Dit onderzoek gaat na hoe D66 veranderd is van een democratiseringsbeweging naar een partij met een sociaalliberale ideologie. Door het onderzoeken van enkele factoren wordt vastgesteld dat dit een...Show moreDit onderzoek gaat na hoe D66 veranderd is van een democratiseringsbeweging naar een partij met een sociaalliberale ideologie. Door het onderzoeken van enkele factoren wordt vastgesteld dat dit een lang proces was, dat niet één richting op ging. Er is hiervoor gekeken naar of de partij een nichepartij was, in hoeverre exogene factoren meewogen en welke rol verkiezingsuitslagen speelde in dit proces.Show less
Dit onderzoek gaat over het kabinet-Marijnen en zijn minister-president. Het bespreekt de politieke context van de jaren zestig en vervolgens drie stadia van het kabinet-Marijnen, te weten: de...Show moreDit onderzoek gaat over het kabinet-Marijnen en zijn minister-president. Het bespreekt de politieke context van de jaren zestig en vervolgens drie stadia van het kabinet-Marijnen, te weten: de formatieperiode, de kabinetsperiode, en de kabinetscrisis. De belangrijkste conclusie is dat het standaardbeeld van Marijnen niet correct is en dat hij waarschijnlijk minder aan de kabinetscrisis heeft kunnen doen dan altijd wordt aangenomen. Dit onderzoek is gebaseerd op gepubliceerd en ongepubliceerd archiefmateriaal, twee privécollecties en interviews.Show less
Aan het leven en werk van Suze Groeneweg (1875-1940) is ondanks haar unieke rol als eerste vrouwelijke parlementariër relatief weinig aandacht besteed. In deze politiek-historische scriptie wordt...Show moreAan het leven en werk van Suze Groeneweg (1875-1940) is ondanks haar unieke rol als eerste vrouwelijke parlementariër relatief weinig aandacht besteed. In deze politiek-historische scriptie wordt Groenewegs werk tijdens haar eerste periode in de Tweede Kamer onderzocht en beschreven, evenals de integratie binnen haar partij, de SDAP. Hieruit blijkt dat Groeneweg een ‘gematigde’ feministe was, die goed omging met het partijbestuur en de partijlijn volgde. Ze was een krachtig redenaar die de arbeidersaanhang aan kon spreken, eerder bestuurder dan activist, en bovenal ‘gewoon’ één van de honderd Kamerleden.Show less
Het eerste Nederlandse kabinet na de Tweede Wereldoorlog maakte op een unieke manier gebruik van het medium radio om haar beleid te verkondigen. Premier Schermerhorn en met name...Show moreHet eerste Nederlandse kabinet na de Tweede Wereldoorlog maakte op een unieke manier gebruik van het medium radio om haar beleid te verkondigen. Premier Schermerhorn en met name regeringscommissaris van de RVD Hendrik Brugmans waren vaak op de radio te horen. Vanuit de Tweede Kamer, de dagbladpers en de ministeriële departementen ontstond al snel weerstand tegen de toespraken, onder andere omdat het maanden duurde voordat een officieel noodparlement was ingesteld en omdat de dagbladpers kampte met een tekort aan papier. Tijdens het Kamerdebat van 31 januari 1946 kreeg Schermerhorn hevige kritiek te verduren op het beleid omtrent de radiotoespraken. Dit had grote gevolgen voor het gehele voorlichtingsbeleid van de regering. Dit onderzoek gaat over wat er precies gezegd werd in de radiotoespraken. Het doel is om beter te kunnen verklaren waarom de weerstand tegen het radiogebruik van het kabinet zo groot was.Show less
In de loop van de jaren zeventig sloeg het dominante internationale economische paradigma om van Keynesiaans, naar neoliberaal. Onder leiding van CDA-premier Ruud Lubbers maakte in de jaren tachtig...Show moreIn de loop van de jaren zeventig sloeg het dominante internationale economische paradigma om van Keynesiaans, naar neoliberaal. Onder leiding van CDA-premier Ruud Lubbers maakte in de jaren tachtig ook in Den Haag het neoliberalisme zijn entree. Het neoliberalisme begon als bestrijding van het links-collectivistische gedachtegoed, maar vanaf het einde van de jaren tachtig stopte de Partij van de Arbeid, die altijd de belangrijkste vertegenwoordiger van het links-collectivistische gedachtegoed in Nederland was geweest, met terugvechten; en omarmde zij juist het neoliberalisme. Deze scriptie combineert een theoretische benadering waarin de ideologische hegemonietheorie van Antonio Gramsci een belangrijke rol speelt met een historisch onderzoek naar de casus van deze ontwikkeling binnen de PvdA. Hiermee tracht de scriptie een beter begrip te krijgen van de entree van het neoliberalisme in de Nederlandse politiek, en daarmee uiteindelijk de hoofdvraag te beantwoorden: waarom maakte het neoliberalisme aan het einde van de twintigste eeuw op deze manier zijn entree binnen het gedachtegoed van de Partij van de Arbeid?Show less
With at least 174 performances in 2017, it is fair to say that Johann Sebastian Bach’s St Matthew Passion enjoys unusual popularity in the Netherlands. Many scholars have wondered why, but without...Show moreWith at least 174 performances in 2017, it is fair to say that Johann Sebastian Bach’s St Matthew Passion enjoys unusual popularity in the Netherlands. Many scholars have wondered why, but without looking at the formative years of the Dutch Passion tradition: the interwar period between 1919 and 1939, when, as a result of economic distress, fear for moral breakdown and social fragmentation, the Dutch rediscovered an inward sense of nationality. First of all, this thesis shows that the tradition of yearly Passion performances, established by the conductor Willem Mengelberg, became a ritual through which citizens could profess this nationality. Subsequently, it analyses how a diverse group of intellectuals imbued Bach’s masterpiece with sublime properties. Finally, it turns its attention to peripheral regions, where locals took the initiative to organize their own Passion performances, enabling large swathes of the population to share and participate in a national musical culture. This thesis thus moves beyond musical, textual and dramaturgical aspects and integrates Dutch interwar Passion performance within its historical, social and cultural context. It regards Passion performances as civic rituals fostering emotional identification among both the active and passive participants. This approach aims to do justice to the ideological, religious and socio-economical heterogeneity of Dutch interwar society, as reflected in the vast array of primary sources under scrutiny. By investigating the origins of the Dutch passion for the Passion, this thesis seeks to elucidate the relations between music and national identity.Show less
Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie is vandaag de dag een professioneel onderzoeksinstituut, dat zijn naam heeft gevestigd in de academische wereld. Daarbij is het instituut onderdeel...Show moreHet Nederlands Instituut voor Militaire Historie is vandaag de dag een professioneel onderzoeksinstituut, dat zijn naam heeft gevestigd in de academische wereld. Daarbij is het instituut onderdeel van het Ministerie van Defensie. Welke invloed heeft deze dubbele positie van het NIMH op het wetenschappelijke werk dat het NIMH uitvoert? In deze scriptie wordt de ontwikkeling van deze positie bestudeerd, met als case study de Indonesische dekolonisatieoorlog. De hoofdvraag van de scriptie is: welke rol speelde de Sectie Militaire Geschiedenis van de Koninklijke Landmachtstaf (voorganger van het NIMH) in onderzoek naar de Indonesische dekolonisatieoorlog van 1950 tot 2001?Show less
Zeven Nederlandse gemeenteraadsleden gingen na de algemene kieswetten van 1917 en 1919 op onorthodoxe wijze het debat aan. Ze stelden zich verkiesbaar om de raadzaal als platform te benutten voor...Show moreZeven Nederlandse gemeenteraadsleden gingen na de algemene kieswetten van 1917 en 1919 op onorthodoxe wijze het debat aan. Ze stelden zich verkiesbaar om de raadzaal als platform te benutten voor linksradicale ideeën, of er te protesteren tegen de stemopkomstplicht. Raads- en krantenverslagen tonen hoe ze gekant waren tegen politieke vertegenwoordiging, maar omgekeerd een veelal proletarisch nieuw electoraat vertegenwoordigden door zich in debat zowel tegengesteld te gedragen aan de heersende mores als zich hard te maken voor minderbedeelden. Met enerzijds hun beledigingen en brutale gedragingen en anderzijds hun gepassioneerde redes maakten ze dat het politieke debat gedurende de jaren twintig een stuk minder bedaard en bedaagd was dan tot nu toe werd aangenomen.Show less
Eind jaren '90 ontstond het sentiment dat nieuwsmedia niet meer te vertrouwen waren. Ze zouden hun macht misbruiken door het verhaal van politici verkeerd neer te zetten, waarmee zij de kiezer...Show moreEind jaren '90 ontstond het sentiment dat nieuwsmedia niet meer te vertrouwen waren. Ze zouden hun macht misbruiken door het verhaal van politici verkeerd neer te zetten, waarmee zij de kiezer misleiden. De vraag is of dat perspectief terecht was. Deze vraag wordt hier beantwoord door beeldvorming in twee politieke affaires met elkaar te vergelijken: de Koeweitaffaire van 1989 en de Bonnetjesaffaire van 1999-2000. Door een frameanalyse toe te passen op krantenartikelen en parlementsstukken wordt de totstandkoming van beeldvorming onderzocht. Daaruit kan opgemaakt worden wie verantwoordelijk is voor misleiding: de politicus of de journalist.Show less
Een uitgebreide historische analyse van het 'momentum' rond DS'70. DS'70 behaalde kortstondig succes in de Nederlandse politiek met acht zetels bij de landelijke verkiezingen van 1971. Deze thesis...Show moreEen uitgebreide historische analyse van het 'momentum' rond DS'70. DS'70 behaalde kortstondig succes in de Nederlandse politiek met acht zetels bij de landelijke verkiezingen van 1971. Deze thesis behandelt de oorzaken en voorwaarden voor dit resultaat en richt zich met name op de belangrijke positie van DS'70 lijsttrekker Willem Drees jr., wiens 'geproduceerde' charisma met behulp van de media in de verkiezingscampagne erg goed uit de verf kwam.Show less
Een term zou uitgroeien tot symbool van de ambitie van de VVD: de volkspartij. De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie droeg de term in haar naam. Veel VVD’ers waren zich er echter van bewust...Show moreEen term zou uitgroeien tot symbool van de ambitie van de VVD: de volkspartij. De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie droeg de term in haar naam. Veel VVD’ers waren zich er echter van bewust dat zij in de electorale zin van het woord nog lang geen volkspartij waren. Hierdoor zou de term tot vehikel worden voor de discussie over de strategie van de partij: wat kenmerkt een volkspartij en voldoet de VVD daaraan? Deze discussie, rondom het streven volkspartij te zijn en de strategie om het te worden, staat centraal in dit onderzoek.Show less
In this thesis, the gap between a steady and overwhelming majority of the British public in favour of legalisation of PAS and a political unwillingness to change the legal status quo is explored....Show moreIn this thesis, the gap between a steady and overwhelming majority of the British public in favour of legalisation of PAS and a political unwillingness to change the legal status quo is explored. The question that stands central in this historically uncharted topic is how this majority of public opinion was perceived and used in the parliamentary debates on PAS in both the HOL and HOC and how it has influenced these debates over time (1993-2015). From the first two chapters it becomes clear that mounting public pressure via media, lobby groups and court rulings resulted in multiple efforts through PMB’s to legalise PAS. In that sense, public pressure was already an influential factor in bringing about political debate and attention to the subject. It is further argued that from 2003 onwards the question of which role public opinion on PAS should play in the decision making provided for an authoritarian/liberal line of conflict. Lords and MP’s increasingly considered the argument that a majority of the public was in favour of PAS as one of the most important or in some cases even as a foundational justification to legitimise their claim for legalisation of PAS. These representatives were supporters of the concepts of liberty and autonomy of the individual to determine one’s own destiny. However, representatives opposing PAS in both Houses on the other hand showed a total distrust of the public opinion. They denied any involvement of public opinion on the decision making process and even found it potentially dangerous for policy making. They showed an authoritarian and superior attitude towards the ability of the public in making an informed decision on PAS. The increase in MP’s and Lords voting against PAS in the researched period shows that despite this intensive and growing debate on public opinion in parliament, public pressure has not been able to bend voting in favour of a majority.Show less
Herman Schaepman (1844-1903)was een belangrijke katholieke priester en politicus die in de verzuilde, katholieke historiografie een plaats als wegbereider en emancipator van zijn geloofsgenoten...Show moreHerman Schaepman (1844-1903)was een belangrijke katholieke priester en politicus die in de verzuilde, katholieke historiografie een plaats als wegbereider en emancipator van zijn geloofsgenoten kreeg toebedeeld. Tegelijk stelden al kort na zijn overlijden de eerste (katholieke) auteurs vast dat hij een bron was 'van tegenspraak' binnen eigen kring. Maar hoe hij nu tegelijkertijd doorgaan als controversieel politicus en leider en (zelfs) stichter van een 'katholieke partij'. Die paradox is onderzocht door zijn handelingen in de Tweede Kamer vanaf zijn intrede (1880) tot aan het tot stand komen van het kabinet Mackay te onderzoeken (1888). Dat door Jan Romein zelfs 'Schaepmans ministerie' werd genoemd. Alhoewel Schaepman voor zijn intrede in de politiek naam maakte in katholieke kring als onderwijzer aan het Groot-seminarie te Rijsenburg, dichter en journalist en goede relaties onderhield met vooraanstaande katholieke notabelen, vaarde hij in de Kamer al snel zijn eigen koers. Alhoewel partijdiscipline en afstemming intertijd - zelfs bij de ARP-fractie - zeer gebrekkig bleek, bleek Schaepman ook een warm pleitbezorger van kiesrechtuitbreiding en herziening van de grondwet. Toch raakte hij niet volledig geisoleerd. Hij bouwde een belangrijke samenwerking op met de antirevolutionairen en dan met name met Johnkheer A.F. de Savornin Lohman (1837-1924), die een jaar eerder dan Schaepman toetrad tot de Tweede Kamer en binnen zijn partij snel een leidende rol wist op te eisen. Er ontstond een 'as' tussen beiden, wat ook blijkt uit de correspentie tussen beiden. Beiden konden door die samenwerking zetels winnen in gemengde districten en parlementaire overwinningen behalen ten opzichte van de liberale meerderheid. In 1885 lukte het om de katholieken en antirevolutionairen in de Kamer een gesloten front te laten vormen rondom het onderwijs. Beiden zouden een door de liberalen gewenste grondwetsherziening niet toestaan tenzij ook op het punt van het onderwijs de grondwet gewijzigd zou worden. Dat versterkte de positie van Lohman en Schaepman, deed het geloof in onderlinge samenwerking bij hun achterban en maakte na de gronwetswijzigingen (en nieuwe verkiezingen) de weg vrij voor het eerste coalitiekabinet van het land tussen antirevolutionairen en katholieken. Hoewel het kabinet binnen twee jaar in moeilijkheden kwam en uiteindelijk viel, was het hen wel gelukt om een redelijk geleidelijke kiesrechtuitbreiding tot stand te brengen, een kabinet mogelijk te maken en door hen gewenste stappen te zetten op het terrein van het lager onderwijs. De Schaepman-paradox blijkt een echte: de tegenstelling tussen controverse en het scheppen van draagvlak is in dit geval grotendeels schijnbaar gebleken.Show less
De combinatie van een klassieke casus - de schoolstrijd in de Kamer in de jaren 1880 en dan met name de stellingname van De Savornin Lohman - met de theorie van deliberative democracy, in het...Show moreDe combinatie van een klassieke casus - de schoolstrijd in de Kamer in de jaren 1880 en dan met name de stellingname van De Savornin Lohman - met de theorie van deliberative democracy, in het bijzonder over religieuze deep controversies.Show less
Deze scriptie verdedigt de stelling verdedigt dat – naast de invoering van het homohuwelijk - de rol van Pim Fortuyn cruciaal is geweest voor de verandering waardoor volledige acceptatie...Show moreDeze scriptie verdedigt de stelling verdedigt dat – naast de invoering van het homohuwelijk - de rol van Pim Fortuyn cruciaal is geweest voor de verandering waardoor volledige acceptatie homoseksualiteit niet meer als bedreiging van de nationale identiteit wordt gezien maar integendeel juist als een kenmerk ervan. De scriptie toont zowel inzicht in de discussie over nationale identiteit als in die over de geschiedenis van de homoseksualiteit.Show less