In deze scriptie zijn kralen uit drie verschillende Merovingische grafvelden (Lent, Bergeijk, Posterholt) met elkaar vergeleken. Hierbij is gekeken naar o.a. vorm, kleur, decoratie en ...Show moreIn deze scriptie zijn kralen uit drie verschillende Merovingische grafvelden (Lent, Bergeijk, Posterholt) met elkaar vergeleken. Hierbij is gekeken naar o.a. vorm, kleur, decoratie en (vermoedelijke) datering. Uit deze analyse is gebleken dat de kralenassemblages van Bergeijk en Posterholt verschillen van die van Lent. Vervolgens is er gekeken naar mogelijke oorzaken voor deze verschillen; hierbij kan gedacht worden aan o.a. sociale, rituele en economische redenen. Een belangrijk element is dat de kralen van Lent vooral uit de zesde eeuw dateren en die van Posterholt en Bergeijk vooral uit de late zesde en zevende eeuw. Ook levert de analyse informatie op die gebruikt kan worden bij het reconstrueren van de kralenproductie in de vroege middeleeuwen op lokaal, regionaal en supraregionaal niveau.Show less
Voorafgaand aan deze bachelorscriptie is een klein onderzoek gedaan in NUMIS, de database van het Geldmuseum waarin aangemelde muntvondsten zijn geregistreerd. Opvallend voor Noord-Holland is dat...Show moreVoorafgaand aan deze bachelorscriptie is een klein onderzoek gedaan in NUMIS, de database van het Geldmuseum waarin aangemelde muntvondsten zijn geregistreerd. Opvallend voor Noord-Holland is dat in de periode van 1000 tot 1300, 292 van de 474 munten zich bevinden in ‘Egmond’, de dorpen Egmond-Binnen, Egmond aan den Hoef of Egmond aan Zee. Het onderzoek dat uit deze constatering voortvloeide focust op twee vraagstukken. De eerste is gebaseerd op de vraag waarom deze concentratie munten zich hier bevindt. De tweede tracht te beantwoorden of in de dataset processen als monetarisatie en commercialisatie zichtbaar zijn. De eerste lijn van onderzoek is gedaan door een literatuurstudie naar het graafschap Holland en ‘Egmond’. Voor het tweede vraagstuk is de dataset van NUMIS gebruikt en is een analyse gedaan van de geregistreerde vondsten, waarin de datering en herkomst van de munten is onderzocht. Een verklaring voor deze concentratie munten in ‘Egmond’ kan zijn dat er in vergelijking tot andere gebieden meer is gezocht door metaaldetectorzoekers en/of aangemeld bij NUMIS. Toch lijkt het aannemelijk dat de aanwezigheid van de abdij die zich in Egmond-Binnen bevindt en het kasteel in Egmond aan de Hoef verband houdt met de aanwezigheid van de aangetroffen munten. De abdij werd in de tiende eeuw gesticht door de graven van Holland en had een belangrijke rol als het cultureel en spiritueel centrum in het graafschap Holland. In Egmond aan den Hoef heeft vanaf rond 1200 het slot van de heren van Egmond gestaan. Uit de analyse van de dataset is een aantal trends zichtbaar. In de periode van 1000 tot 1150 zijn nagenoeg geen munten aangetroffen; munten lijken nog geen rol van betekenis te hebben gespeeld in het dagelijks leven. In de periode tussen 1150 en 1250 neemt het aantal munten sterk toe; dit lijkt te wijzen op monetarisatie. Tevens is het mogelijk dat graaf Floris III in de periode van 1150 tot 1200 stempels verkocht aan ‘monetarii’ die onder andere op de jaarmarkt nabij de abdij munten sloegen. In de periode tussen 1250 en 1300 lijkt door de toename in de herkomst van de munten commercialisatie zichtbaar te zijn.Show less