Immigratie is de afgelopen decennia een centraal thema geweest in het publieke debat. In dit onderzoek is geanalyseerd hoe koningin Beatrix op retorische manier het debat over immigratie heeft...Show moreImmigratie is de afgelopen decennia een centraal thema geweest in het publieke debat. In dit onderzoek is geanalyseerd hoe koningin Beatrix op retorische manier het debat over immigratie heeft beïnvloed tijdens haar kersttoespraken. De resultaten van deze analyse van de Nederlandse kersttoespraken worden vergeleken met de resultaten van de Deense, Zweedse en Noorse monarchen uit het onderzoek van Kjeldsen (2019). De hoofdvraag luidt: Hoe gaat koningin Beatrix in haar kersttoespraken van 1980-2013 in retorisch-topisch opzicht om met de vraagstukken over immigratie en de multiculturele samenleving en hoe verhoudt dit zich tot de manieren waarop de Deense, Noorse en Zweedse monarchen hiermee omgaan? Retorisch-topisch onderzoek naar deze toespraken zorgt voor een nieuw perspectief op dit nog weinig belichte onderwerp, een onderwerp dat toch veel invloed heeft. Haar retorische keuzes om het publiek aan te spreken hebben invloed op de vorming van gedeelde normen en waarden t.a.v. het immigratiebeleid en de nationale identiteit van Nederlanders. Er zijn 33 toespraken met elkaar vergeleken in de periode 1980 tot en met 2013.Show less
Naar aanleiding van de toenemende aandacht voor de vrouwelijke retoriek in de politiek en de publicatie van Grebelsky-Lichtman (2017) is er in deze scriptie onderzoek gedaan naar het gebruik van...Show moreNaar aanleiding van de toenemende aandacht voor de vrouwelijke retoriek in de politiek en de publicatie van Grebelsky-Lichtman (2017) is er in deze scriptie onderzoek gedaan naar het gebruik van vrouwelijke communicatiekenmerken door acht Nederlandse fractieleiders, vier vrouwen en vier mannen. Door van iedere fractieleider één toespraak te onderzoeken op het gebruik van zes verschillende aan de vrouwelijke spreekstijl toegekende communicatiekenmerken, zoals opgesteld door Grebelsky-Lichtman (2017), is er getracht om een antwoord te geven op de volgende hoofdvraag: In hoeverre gebruiken Nederlandse vrouwelijke en mannelijke politici communicatiekenmerken toegekend aan de vrouwelijke spreekstijl in hun toespraken gegeven tijdens de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer, gebaseerd op het model van Grebelsky-Lichtman (2017)? De deelvraag die in dit scriptieonderzoek geadresseerd wordt is als volgt: In hoeverre kan er een sterk verband aangetoond worden tussen communicatiekenmerken en gender in een beperkt corpus? Grebelsky-Lichtman heeft haar onderzoek gefundeerd op verschillende theorieën, zoals IMT, PIM en AAT. De theorieën zijn afkomstig uit relevante literatuur op het gebied van communicatie en politiek. Centraal in het onderzoek staat de analyse van een corpus bestaande uit 24 toespraken gegeven door 12 invloedrijke vrouwelijke politici, afkomstig uit verschillende Westerse landen, waarin wordt onderzocht welke communicatiekenmerken door deze vrouwen gebruikt worden. De conclusie van het onderzoek van Grebelsky-Lichtman (2017) is dat de geanalyseerde vrouwen allemaal gebruik maken van een zogenoemd gemixt communicatiemodel, bestaande uit het gebruik van voornamelijk mannelijke communicatiekenmerken en een minimale hoeveelheid kenmerken gekoppeld aan de vrouwelijke spreekstijl, en vrouwelijke non-verbale communicatiekenmerken. Door te onderzoeken in welke mate de Nederlandse fractieleiders gebruik maken van vrouwelijke communicatiekenmerken kan de conclusie getrokken worden of er in Nederland ook sprake is van het gebruik van een gemixte communicatieset of dat de Nederlandse fractieleiders zich vasthouden aan de kenmerken die worden gekoppeld aan hun gender vanuit gevestigde wetenschappelijke inzichten. De conclusie van dit scriptieonderzoek is dat de Nederlandse fractieleiders communicatiekenmerken gebruiken die onafhankelijk zijn van hun gender. De geanalyseerde mannelijke en vrouwelijke fractieleiders gebruiken beide een minimale hoeveelheid vrouwelijke kenmerken in hun toespraken. Ook is er geconcludeerd dat vrouwen significant meer gebruik maken van het aan de vrouwelijke spreekstijl toegekende communicatiekenmerk verzoeken doen aan medepolitici, en dat de mannen significant meer gebruik maken van het aan de vrouwelijke spreekstijl toegekende communicatiekenmerk stellen van vragen. Om aan te tonen in hoeverre de verschillen in gebruik van alle zes communicatiekenmerken significant zijn is er gebruik gemaakt van log likelihood, een berekening die geschikt is om te gebruiken voor verschijnselen die weinig voorkomen in een corpus. Er kan in dit corpus niet aangetoond worden dat er een verband bestaat tussen communicatiekenmerken en gender. De reden dat ook de mannelijke fractieleiders gebruik maken van vrouwelijke communicatiekenmerken is dat de kenmerken wellicht niet gender gebonden, maar genre gebonden zijn.Show less