In 1895, the Dutch Social Democratic Workers’ Party (SDAP) convened for its first party conference. Two years later, the first SDAP members were elected to Parliament. Between these years and the...Show moreIn 1895, the Dutch Social Democratic Workers’ Party (SDAP) convened for its first party conference. Two years later, the first SDAP members were elected to Parliament. Between these years and the Second World War, the SDAP transitioned from a party with revolutionary aspirations to a fully normalized parliamentary entity. This thesis studies the SDAP’s assembly culture (vergadercultuur) in both the House of Representatives and their own party conferences. The first part of the thesis utilizes a combination of traditional and innovative digital methodologies to demonstrate that the normalisation of the position of the SDAP in the House of Representatives peaked in the mid-1920s. The second part of the thesis explores the development of the internal assembly culture of the SDAP, focusing on the role of the chairperson, procedures, time management, and usage of ‘persoonlijke feiten’, a phenomenon originating from Parliament. This section shows that while the internal assembly culture of the SDAP matured in many respects, this process was non-linear in many other respects, rendering the metaphor of maturation insufficient.Show less
Dit onderzoek legt zich toe op het analyseren en verklaren van de invloed van maatschappelijke organisaties in de discussie omtrent de toelating van repatrianten en spijtoptanten uit Indonesië in...Show moreDit onderzoek legt zich toe op het analyseren en verklaren van de invloed van maatschappelijke organisaties in de discussie omtrent de toelating van repatrianten en spijtoptanten uit Indonesië in Nederland. Door te kijken naar een grote hoeveelheid archiefmateriaal (vergadernotulen, briefpost, nota's, moties, periodieke uitgaves) van een viertal zeer diverse organisaties kan bepaald worden welke tactieken een significante rol speelden in het uitoefenen van invloed op de Nederlandse overheid. Deze scriptie bouwt daarmee voort op Vosters' onderzoek naar de invloed van NGO's. Dit onderzoek toont aan dat in eerste instantie organisaties met een directe lijn tot de overheid meer invloed konden uitoefenen dan organisaties die een outsider status hadden en zich in een formeel isolement bevonden. Deze insider organisaties beriepen zich hierbij vaak op hun expertise over het onderwerp en hun logistieke autoriteit, waardoor de overheid taken naar hen overhevelde en er een wederzijdse afhankelijke relatie ontstond. Outsider organisaties konden echter extremere eisen stellen, waarbij ze ook meer gegenderde emotionele en morele claims maakten. Hoewel de overheid hier niet responsief voor was, namen de insider organisaties deze eisen en tactieken over tijd over, waardoor outsider organisaties indirect toch nog hun invloed deden gelden. Dit problematiseert de strikte scheidslijn tussen insider en outsider en laat zien dat organisaties met extremere eisen zonder formele toegang tot de overheid toch zeer invloedrijk kunnen zijn.Show less
My thesis investigates the problem of contrasting image-making of politicians in the 1970s and 1980s in the Netherlands. It studies the image-making of politicians, which saw the changing of norms...Show moreMy thesis investigates the problem of contrasting image-making of politicians in the 1970s and 1980s in the Netherlands. It studies the image-making of politicians, which saw the changing of norms in the political arena, professionalisation of journalism and wider social-cultural changes. Strikingly, during this period of emancipation of women and more women entering politics, the writing about female politicians stays partly stereotypical, whilst their self-presentation also follows stereotypical narratives in specific instances.Show less
In deze scriptie staat te hoe de positie van dienstweigeraars en deserteurs van de Nederlands-Indonesische oorlog in het collectieve geheugen zich heeft ontwikkeld tussen 1945 en 2005.
In 1572 is Zutphen het toneel van een burgeroorlog. In juni vindt de stad aansluiting bij de Opstand van Willem van Oranje en Willem van den Bergh, dankzij hulp van binnenuit. In november wordt de...Show moreIn 1572 is Zutphen het toneel van een burgeroorlog. In juni vindt de stad aansluiting bij de Opstand van Willem van Oranje en Willem van den Bergh, dankzij hulp van binnenuit. In november wordt de stad door het regeringsleger van Alva en don Fadrique heroverd en gestraft voor de opstandigheid. Volgens verhalen uit de latere herinneringscultuur vindt er dan een bloedbad onder de burgerbevolking plaats. Deze scriptie laat zien dat dit verhaal het product is van eigentijdse geruchten en propaganda, en gepolitiseerde herinneringspraktijken in de zeventiende eeuw. De lokale herinneringscultuur is een modern verschijnsel. Het aanvankelijke uitblijven van een lokale herinneringstraditie wordt verklaard door het ontbreken van belanghebbenden en de werking van vergetelheidclausules in amnestieregelingen als het Generaal Pardon (1574) en de Pacificatie van Gent (1576). Wat is er dan wel gebeurd? In werkelijkheid wordt het garnizoen Waalse huurlingen ter dood veroordeeld. Voor de Zutphenaren is 1572 (in hun woorden) vooral een 'ellendig jaar', waarbij de nadruk niet vanzelfsprekend op de gebeurtenissen in november ligt.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht waarom Nederlandse kinderen na de Tweede Wereldoorlog naar het buitenland werden uitgezonden en buitenlandse kinderen gelijktijdig in Nederland werden...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht waarom Nederlandse kinderen na de Tweede Wereldoorlog naar het buitenland werden uitgezonden en buitenlandse kinderen gelijktijdig in Nederland werden ondergebracht. In deze scriptie worden motieven voor de organisatie in kaart gebracht, wordt de uitzending vergeleken met andere kinderuitzendingen en wordt vanuit een governance perspectief bekeken welke actoren betrokken waren bij de vorming en uitvoering van beleid en wat hun invloed was op keuzes voor opvang, transport, verlengd verblijf, terugkeer, opvoeding en onderwijs op de plaats van opvang. Uit dit onderzoek blijkt dat het laten aansterken van de kinderen bij deze en andere kinderuitzendingen de aanleiding vormde voor de organisatie hiervan. Ook de mogelijkheid tot (her)opvoeden van de kinderen bleek een rol te spelen. Doordat veel organisaties betrokken waren bij de kinderuitzending ontstonden onderlinge concurrentie en tegengestelde belangen op nationaal en internationaal niveau.Show less
Een cultuurhistorische analyse van Nederlandse diplomaten in de twintigste eeuw, waarbij in de eerste plaats op basis van diplomatieke memoires een beeld geschetst wordt van de grote veranderingen...Show moreEen cultuurhistorische analyse van Nederlandse diplomaten in de twintigste eeuw, waarbij in de eerste plaats op basis van diplomatieke memoires een beeld geschetst wordt van de grote veranderingen in de habitus en persona van de de diplomaat en de diplomatieke cultuur in Nederland tussen 1900-2000. Tegen de achtergrond van een democratiserende maatschappij bleef het corps diplomatique lange tijd een bastion van adel en patriciaat, waarbij een belangrijke brugfunctie was weggelegd voor corporale studentenverenigingen. Na de Tweede Wereldoorlog begint een decennialange transformatie, waarbij het aristocratische karakter van de diplomatie geleidelijk aan plaatsmaakt voor een meer bureaucratische bedrijfscultuur.Show less
In dit onderzoek wordt de herkomst en ontwikkeling onderzocht van de Nederlandse traditie om de verkiezingsprogramma's van politieke partijen door te rekenen op hun economische effecten. Deze...Show moreIn dit onderzoek wordt de herkomst en ontwikkeling onderzocht van de Nederlandse traditie om de verkiezingsprogramma's van politieke partijen door te rekenen op hun economische effecten. Deze traditie, waarmee in 1986 werd aangevangen, was een reactie op de hoge werkloosheid in die tijd. Meer nog dan in andere Westerse landen werd in Nederland de economie bovendien gezien als een exacte wetenschap, die door middel van modellen accuraat de toekomst zou kunnen voorspellen. Maar er lagen wel degelijk ideologische veronderstellingen aan de basis van de modellen van het planbureau. Sinds de jaren '70 had daar een omslag plaatsgevonden van Keynesiaanse naar neoklassieke modellen. De toenemende invloed van de doorrekeningen in campagnetijd liet partijen echter weinig keuze: om serieus genomen te worden, moest je wel doorrekenen. Dit faciliteerde zowel de 'no-nonsense' managerspolitiek van de kabinetten-Lubbers, als de gedepolitiseerde consensuspolitiek van Paars. Tegelijkertijd leidden deze bestuurdersmentaliteit en het gebrek aan strijd in de politiek tot de Fortuynrevolte van 2002.Show less
In dit historische onderzoek wordt de Nederlandse militaire ethiek tijdens de Indonesische Dekolonisatieoorlog geanalyseerd. Met name de reflecties en beschrijvingen van soldaten ten aanzien van...Show moreIn dit historische onderzoek wordt de Nederlandse militaire ethiek tijdens de Indonesische Dekolonisatieoorlog geanalyseerd. Met name de reflecties en beschrijvingen van soldaten ten aanzien van extreem geweld staan centraal, en in hoeverre zij hier in moreel-juridische termen over schreven in egodocumenten. Op theoretisch niveau wordt dit verbonden met een rechtshistorische benadering, in concreto aandacht voor het ius ad bellum en ius in bello gedurende de Dekolonisatieoorlog. Zodoende wordt gedemonstreerd dat deze velden voor sommige soldaten samenhingen, waarbij de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog op verschillende wijzen een rol kon spelen.Show less
To the modern observer there seems to have been quite a large grey area between private and public warfare in the late middle-ages. It is often quite hard to distinguish between violence committed...Show moreTo the modern observer there seems to have been quite a large grey area between private and public warfare in the late middle-ages. It is often quite hard to distinguish between violence committed in name of a public authority and violence on a private title. This thesis uses a case-study of a violent conflict in the border region between Holland and the Sticht (Utrecht) ca. 1420, to explore if it is possible and useful to distinguish between the private and public elements in late medieval warfare. A large number of the border lords where able to wage war under their own banner for their own goals, and without guidance or direction of the central authority. Based on my findings I argue that private and public forms of warfare went hand in hand in the late middle-ages. Princes where more interested in channelling this violence towards their opponents, than in establishing a monopoly on violence.Show less
Deze scriptie onderzoekt de motivatie van orangistische burgers om zich politiek in te zetten in de jaren 1787 en 1788. Er wordt betoogd dat rond de omwenteling van september 1787 in de gehele...Show moreDeze scriptie onderzoekt de motivatie van orangistische burgers om zich politiek in te zetten in de jaren 1787 en 1788. Er wordt betoogd dat rond de omwenteling van september 1787 in de gehele Republiek orangistische burgers de politiek al dan niet met geweld probeerden te beïnvloeden, en dat zij daartoe werden gemotiveerd door de overtuiging dat de welvaart en vrijheid van de Republiek alleen kon worden hersteld als de stadhouder zonder tegenstand zijn taak als beschermer van de Nederlandse vrijheid kon uitvoeren. In Holland verzetten orangistische burgers zich in aanloop naar de omwenteling tegen de overwegend patriotse stedelijke regeringen en vrijkorpsen, daarbij geleid door Oranjegezinde regenten als W.G.F. Bentinck van Rhoon. Na de omwenteling vond een tweedeling plaats tussen orangisten die een gematigde restauratie voorstonden en orangisten die geloofden dat de Republiek alleen écht gered kon worden door alle patriotten uit het openbare leven te verwijderen. Omdat de stadhouder en de herstelde stadsregeringen de gematigde koers voorstonden, kwamen radicale orangistische burgers in verschillende steden tegenover hen te staan. Verstoken van regentensteun en in bedwang gehouden door het leger kon de orangistische burgerbeweging haar eisen echter niet afdwingen. Hoewel het protest van orangistische burgers in de loop van 1788 verstomde, beïnvloedde het de politieke besluitvorming, waardoor regeringsveranderingen en ontslaggolven vaak radicaler uitvielen dan de stadhouder zelf had gehoopt. De acties van orangistische burgers in 1788 laten eveneens zien dat zij geenszins werden aangestuurd door regenten maar juist op eigen initiatief handelden, uit overtuiging dat herstel de verwijdering van álle patriotten vereiste.Show less
Deze scriptie onderzoekt de rol van wetenschappelijk gezag in de Nederlandse politiek. De casus die wordt onderzocht is het milieudebat in de jaren tachtig en het kernenergiedebat in het bijzonder....Show moreDeze scriptie onderzoekt de rol van wetenschappelijk gezag in de Nederlandse politiek. De casus die wordt onderzocht is het milieudebat in de jaren tachtig en het kernenergiedebat in het bijzonder. Het onderwerp wordt bekeken aan de hand van een retorische analyse van de debatbijdrages van allerhande politici in de Tweede Kamer. In de Nederlandse politiek is de tendens van fact-free en post-truth politics, en de kritiek op wetenschappelijk gezag in het bijzonder, de afgelopen jaren vooral aan de oppervlakte gekomen tijdens het klimaatdebat. Momenteel lijkt er wat betreft dit onderwerp een hardnekkige spanning te bestaan tussen de ‘waarheid’ van de wetenschap en die van bepaalde politici. Het begin van het klimaatdebat zoals dat nu wordt gevoerd in de politiek ligt in de jaren tachtig. Het milieuvraagstuk was in toenemende mate gepolitiseerd geraakt en een bijzondere rol was weggelegd voor de slepende discussie omtrent kernenergie, die in deze periode tot een kookpunt kwam. Daarnaast zijn de jaren tachtig een interessante periode wat betreft de relatie tussen politiek en wetenschap. De zakelijke politieke stijl van Lubbers en de zijnen zorgde voor een nieuw ideaalbeeld: efficiëntie stond centraal en politiek bedrijven betekende compromissen bereiken door middel van een redelijke discussie, waarin een grote waardering was voor de mening van experts. Dit is de achtergrond waartegen de casus van het milieudebat zich in de jaren tachtig afspeelde. In deze scriptie wordt gesteld dat wetenschappelijke invloed in het politiek debat tot op zekere hoogte gewenst is, aangezien het zorgt voor een redelijke discussie gebaseerd op deskundige kennis en rationele argumentatie. De rol van de wetenschap in de Nederlandse debat- en spreekcultuur is daarmee van groot belang. Desondanks is het essentieel om de wetenschap niet als absoluut te zien en haar kritisch te blijven bevragen. Zowel het wantrouwen van de wetenschap als het portretteren van de wetenschap als absolute waarheid, brengen de politieke discussie gebaseerd op een uitwisseling van redelijke argumenten in gevaar. Voor het beschermen van het ethos van de wetenschap moeten zowel de wetenschap zelf, als politici, oppassen met het presenteren van haar claims als de waarheid. Het erkennen van de relativiteit van de wetenschap houdt daarmee de redelijke discussie in stand.Show less
Aan het begin van de twintigste eeuw werkten socialistisch- en christelijk geïnspireerde antimilitaristen op verschillende momenten samen. Hoe kwamen die samenwerkingen tot stand en welke personen...Show moreAan het begin van de twintigste eeuw werkten socialistisch- en christelijk geïnspireerde antimilitaristen op verschillende momenten samen. Hoe kwamen die samenwerkingen tot stand en welke personen speelden daarbij een sleutelrol?Show less