Binnen de ethiek zijn er door de jaren heen verschillende opvattingen ontstaan over de aard van het deugdelijk handelen. In de Ethica Nicomachea stelt Aristoteles dat deugdelijk handelen essentieel...Show moreBinnen de ethiek zijn er door de jaren heen verschillende opvattingen ontstaan over de aard van het deugdelijk handelen. In de Ethica Nicomachea stelt Aristoteles dat deugdelijk handelen essentieel is om een gelukkig leven te leiden. In de Fundering stelt Kant dat genot geen rol moet spelen bij het uitvoeren van morele handelingen. Deze scriptie zal antwoord geven op de volgende hoofdvraag; Is deugdelijk handelen iets om van te genieten of is het onaangenaam? Om deze vraag te beantwoorden analyseer ik de rol van genot in zowel de deugdethiek als de deontologie, zoals beschreven in de bovenstaande literatuur. Vervolgens beschrijf ik de Kantiaanse kritiek op de ethiek van Aristoteles om duidelijk te maken dat het Kantiaanse concept van heteronomie onverenigbaar is met de motivatie voor moreel handelen binnen de deugdethiek. Hierna zullen de sterktes en zwakte van beide standpunten worden benoemd door te kijken naar praktische ethische vraagstukken. Tot slot volgt de conclusie dat zowel Kant als Aristoteles ongelijk heeft, omdat het ervaren van genot in morele handelingen afhankelijk is van de situatie waarin de actor zich bevindt.Show less
Er vindt steeds meer vooruitgang plaats in het ontwikkelen van volledig zelfrijdende auto’s. Het grootste aangenomen voordeel van een dergelijke auto is dat deze het aantal verkeersslachtoffers...Show moreEr vindt steeds meer vooruitgang plaats in het ontwikkelen van volledig zelfrijdende auto’s. Het grootste aangenomen voordeel van een dergelijke auto is dat deze het aantal verkeersslachtoffers aanzienlijk kan verminderen, doordat het menselijke fouten elimineert. In deze scriptie wordt de volgende onderzoeksvraag behandeld: “is de komst van volledig zelfrijdende auto’s onwenselijk, ondanks het bijkomstige voordeel dat daardoor het aantal verkeersslachtoffers kan worden verminderd?” Volledig zelfrijdende auto’s kunnen in situaties terecht komen waarin een ongeluk onvermijdbaar is en het maken van verkeersslachtoffers onvermijdelijk. Deze no-win-situaties zorgen voor een ethisch dilemma; wie moet de auto bij verschillende potentiële slachtoffers aanrijden? In het eerste hoofdstuk bespreek ik verschillende ethische principes die in een zelfrijdende auto kunnen worden geprogrammeerd. De volgende principes worden besproken: consequentialisme, egoïsme, willekeur, knop-optie en Kantiaans. Gebleken is dat elke optie voordelen, maar zeker ook nadelen heeft. In het tweede hoofdstuk worden overkoepelende argumenten besproken, daarin wordt beargumenteerd dat een zelfrijdende auto fundamenteel onwenselijk is. Onder andere bevatten sommige systemen een targeting algoritme. Dit betekent dat een specifieke groep mensen het doelwit wordt bij een ongeluk. Dit is een vorm van discriminatie en is zowel moreel onwenselijk alsook in strijd met de wet. Ook blijkt de toepasbaarheid van zelfrijdende auto’s in de werkelijkheid nog behoorlijk wat haken en ogen te hebben. Op basis van het onderzoek kom ik tot slot tot de conclusie dat een volledig zelfrijdende auto, ondanks het verminderen van het aantal verkeersslachtoffers, niet wenselijk is.Show less