The Roman army in Egypt is not much presented in the archaeology. The study of ancient Egypt is mainly done by Egyptologists who are more concerned with the Pharaonic era than the Roman era....Show moreThe Roman army in Egypt is not much presented in the archaeology. The study of ancient Egypt is mainly done by Egyptologists who are more concerned with the Pharaonic era than the Roman era. Furthermore the history of research in Egypt is mostly about the papyri that are found. The papyri of Egypt are a major source for our knowledge of the Roman army. This phenomenon produces problems when it comes to the archaeology of Roman Egypt. However in this thesis I try to focus on the known archaeological sites in Egypt which can tell something about the Roman military presence and its function. The popularity of Pharaonic Egypt is fairly reasonable because it was a long prosperous period for Egypt. The Egyptian pharaohs ruled approximately from 3000 B.C. till the Persian conquest in the seventh century B.C.1 which is long compared to the Roman occupation which lasted roughly 300 years when Byzantine rule is not counted. This different approach to the history of Egypt is clearly seen in books which introduce the reader or give an overview of ancient Egypt, for example An Introduction to the Archaeology of Ancient Egypt by Katherine Bard.2 Only one chapter is about the Roman rule. The length of the Pharaonic period demands this but it steals a lot of focus from the Roman period. Strangely enough because of the papyri, which only survive in Egypt, there is a lot of knowledge about the Roman army. R.O. Fink describes many aspects of the Roman army in Roman Military Records on Papyrus published in 1971.3 More recent books describe the Roman army in a historical sense. However in this thesis I want to focus on the archaeological side of the Roman army and compare its function to other provinces. Obviously I will also use some written sources but I will try to give mainly the archaeological point of view in order to get a different perspective. This thesis focuses on three issues: What was the function of the Roman army in Egypt? Is the function of the Roman army unique in Egypt or can it be recognized in other provinces? What can the archaeology of the Roman army in Egypt tells us of the Roman army in general? In order to give answers to these problems I have to give an overview of the archaeology of the Roman army in Egypt. Due to the reasons mentioned above this forms a problem on its own. The literature of Roman archaeology in Egypt is very limited. Most specific research is carried out in the Eastern Desert where some quarry sites are excavated. However other sites throughout Egypt are scarcely researched and often without archaeological methods.4 So the available literature is scattered and the goal of this thesis is also to make an overview of all this data. The first chapter gives an overview of the Roman army in general. The army is the most important feature on which the Roman Empire is build on. This feature shall be elaborated in the first chapter. The next chapter gives an overview of the Roman army in Egypt. This history will show the background of the Roman army and its location within Egypt. In the third chapter I will discuss the recruitment and function of the Roman soldiers. In the final two chapters I will discuss the various military installations. In the conclusion the contents of these chapters fall together in order to answer the above-mentioned issues.Show less
Volgens de DSM-IV-TR (APA, 2000) doen de problemen bij kinderen met een autismespectrumstoornis zich onder andere voor op het gebied van communicatie, waaronder ook het fantasiespel en sociaal...Show moreVolgens de DSM-IV-TR (APA, 2000) doen de problemen bij kinderen met een autismespectrumstoornis zich onder andere voor op het gebied van communicatie, waaronder ook het fantasiespel en sociaal imitatiespel vallen. Er is al veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen de taalvaardigheden en spelontwikkeling van kinderen met een autismespectrumstoornis. Dit onderzoek is belangrijk omdat hierdoor de hulpverlening aan deze kinderen steeds beter aangescherpt kan worden. Het huidige onderzoek richt zich niet alleen op de relatie tussen taalvaardigheden en het fantasiespel (ofwel symbolisch spel), maar onderzoekt ook of er een relatie is tussen lagere spelvormen (simpel manipuleren, combinatiespel en functioneel spel) en taalvaardigheden van kinderen met een autismespectrumstoornis. De onderzoeksgroep bestaat uit 30 kinderen in de leeftijd van 42 tot en met 120 maanden (M=74.6, Sd=21.7) met een autismespectrumstoornis. De gemiddelde ontwikkelingsleeftijd ligt tussen 1 en 58 maanden (M=21.70, Sd=11.20). Binnen deze groep zijn er 8 meisjes en 22 jongens. Alle kinderen uit de onderzoeksgroep laten spelhandelingen zien. Het meeste spel wordt gezien in de lage spelvormen (simpel manipuleren en combinatiespel). Veel kinderen uit de onderzoeksgroep (n=22) komen niet tot symbolisch spel. De taalvaardigheden van de kinderen uit de onderzoeksgroep zijn zwak tot gemiddeld ontwikkeld ten opzichte van zich normaal ontwikkelende kinderen. Uit dit onderzoek blijkt dat er een relatie bestaat tussen productieve taalvaardigheden en het functioneel en symbolisch spel van deze kinderen. Er zijn geen significante correlaties gevonden tussen receptieve taalvaardigheden en de spelontwikkeling en tussen productieve taalvaardigheden en de spelvormen simpel manipuleren en combinatiespel van de kinderen uit de onderzoeksgroep. Ook is er geen verschil gevonden in de taalvaardigheden tussen kinderen met een laag spelniveau (simpel manipuleren en combinatiespel) en kinderen met een hoog spelniveau (functioneel spel en symbolisch spel).Show less
This paper utilizes unpublished excavation data from Leiden University’s excavation at Tell Sabi Abyad, Syria to examine two types of figurines from the site’s Late Bronze Age Middle Assyrian...Show moreThis paper utilizes unpublished excavation data from Leiden University’s excavation at Tell Sabi Abyad, Syria to examine two types of figurines from the site’s Late Bronze Age Middle Assyrian occupation in the late 13th and 12th centuries BCE. Beyond the contextual and analytical presentation of new material to the archaeological community, it reestablishes an understudied typology through the promotion of a geographical, chronological, cultural, and functional frameworks. This study uses the figurines as a base to explore issues inherent in their find contexts and preservation. After establishing typologies and object catalogs, it explores the archaeological visibility of intentional material disregard, the dynamism of contemporary value attributions to representative material culture, and the interplay of ancient peoples with their local histories. In highlighting the functionality of a symbolic material culture that existed outside the settlement’s imperial sphere, this thesis uses the figurines to reveal the cosmopolitan nature of the common people at Tell Sabi Abyad. The study establishes one typology as non-Assyrian and invasive, and uses the context and fracture patterns of the others to show that they reflect utilitarian rather than ritual usage.Show less
The Early Bronze Age in the Transcaucasian region of Turkey is marked by vast changes in organization of society resulting in varied patterns of interaction. The view that peoples from...Show moreThe Early Bronze Age in the Transcaucasian region of Turkey is marked by vast changes in organization of society resulting in varied patterns of interaction. The view that peoples from Transcaucasia migrated southwards to the Amuq Plain then to Palestine still leads the discussion based predominantly on pottery assemblages. The ETC ware horizon encompasses modern day northern Transcaucasia, eastern and southeastern Turkey, the Amuq Plain, Palestine and the Levant where local individuality exists along side universal ETC ware characteristics. A focal aspect of this paper is to ask if there was an ETC culture and if so, does the distribution of andirons indicate the artifact was part of their identity? Due to the migratory behavior of the producers of ETC wares, this thesis puts forth that groups with ETC wares preserved a sense of identity though maintaining andirons as a religious or cult object. By studying the presence of ETC wares and the associated andirons from various sites, this thesis attempts to understand identity through the migration process and stylistic variations.Show less
Ik ging naar Mexico met het idee, onderzoek te doen naar het rituele aspect van medicina tradicional om dit vervolgens te analyseren op mogelijke invloeden en pre-koloniale elementen. Tijdens mijn...Show moreIk ging naar Mexico met het idee, onderzoek te doen naar het rituele aspect van medicina tradicional om dit vervolgens te analyseren op mogelijke invloeden en pre-koloniale elementen. Tijdens mijn veldwerk waren de curanderas die ik ontmoette bijzonder gastvrij en bereid hun kennis te delen. Ze bleken echter bij de genezingen waar ik bij aanwezig was, hun uitleg erg te focussen op kruidenmedicijnen. De bij een genezing gebruikte kruiden werden altijd genoemd, zodat ik ze kon noteren. Gezien de nadruk die er door de overheid en andere onderzoekers op kruidenmedicijnen wordt gelegd, verwachtten zij wellicht dat ook mijn onderzoek zich daarop zou focussen. Ook de inpassing van medicina tradicional in de huidige gezondheidszorg en hun positie daarin was voor de vrouwen een onderwerp waarover ze vaak vertelden. Dit varieerde van boosheid over niet serieus genomen worden door westers opgeleide artsen, tot een gevoel van erkenning en trots over hetwerken voor het lokale gezondheidscentrum. Aanvankelijk leek mij, dat informatie over de toegepaste kruiden en de oorsprong daarvan, het grootste deel van mijn onderzoeksresultaat zou beslaan. Na uitwerking van mijn gegevens en een eerste analyse bleek echter het verbindende element tussen alle curanderas, de limpia te zijn. Dit veelvoorkomende ritueel, dat zo gewoon is dat ik er altijd zonder problemen bij aanwezig mocht zijn, is nog weinig onderzocht. Net als het eerder beschreven warm/koud syndroom is er ook bij de limpia onduidelijkheid over de herkomst. Is het een inheems ritueel dat is blijven voortbestaan, is het van Spaanse oorsprong of is het een vermenging van beide? Producten die bij een limpia worden gebruikt zijn soms inheems (copal) en soms Europees (wijnruit, basilicum). In toepassing zijn er echter in beide culturen soortgelijke producten te vinden: copal is vergelijkbaar met de Europese wierook, aromatische planten komen zowel in Spanje als in Mexico voor. Net als bij het veelbesrpoken warm/koud syndroom kan het voorkomen van dit ritueel in diverse delen van Latijns-Amerika een argument voor Spaanse oorsprong zijn – het ritueel is te vinden in de landen die door de Spanjaarden gekoloniseerd werden. Maar het kan ook pleiten voor inheemse oorsprong: het ritueel kan een onderdeel van een Amerika-breed wereldbeeld zijn, waarin meerdere concepten terugkomen in verschillende delen van het continent. De medicina tradicional die de verschillende curanderas toepassen, bevat diverse non-inheemse elementen. Moderne New Age invloeden worden geincorporeerd, evenals moderne medicijnen zoals paracetamol. Tarotkaarten worden gebruikt bij het waarzeggen. Spaanse koloniale invloed blijkt duidelijk uit de alomtegenwoordigheid van het katholicisme. Kruis, huisaltaar en gebeden gericht aan de heilige drie-eenheid spelen een belangrijke rol bij genezingen. De inheemse goden, die eerder een belangrijke rol speelden bij genezingen, zijn vervangen door de Spaanse god en heiligen. Europese kruiden zijn overgenomen en ook het Spaanse gebruik van de pols nemen om een diagnose te stellen wordt nu nog door Mexicaanse curanderas toegepast. Omdat er weinig pre-koloniale bronnen zijn is het moeilijk om expliciet prekoloniale inheemse tradities aan te wijzen. In algemene woorden kan gesteld worden dat het gebruik van kruiden en rituelen bij genezingen, ook vóór de verovering gebeurde. Duidelijk pre-koloniaal van oorsprong zijn de temazcals, inheemse zweetbaden waarin men zich ritueel, geestelijk laat reinigen. Het concept van de rituele reiniging was dus al voor de komst van de Spanjaarden in Mexico aanwezig. Een andere, laagdrempelige, rituele reiniging als een limpia zou goed passen binnen het geschetste beeld van de pre-koloniale geneeswijzen. Anderzijds was ook de Spaanse geneeskunst in de 16e eeuw nog vol religieuze elementen. Ook in Spanje zou een gebruik als een rituele reiniging, waardoor beheksingen ontdaan worden, kunnen hebben bestaan. Wellicht bestonden beide en is de hedendaagse limpia een mengvorm. Verder onderzoek hiernaar is nodig, om met meer zekerheid een uitspraak hierover te kunnen doen.Show less
Tijdens de Laat Post-Klassieke (1200 A.D. - 1521 A.D. periode zijn in Centraal Mesoamerika verschillende oorlogen gevoerd die xochiyaoyotl (ook wel bekend als bloemenoorlogen) genoemd werden. Lang...Show moreTijdens de Laat Post-Klassieke (1200 A.D. - 1521 A.D. periode zijn in Centraal Mesoamerika verschillende oorlogen gevoerd die xochiyaoyotl (ook wel bekend als bloemenoorlogen) genoemd werden. Lang werd er gedacht dat deze oorlogen waren ingesteld door de Azteken om met de omliggende staten oorlog te kunnen voeren. Ze waren namelijk bedoeld om genoeg gevangenen te verkrijgen voor het offeren en het zou zorg dragen voor de training van de krijgers. Het diende een religieus en ritueel doel, omdat de gemeenschap constant oorlog moest voeren om gevangenen te verkrijgen voor het offeren zodat de goden tevreden gesteld zouden zijn. Deze aanname is vooral geadopteerd door wetenschappers voor 1975 die zich uit lieten over de xochiyaoyotl. (Coe 1962; Davies 1980; Katz 1972; Vaillant 1950) Na 1975 zijn er verschillende wetenschappers geweest die deze aanname aan de kaak stelden. Harner (1977) stelde voor dat de xochiyaoyotl was ‘uitgevonden’ door de Azteken als reactie op de hongersnood in 1454. Hij stelde voor dat voor de xochiyaoyotl een ecologische basis had. Door populatiedruk en een eiwit-tekort veroorzaakt door de hongersnood. Moesten de Azteken andere mogelijkheden zoeken om dit aan te vullen. De Azteken zouden van een op maize gebaseerde voedsel voorziening toe leggen op het eten van menselijke offers. Deze zienswijze werd zeer bekritiseerd maar het gaf de aanleiding voor andere wetenschappers beter te kijken naar de motieven van de xochiyaoyotl. In 1979 zou Hicks in zijn artikel aangeven, dat het verkrijgen van gevangen voor het offeren te veel aandacht kreeg. Hij benadrukte dat de xochiyaoyotl niet was bedoeld om gebieden te veroveren maar beter beschouwd kon worden als een soort sport. In het artikel van Isaac (1983) wordt de xochiyaoyotl van de Azteken met de staten van de Puebla/Tlaxcala vallei in 1467 tot en met 1519 onderzocht. Isaac stelde dat het rituele aspect van de xochiyaoyotl door Harner en Hicks te veel was benadrukt. Hij stelde dat de oplossing gezocht moest worden in een geopolitieke verklaring. Er moest rekening gehouden worden met de situatie waarin de Azteken zich verkeerden (zoals rebellie in het imperium en sterke vijanden aan de grenzen). De xochiyaoyotl was waarschijnlijk gebruikt als een soort propaganda om de slechte positie waar de Azteken in verkeerden te verbloemen. Het zou gevaarlijk kunnen zijn voor de Azteken om toe te geven dat ze de naburige staten niet konden overheersen. Om te verklaren dat de oorlogen een xochiyaoyotl zou zijn zou een veiligere optie zijn. In het boek van Hassig (1988), Aztec Warfare, stelt hij dat de xochiyaoyotl een product was van de Azteekse imperiale expansionistische strategie. Door de logistieke problemen die de Azteken ervaarden voor het veroveren en bezetten van gebieden die veraf lagen. Zou een xochiyaoyotl de oplossing zijn om uit eindelijk de hulpbronnen (krijgers in dit geval) uit te putten. Het was een tactiek om uiteindelijk de tegenstander te verzwakken om zo de tegenstander te kunnen veroveren. Het was ook een tactiek om een bepaalde dreiging in te perken, een succesvolle xochiyaoyotl zou minder troepen kosten en deze konden dan in andere gebieden worden ingezet. Maar het belangrijkste motief van de xochiyaoyotl zou wel een constante ‘show of force’ zijn, om zo een waarschuwing te geven aan de naburige staten. Het was een efficiënte manier om conflicten op te lossen. In de afgelopen 20 jaar is er geen verder onderzoek meer geweest naar de toedracht en motieven van de xochiyaoyotl. Zoals hier boven te lezen is, is vooral één reden waar de wetenschappers het motief van de xochiyaoyotl verklaren. Deze scriptie is daarom geschreven, om nog eens de motieven van de xochiyaoyotl te onderzoeken. Elke xochiyaoyotl moet beschouwd worden in haar eigen tijdsperiode en regio. Daarbij moet goed gekeken worden naar de historische bronnen, culturele relaties, verhouding tussen macht en hoe deze verweven zijn met ideeën in het desbetreffende gebied en tijdsperiode. Belangrijk bij het bekijken van de historische bronnen is dat er verschillende vooroordelen in voor kunnen komen. De historische bronnen zijn na de Spaanse verovering geschreven. Dit betekent dat de auteur niet aanwezig waren ten tijde van de Laat Post-Klassieke period, er kan dus een verkeerd beeld van de situatie geschetst worden. Tevens zijn de verschillende perspectieven waar vanuit de bronnen zijn geschreven belangrijk. Het desbetreffende perspectief kan immers situaties voor bepaalde partijen gunstiger laten voort doen. Eveneens is belangrijk uit welke sociale klasse een auteur afkomstig was, het is namelijk mogelijk dat verschillende auteurs schreven om de hoge positie die zij bekleedden te legitimeren aan de hand van het schrijven van de bronnen. Hoewel deze verschillen in het beschrijven van de gebeurtenissen veel verwarring kan veroorzaken, geeft het juist ook de mogelijkheid om evenementen die op verschillende manieren te interpreteren. In deze scriptie is aan het licht gekomen dat de xochiyaoyotl niet een speciaal Azteekse aangelegenheid was. Het was een Centraal Mesoamerikaanse aangelegenheid die waarschijnlijk voor 1324 werd gepraktiseerd. Er is een indeling gemaakt van drie verschillende periodes waarin verschillende xochiyaoyotl vallen. Namelijk de xochiyaoyotl van Chalcas Acxotecas tegen Tlacochcalca in 1324, de xochiyaoyotl van de Mexica tegen Chalca in 1375 en de doorgaande oorlog van de Azteken tegen de staten van de Puebla/Tlaxcala vallei in 1467. Het is duidelijk geworden dat de xochiyaoyotl, zoals door wetenschappers die voor 1975 de xochiyaoyotl beschreven, niet klopte. De xochiyaoyotl zou een oorlog zijn geweest die gebaseerd was op een overeenkomst tussen twee staten om zo gevangen te verkrijgen voor het offeren en het trainen van de manschappen. De xochiyaoyotl was niet een specifiek soort oorlog waar speciale regels aan waren verbonden, het was eerder een aanduiding van de krijgers voor oorlogen die werden gezien als zeer eervol. Het was een motivatie waarin de krijgers zich sterk in voelden, het kon gebruik worden voor verschillende oorlogen en niet specifiek voor oorlogen tegen een bepaalde tegenstander. Het woord xochiyaoyotl gaf aan hoe belangrijk het in oorlog is om een sterke motivatie te hebben. Deze motivatie lag ten grondslag aan de notie van macht en hoe deze werd verdedigd en bekrachtigd. Macht is verweven met ideeën, deze ideeën gaven de motivatie en legitimiteit voor de acties die door de maatschappij werden uitgevoerd. Net als tegenwoordig, was dit voor de krijgers in Centraal Mesoamerika niet anders. Het geeft aan hoe oorlog in Centraal Mesoamerika een onderdeel van het leven vormde. De motivatie en het eervolle besef waren belangrijk voor de krijgers en daar werden woorden voor ontleend dit resulteerde in het gebruik van bepaalde oorlogen te omschrijven als een xochiyaoyotl waar krijgers naar toe gingen om eeuwige roem en onsterfelijkheid te verkrijgen door de dood.Show less
Biostratigraphy is the most applied dating device for Quaternary (archaeological) sites, based on presumed predictable evolutionary changes in species morphology. The velocity of evolution may...Show moreBiostratigraphy is the most applied dating device for Quaternary (archaeological) sites, based on presumed predictable evolutionary changes in species morphology. The velocity of evolution may however deviate from directional trends due to a large amount of influencing factors, that are moreover not all identifiable fossil record. It is tried to relate patterns of morphological change to possible causal factors throughout this thesis, but due to unknown (relative) importance of these parameters use of biostratigraphy is hardly justifiable. On a higher level, the rates of speciation and evolutionary modes level also give very little chronological support, as the mechanisms behind these patterns are likewise largely unknown. Because the blanks in a dated evolutionary scheme cannot be filled in with certainty, the use of biostratigraphy is hardly tolerable. Unfortunately, due to a lack of other dating methods it currently remains in use, but should be seriously questioned for the future if not more information is gained from modern studies on recognizing (proportional) influences involved in the velocity of evolution.Show less