In de tweede helft van de 17e eeuw stuurde de Vereenigde Oostindische Compagnie drie gezantschappen naar het Chinese hof te Peking in een poging om daar handelsbetrekkingen aan te knopen. In deze...Show moreIn de tweede helft van de 17e eeuw stuurde de Vereenigde Oostindische Compagnie drie gezantschappen naar het Chinese hof te Peking in een poging om daar handelsbetrekkingen aan te knopen. In deze scriptie worden de eerste twee van die gezantschappen naast elkaar gelegd. Ook wordt er gekeken naar pogingen van andere Europese landen, in die periode, om via het Keizerlijk hof toegang tot de Chinese markt te krijgen. Er worden twee vragen gesteld;allereerst is de vraag welke tactiek de Nederlanders in China volgden. Kort door de bocht kan gesteld worden dat de VOC twee werkwijzen had in Azië. Aan de ene kant was er de agressieve aanpak die zij in de Indonesische archipel met succes gebruikten tegen staten daar en waarmee ze op veel plekken een handelsmonopolie wisten af te dwingen. Aan de andere kant was er de meegaande aanpak, in Japan, bijvoorbeeld, werden de bevelen van de Shōgun strikt opgevolgd, in de hoop niet te worden uitgezet. De vraag is dus wat zij in China deden. Vervolgens is de vraag of de twee gezantschappen van elkaar leerden en, zo ja, wat er dan aan hun aanpak veranderde.Show less