Between 1945 and 1952, Dutch non-governmental organisations (NGOs) closely cooperated with intergovernmental organisations (IGOs) to administer aid to refugees. Making use of a case study approach,...Show moreBetween 1945 and 1952, Dutch non-governmental organisations (NGOs) closely cooperated with intergovernmental organisations (IGOs) to administer aid to refugees. Making use of a case study approach, this thesis scrutinises the cooperation between four NGOs and the Intergovernmental Committee on Refugees (IGCR) and the International Refugee Organisation (IRO). How and why did NGOs and IGOs join forces to effectuate refugee relief? It turned out that interdependence played an important role: NGOs were reliant on the financial support from IGOs, whilst IGOs needed the ‘grassroot’ expert knowledge of NGOs. NGOs also distributed IGO support to the refugees and mediated on behalf of the refugees. In return, IGOs provided NGOs with legal assistance and advice. Moral arguments and preventive considerations (keeping the refugees on the right path and the fear for unwished precedents) played a lesser role in fuelling NGO-IGO cooperation. All in all, this thesis provides a first insight in the unstudied activity of Dutch relief NGOs directly after the war. The case studies are conducted against the backdrop of an extensive and inconclusive debate on NGOs and their role in the establishment of the modern humanitarian refugee regime.Show less
In dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog....Show moreIn dit onderzoek is gekeken naar de vraag waarom er een verschil bestond tussen de doelen van het migratiebeleid en de praktische uitvoering hiervan in de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog. Deze vraag wordt gesteld in het kader van de "gap hypothesis", een hypothese die stelt dat er een groeiende kloof bestaat tussen de doelen en resultaten van nationaal migratiebeleid in hedendaagse liberale staten. Om meer te zeggen over deze kloof is in dit onderzoek gebruik gemaakt van vreemdelingendossiers van de Vreemdelingendienst met betrekking tot vreemdelingen in Nederland die een gevaar vormden voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid en gezondheid. Uit de analyse van deze dossiers blijkt dat momenten van crisis, zoals de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog, een impuls gaven aan de uitvoering van het migratiebeleid en een grote mate van consensus creëerden onder de actoren die verantwoordelijk waren voor de uitvoering van het beleid, waardoor de kloof tussen migratiebeleid en praktijk tijdelijk kromp. De kloof tussen het migratiebeleid en de praktijk hiervan is dan ook een dynamischer fenomeen dan de gap hypothesis suggereert. Crisismomenten zijn "windows of opportunity" waarbinnen ideeën die door een gebrek aan consensus vastzaten, alsnog gerealiseerd kunnen worden.Show less