit de regio Leiden en omstreken. Zelfvertrouwen werd in kaart gebracht middels de SENR, depressie werd gemeten middels de BDI-II-NL, angst werd in kaart gebracht middels de ZBV en sociale steun werd gemeten middels de MSPSS-N. Zowel depressie, angst als sociale steun bleken belangrijke voorspellers te zijn voor het zelfvertrouwen van moeders ten aanzien van hun moederrol. Vrouwen met meer depressie hadden gemiddeld minder zelfvertrouwen dan vrouwen met minder depressie. Vrouwen met meer angst hadden gemiddeld minder zelfvertrouwen dan vrouwen met minder angst. Verder hadden vrouwen met minder sociale steun gemiddeld minder zelfvertrouwen dan vrouwen die meer sociale steun ervaren. Echter, indien angst, depressie en sociale steun gezamenlijk als voorspeller gebruikt worden, dan bleek de voorspellende waarde van depressie en sociale steun sterk af te nemen. Zij leverden geen bijdrage meer aan het voorspellen van zelfvertrouwen indien angst ook gebruikt wordt als voorspeller. Verder bleken inkomen en leeftijd geen invloed te hebben op het zelfvertrouwen. Al met al blijkt angst de belangrijkste voorspeller te zijn van zelfvertrouwen. Deze resultaten bieden bewijs dat vroege identificatie en behandeling van angst ontzettend belangrijk is, op deze wijze kan men namelijk het zelfvertrouwen van vrouwen verhogen.Show less