Er is onderzoek gedaan naar de rol die bestaande beelden over deepfakes in de Nederlandse media speelden in berichtgeving over een specifieke casus die zich afspeelde in april 2021. Hierbij deed...Show moreEr is onderzoek gedaan naar de rol die bestaande beelden over deepfakes in de Nederlandse media speelden in berichtgeving over een specifieke casus die zich afspeelde in april 2021. Hierbij deed een lid van een Russisch bedriegersduo zich voor als de Russische oppositiepoliticus Leonid Volkov en sprak met de Vaste Kamercommissie voor buitenlandse zaken. Eerst rapporteerde de berichtgeving over deze casus dat de bedrieger gebruik maakte van deepfaketechnologie, maar dit bleek later niet zo te zijn. Deze scriptie onderzoekt hoe deze fout tot stand gekomen is en welke factoren daa r een rol bij hebben gespeeld aan de hand van drie stappen. In de eerste stap is er een frameanalyse uitgevoerd over de Nederlandse berichtgeving over deepfakes in de periode 23 november 2020 tot 23 april 2021, waaruit bleek dat de framing van deepfakes in deze periode grotendeels negatief was. In de tweede en derde stap is een reconstructie van de berichtgeving over de casus uitgevoerd, respectievelijk door middel van een analyse van de berichtgeving zelf en door interviews met twee journalisten die over d e casus schreven. Hieruit bleek dat meerdere factoren een rol speelden in het ontstaan van de fout, inclusief de bestaande hype over deepfaketechnologie, maar ook gebrek aan beeldmateriaal van de bedrieger en de tijdsdruk die in het algemeen binnen het journalistieke vak bestaat.Show less
De manier waarop journalisten zich profileren is sinds de komst van sociale media sterk veranderd. Waar zij voorheen geacht werden om afstand tot onderwerpen en verhalen te behouden, is het...Show moreDe manier waarop journalisten zich profileren is sinds de komst van sociale media sterk veranderd. Waar zij voorheen geacht werden om afstand tot onderwerpen en verhalen te behouden, is het tegenwoordig vanzelfsprekend dat journalisten zich geopinieerd uitspreken en persoonlijke informatie delen op sociale platformen als Twitter en Instagram. Dit duidt op een verandering in de traditionele journalistieke waarden. Een verklaring hiervoor is, volgens de literatuur, de normalisatie van een nieuwe medialogica binnen de journalistiek, waaruit de wens ontstaat om een personal brand op te bouwen. Dit zou journalisten namelijk talloze economische, activistische en egocentrische voordelen opleveren, die zij in een tijd van toenemende concurrentie en economische crisis hard nodig hebben. Vooral freelance journalisten zouden hierbij gebaat zijn, omdat zij aan de hand van een succesvol online brand gemakkelijker opdrachten kunnen verkrijgen. Deze scriptie onderzoekt middels kwalitatieve interviews met tien freelance journalisten en een inhoudsanalyse van hun sociale profielen op welke manier zij zich profileren, hoe zij hun keuzes in hun online activiteiten motiveren en hoe zich dit relateert tot traditionele journalistieke waarden als ‘objectiviteit’, ‘transparantie’ en ‘autonomie’. De resultaten van dit onderzoek vormen een uitgebreide typering van het online gedrag van freelance journalisten en hun opvattingen over sociale media. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de respondenten de traditionele journalistieke waarden niet zo zeer herdefiniëren, maar dat er onder hen wel duidelijke verschuivingen te zien zijn in de prioritering van de journalistieke waarden. Dit betekent dat waarden als ‘autonomie’ en ‘transparantie’ tegenwoordig belangrijker worden geacht dan waarden als ‘objectiviteit’ of ‘onpartijdigheid’. Met een nieuw paradigma als ‘constructieve journalistiek’ wordt de verschuiving van deze waarden verklaard en gerechtvaardigd. Daarnaast wijzen de respondenten op het vervagen van de conceptuele grenzen van de journalistiek en benadrukken zij het belang van subcategorieën binnen het werkveld. Zo heeft de specifieke journalistieke functie waar een journalist zich mee identificeert belangrijke implicaties voor de hantering van journalistieke normen en waarden. Toch blijkt personal branding voor alle respondenten niet het belangrijkste doel van hun sociaalmediagebruik, waardoor de invloed op de journalistieke waarden beperkt blijft.Show less
De onthullingen van Edward Snowden over grootschalige spionage door Amerikaanse inlichtingendiensten hebben vanaf 2013 geleid tot een enorme hoeveelheid nieuwe literatuur over dit onderwerp. Een...Show moreDe onthullingen van Edward Snowden over grootschalige spionage door Amerikaanse inlichtingendiensten hebben vanaf 2013 geleid tot een enorme hoeveelheid nieuwe literatuur over dit onderwerp. Een aanzienlijk deel daarvan gaat over de impact van (digitale) overheidssurveillance op het werk van journalisten en hun omgang met vertrouwelijke bronnen. Dit onderzoek is een aanvulling op de overwegend Amerikaanse literatuur die al beschikbaar is. Aan de hand van semigestructureerde diepte-interviews met tien Nederlandse onderzoeksjournalisten is onderzocht hoe zij de dreiging van overheidssurveillance ervaren en op welke manier dit de omgang met vertrouwelijke bronnen beïnvloedt. Waar in theorie bij journalisten en bronnen een chilling effect kan optreden, is daar in dit onderzoek geen bewijs voor gevonden. Wel blijkt uit de gesprekken dat bewustzijn over de mogelijke gevaren, invloed heeft op de manier van communiceren en het gebruik van informatiebeveiligingstechnologie. De conclusies uit dit onderzoek zijn toepasbaar op onderzoeksjournalisten die ervaring hebben met thema’s als nationale veiligheid, politie, justitie, inlichtingendiensten en (georganiseerde) criminaliteit. In hoeverre de bevindingen ook opgaan voor de Nederlandse journalistiek in het algemeen, zal toekomstig onderzoek moeten uitwijzen.Show less
Wie niet in staat is om zijn of haar favoriete voetbalploeg te volgen op televisie, kan een liveblog raadplegen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in een wedstrijd. Zowel...Show moreWie niet in staat is om zijn of haar favoriete voetbalploeg te volgen op televisie, kan een liveblog raadplegen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in een wedstrijd. Zowel landelijke als regionale media maken gebruik van een liveblog om wedstrijden te verslaan. Van wedstrijdverslagen van nationale ploegen is bekend dat er een bepaalde vorm van chauvinisme in de berichtgeving zit. Dit exploratieve onderzoek richt zich op chauvinisme in regionale liveblogs en hoe deze regionale liveblogs verschillen tot een landelijk liveblog. Met een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn drie liveblogs onderzocht en met elkaar vergeleken: twee regionale liveblogs (RTV Rijnmond en RTV Utrecht) en één landelijk liveblog (NU.nl). De liveblogs zijn onderzocht op subjectief taalgebruik, sociale identiteit, nabijheid en brongebruik. Resultaten van dit exploratieve onderzoek tonen aan dat in regionale liveblogs sprake is van chauvinistische berichtgeving rond de ‘eigen’ ploeg. Dit komt tot uiting in het gebruik van evaluaties, meningen, aansporingen en resultaten/prestaties uit het verleden.Show less
In dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: Hoe wordt in landelijke Nederlandse kranten geschreven over cold cases en op welke wijze varieert dit bij verschillende typen slachtoffers?...Show moreIn dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: Hoe wordt in landelijke Nederlandse kranten geschreven over cold cases en op welke wijze varieert dit bij verschillende typen slachtoffers? Daarbij zijn drie deelvragen opgesteld die zich richten tot verschillende thema’s, coldcaseslachtoffers en de lengte van krantenartikelen. Aan de hand van een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn 59 krantenartikelen over zes cold cases geanalyseerd. De resultaten hiervan tonen aan dat drie verschillende informatiethema’s kunnen worden onderscheiden: Autoritaire en onderzoeksgerichte informatie, Persoonlijke achtergronden en informatie & Maatschappelijke betrokkenheid. Deze thema’s concurreren niet met elkaar, maar vullen elkaar aan. Aan de hand van deze thema’s is geconcludeerd dat de mate waarin een coldcaseslachtoffer de volledige en legitieme status van slachtoffer krijgt geen beslissende rol hoeft te spelen bij de wijze waarop over een zaak wordt geschreven. Het is niet zozeer het slachtoffer dat bepalend is: het zijn voornamelijk kenmerken van de zaak zoals de modus operandi. In hoeverre een coldcaseslachtoffer een status als ‘ideaal’ slachtoffer toegewezen krijgt, bepaalt dan ook niet zozeer hoe over hen wordt geschreven, maar eerder hoeveel. In termen van hoeveelheden geldt daarnaast: hoe meer woorden een publicatie bevat, hoe meer persoonlijke informatie wordt uitgediept, ongeacht of een coldcaseslachtoffer wel of niet een legitieme slachtofferstatus heeft.Show less
In deze scriptie is onderzoek gedaan naar hoe jonge Nederlandse journalisten van kleur diversiteit en inclusiviteit ervaren op de redacties waar ze werken. Beide thema’s krijgen in het...Show moreIn deze scriptie is onderzoek gedaan naar hoe jonge Nederlandse journalisten van kleur diversiteit en inclusiviteit ervaren op de redacties waar ze werken. Beide thema’s krijgen in het medialandschap de afgelopen jaren geregeld aandacht, maar toch slagen veel redacties er niet in om hun berichtgeving en personeelsbestand representatief in te richten in overeenstemming met hun doelgroep. In deze context is het nog niet eerder voorgekomen dat specifiek jonge journalisten, van 35 jaar of jonger, aan het woord komen bij dit onderwerp. Deze groep journalisten van kleur heeft een kwetsbare positie, aangezien ze over het algemeen nog weinig werkervaring hebben opgedaan in het medialandschap. Dat neemt niet weg dat juist deze groep over een unieke vorm van kennis beschikt die een wezenlijke toevoeging kan zijn aan de oplossing om het Nederlandse medialandschap succesvol te diversifiëren en inclusief te maken. Door juist met de mensen in gesprek te gaan die vaker worden uitgesloten en overgeslagen of zich vaker moeten aanpassen, kan in beeld worden gebracht op welke manier redacties terreinwinst kunnen boeken. Door twaalf semigestructureerde diepte-interviews met jonge Nederlandse journalisten van kleur af te leggen, is laten zien hoe deze journalisten kijken naar de diversiteit en inclusiviteit op hun redacties. Deze ervaringen lopen sterk uiteen en zijn in vijf categorieën ondergebracht. Elke categorie wordt besproken aan de hand van verschillende ervaringen. Door te laten zien waar het bij de negatieve ervaringen tekortschiet, kan worden blootgelegd hoe machtsverhoudingen bij deze tekortkomingen een cruciale rol spelen. Dominante redactieculturen kunnen er op deze manier voor zorgen dat een deel van de geïnterviewden zich uitgesloten voelt en zich genoodzaakt ziet om zich continu aan te passen. Dat is op zijn minst zorgwekkend te noemen en daarom is er actie nodig.Show less
Journalisten oefenen een grote invloed uit op de manier waarop het publiek de sociale werkelijkheid interpreteert en hiernaar handelt. Helemaal ten tijde van crisissituaties, zoals tijdens de...Show moreJournalisten oefenen een grote invloed uit op de manier waarop het publiek de sociale werkelijkheid interpreteert en hiernaar handelt. Helemaal ten tijde van crisissituaties, zoals tijdens de uitbraak van een virus, is het daarom belangrijk dat journalisten het publiek van relevante en accurate informatie voorzien. Journalisten maken hierbij graag gebruik van expertbronnen, omdat experts in het huidige medialandschap een inherente betrouwbaarheid en geloofwaardigheid krijgen toebedeeld. Echter, uit eerder onderzoek blijkt dat journalisten niet altijd even nauwkeurig met experts omgaan, waardoor het publiek overdreven of foutief wordt geïnformeerd. Daarnaast worden journalisten er dikwijls van beschuldigd te veel gericht te zijn op conflict, spanning en drama, voornamelijk op televisie en in talkshows. In dit licht is het de vraag op welke manier journalisten medisch experts bevragen in Nederlandse talkshows tijdens de coronacrisis; de vraag die in dit onderzoek centraal stond. Om een zo nauwkeurig mogelijk beeld van de daadwerkelijke praktijk van journalistiek brongebruik te geven, lag in dit onderzoek de focus op de vragen en reacties van journalisten. Hiermee zou in tegenstelling tot eerder onderzoek ook de invloed van journalisten op de berichtgeving van bronnen meegenomen kunnen worden. Het nieuwsinterview was het genre dat voor dit onderzoek het meest geschikt werd geacht. Echter, antwoord op de vraag hoe journalisten specifiek medisch experts in Nederlandse talkshows bevragen, bleek niet in bestaande theorieën van dit genre gevonden te kunnen worden. Zo richtte eerder onderzoek naar nieuwsinterviews zich voornamelijk op de Anglo-Amerikaanse context, politici als geïnterviewden en persconferenties als contextuele setting. Daarnaast ontbrak het in de wetenschappelijke literatuur aan een analysemodel waarmee de vragen en reacties van journalisten systematisch in kaart gebracht konden worden. Uitbreiding van het onderzoeksveld van nieuwsinterviews was voor bovenstaande onderzoeksvraag dus nodig; hetgeen dit onderzoek middels het ontwikkelen van een categorisering en een nieuw analysemodel van mogelijke vragen en reacties van journalisten heeft gedaan. Met dit nieuwe analysemodel is het namelijk niet alleen mogelijk om meer systematisch inzicht te geven in de manier waarop journalisten met (in dit geval specifiek) medisch experts tijdens de coronacrisis omgaan; ook wordt in het nieuwe analysemodel de (indirecte) invloed van journalisten op de antwoorden van de geinterviewden en dus op de totstandkoming van het nieuws meegenomen. In het nieuwe analysemodel wordt namelijk een onderscheid gemaakt tussen neutralistische en sturende categorieën, waarbij de tweede categorie inzicht geeft in de invloed van de journalist op de geïnterviewde. Hiermee geeft verdere toepassing van het nieuwe analysemodel nauwkeuriger inzicht in de manier waarop berichtgeving tot stand komt en in de manier waarop journalisten met hun bronnen omgaan.Show less
De kritiek op de NOS wordt steeds zichtbaarder in de Nederlandse samenleving, met een toename in agressie tegen journalisten en anti-NOS reacties op social media. Dit onderzoek beoogt uit te wijzen...Show moreDe kritiek op de NOS wordt steeds zichtbaarder in de Nederlandse samenleving, met een toename in agressie tegen journalisten en anti-NOS reacties op social media. Dit onderzoek beoogt uit te wijzen welke kritiek critici op de NOS hebben en wat hun drijfveren voor deze kritiek zijn. Middels diepte-interviews met NOS-critici is dit onderzocht. In de interviews zijn verschillende aspecten van de NOS besproken, onder andere haar betrouwbaarheid, de nieuwswaardigheid van het nieuws van de NOS en de manier waarop critici de kritiek uiten. Uit deze interviews zijn verschillende thema’s af te leiden. Als eerste blijkt dat critici het nieuws van de NOS incompleet vinden. Dit uit zich op vier fronten: informatie wordt uit de context gehaald, de informatie biedt weinig diepgang, nieuws wordt maar vanuit een perspectief belicht en samenstelling van de redactie kent te weinig diversiteit. Ten tweede vinden critici de NOS gekleurd, wat zich uit op drie vlakken: critici vinden de NOS te links, subjectief en ze vinden het taalgebruik gekleurd. Als derde kritiekpunt vinden critici de NOS te commercieel. Ze zijn van mening dat de NOS te veel gebruik maakt van clickbait en dat zij zich te veel richten op het behalen van hoge kijkcijfers door middel van sensatie zoeken. Het laatste kritiekpunt dat critici op de NOS hebben is dat zij redactionele zwaktes vertonen. Het nieuws is vaak te laat, de website is onoverzichtelijk en het nieuws is te negatief. Verschillende critici zijn van mening dat de onkunde van de NOS bewust gebeurt om het publiek te beïnvloeden. Critici die zich hier niet bij aansluiten delen hun kritiek op de NOS om deze reden ook niet publiekelijk, maar alleen in persoonlijke kringen. Critici hebben twee drijfveren voor deze kritiek. Ten eerste omdat dat de NOS een publieke omroep is die betaald wordt van belastinggeld. De tweede drijfveer voor kritiek ontstaat als het wereldbeeld dat de NOS toont niet aansluit bij het wereldbeeld van de criticus. Concluderend zijn er onder NOS-critici twee hoofdstromingen te onderscheiden: ofwel critici die van mening zijn dat de NOS hogere kwaliteit moet leveren omdat zij een publieke omroep zijn, ofwel critici die de NOS niet vertrouwen vanwege hun relatie met de Nederlandse overheid. De eerste groep critici vindt de NOS vooral te oppervlakkig, commercieel en bekritiseert de redactionele vaardigheden van de omroep. De tweede groep critici vindt de NOS juist te links, is van mening dat de omroep informatie uit de context haalt en zijn van mening dat zij hiermee het Nederlandse publiek proberen te beïnvloeden.Show less
De journalistiek ligt de laatste tijd steeds meer onder vuur. Van buitenaf klinken geluiden dat journalisten nepnieuws verspreiden of zich voor het karretje laten spannen als een propagandamachine....Show moreDe journalistiek ligt de laatste tijd steeds meer onder vuur. Van buitenaf klinken geluiden dat journalisten nepnieuws verspreiden of zich voor het karretje laten spannen als een propagandamachine. Hierdoor neemt de druk op de journalistiek steeds meer toe, waardoor deze zich ook moet verdedigen tegen de kritiek van buitenaf. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen hoe Nederlandse journalisten omgaan met kritiek en haatdragende taal van buitenaf. Om hierachter te komen staat de volgende onderzoeksvraag centraal: Op wat voor manier(en) verweren Nederlandse journalisten van nieuwsmedia zich tegen kritische opmerkingen en hate speech van buitenaf? Om deze vraag te beantwoorden zijn elf journalisten van tien verschillende Nederlandse nieuwsmedia een-op-een geïnterviewd. Alle elf de journalisten zijn gevraagd naar hun visies en ervaringen op zes onderdelen: de journalistieke professie, maatschappelijke taken van de journalist, de relatie tot het publiek, de kritiek en soorten kritiek, het omgaan met de kritiek en ten slotte de effecten van de kritiek. Uit de antwoorden zijn verschillende manieren van omgaan met kritiek naar voren gekomen, waarbij meerdere journalisten aangeven dat zij de kritiek makkelijk van zich laten afglijden. Bovendien zijn meerdere journalisten bereid om te reageren op kritiek, al stopt die welwillendheid vaak wanneer er scheldwoorden aan te pas komen.Show less
Vertrouwen in de journalistiek neemt af, mede door de opkomst van nieuwsconsumptie via sociale media. Transparantie wordt door velen gezien als de oplossing om het vertrouwen te herstellen. Dit...Show moreVertrouwen in de journalistiek neemt af, mede door de opkomst van nieuwsconsumptie via sociale media. Transparantie wordt door velen gezien als de oplossing om het vertrouwen te herstellen. Dit onderzoek voert een experiment uit in Nederland om te onderzoeken of transparantie daadwerkelijk het medicijn kan zijn tegen het dalende vertrouwen. Vertrouwen wordt, in dit geval, gemeten in geloofwaardigheid, het vertrouwen op microniveau. Het resultaat van een online experiment laat een klein positief, niet significant effect zien. De conclusie uit dit onderzoek luidt dan ook dat transparantie niet de oplossing is om het dalende vertrouwen in de journalistiek te herstellenShow less
Steeds meer geschreven nieuwsmedia die oorspronkelijk of hoofdzakelijk artikelen produceren brengen nu ook audioproducties uit. Een belangrijke vorm daarvan zijn nieuwspodcasts, waarbij bestaande...Show moreSteeds meer geschreven nieuwsmedia die oorspronkelijk of hoofdzakelijk artikelen produceren brengen nu ook audioproducties uit. Een belangrijke vorm daarvan zijn nieuwspodcasts, waarbij bestaande producties -hoofdzakelijk artikelen -van het medium op een bepaalde manier als achtergrond dienen. Naar de remediatie van artikelen naar deze nieuwspodcasts is nog nauwelijks onderzoek gedaan. De kenmerken van podcasts zijn wel al veelvuldig onderzocht. Met name transparantie komt daarin naar voren als een belangrijk kenmerk van de podcast. In dit onderzoek wordt daarom de verbinding gelegd tussen de remediatie van artikelen naar nieuwspodcast en de kenmerken van podcasts uit de literatuur en hoe deze daarin naar voren komen. Allereerst wordt er een analyse gemaakt van de verschillende soorten nieuwspodcasts die door de geschreven nieuwsmedia worden gemaakt. Hieruit wordt een relevante typologie opgesteld. Vervolgens wordt aan de hand van semi-gestructureerde diepte-interviews met verschillende podcastmakers van een diverse groep bedrijven uit de geschreven nieuwsmedia gevraagd naar deze remediatie. Op deze manier wordt gekeken hoe deze remediatie plaatsvindt en hoe de kenmerken van podcasts hierin naar voren komen. In het bijzonder wordt daarbij gekeken naar de rol van transparantie. Uit een analyse door middel van constante vergelijking van deze interviews blijkt dat nieuwspodcasts door deze nieuwsmedia op vele verschillende manieren worden gemaakt. De motieven om een nieuwspodcast te maken gaan daarbij verder dan alleen het uitbreiden van het aanbod en het vergroten van het bereik. Ook het promoten van de de kwaliteit van het nieuwsmedium als geheel en van de journalistiek in het algemeen kan daarbij een rol spelen. Dit hangt samen met de grote rol die transparantie speelt in de nieuwspodcasts. Deze transparantie valt uiteen in allerlei vormen, die zijn te positioneren op een schaal tussen twee hoofdvormen van transparantie; professionele en persoonlijke transparantie.Show less
Sinds het begin van de coronaviruspandemie verspreidt mis- en desinformatie zich ongelimiteerd en razendsnel op traditionele en sociale media. Factchecken wordt beschouwd als het middel om mis- en...Show moreSinds het begin van de coronaviruspandemie verspreidt mis- en desinformatie zich ongelimiteerd en razendsnel op traditionele en sociale media. Factchecken wordt beschouwd als het middel om mis- en desinformatie te bestrijden. Desondanks blijkt uit bestaande literatuur dat factchecken slechts in beperkte mate effectief is in het aanpassen van misvattingen, omdat mensen geneigd zijn om informatie die niet overkomt met bestaande overtuigingen te negeren. Factcheckers hechten steeds meer waarde aan transparantie. Er is echter weinig empirisch bewijs voor het effect van transparantie bij factchecken. Derhalve wordt in dit huidige onderzoek onderzocht wat de invloed is van transparantie in factcheckartikelen op 1) de gepercipieerde betrouwbaarheid en 2) op de accuraatheid en zekerheid van overtuigingen over misvattingen. In totaal namen 112 participanten (m.b.t. onderzoeksvraag over betrouwbaarheid) en 79 participanten (m.b.t. onderzoeksvraag over accuraatheid en zekerheid) mee aan het onderzoek. Na onderzocht te hebben of participanten een misvatting hadden over het coronavirus, kregen zij ofwel een transparant ofwel een niet-transparant factcheckartikel te lezen. De resultaten toonden aan dat transparantie geen invloed had op de gepercipieerde betrouwbaarheid en op de accuraatheid van overtuigingen. Echter, het lezen van een factcheckartikel leidde globaal wel tot accuratere overtuigingen. Daarnaast toonde dit onderzoek aan dat het consumeren van een niet-transparant factcheckartikel tot onzekerdere overtuigingen leidde. Het lezen van een transparant factcheckartikel had geen invloed op de zekerheid van overtuigingen. Aangezien dit fundamenteel onderzoek betreft, wordt aangeraden om deze huidige studie te repliceren voor robuustere bevindingen.Show less