De bron is van cruciaal belang voor de journalist. Alleen door gebruik te maken van betrouwbare bronnen, is de journalist in staat om het publiek te voorzien van betrouwbare en verifieerbare...Show moreDe bron is van cruciaal belang voor de journalist. Alleen door gebruik te maken van betrouwbare bronnen, is de journalist in staat om het publiek te voorzien van betrouwbare en verifieerbare informatie. De bron voorziet de journalist van de informatie waarop nieuwsverhalen zijn gebaseerd. Bronnen spelen daarnaast een rol in het werk van de journalist. Dat blijkt onder meer uit het feit dat geïnterviewde bronnen de kans krijgen om teksten na te lezen voor publicatie. Deze studie poogt bloot te leggen welke macht bronnen hebben in de lokale journalistiek. De leefwereld van de eindredacteur van de lokale krant is daarbij het uitgangspunt, gezien hij de kwaliteit van de krant dient te bewaken. Voor de kwaliteit van lokale journalistiek wordt al langere tijd gevreesd. Zo zorgen financiële tekorten sinds de digitalisering van het nieuws voor een redactiekrimp en een stijgende werkdruk. Het werk van de eindredacteur veranderde daardoor ook. Er bestaan in onderzoek zorgen over hoe dit ook het brongebruik in de lokale journalistiek beïnvloedt. Veelal zouden lokale kranten te weinig bronnen gebruiken, persberichten meteen doorplaatsen en moeizaam de lokale samenleving representeren. Dit heeft tot gevolg dat de lokale krant tekortschiet in het vervullen van haar drie functies: informeren, controleren en verbinden. Dat is onwenselijk, want lokale burgers moeten goed geïnformeerd zijn over de politiek zodat ze onder meer weloverwogen beslissingen maken bij de lokale verkiezingen. In eerder onderzoek naar bovenstaande problematiek spelen vier onderwerpen een grote rol. Deze zijn ook van belang voor deze studie: de bron, de lokale journalistiek, het nieuwsproductieproces en de eindredacteur als kwaliteitsbewaker. Om vast te stellen welke rol de bron speelt in het nieuwsproductieproces op lokale redacties volgens de eindredacteur, zijn twaalf interviews afgenomen met eindredacteuren bij lokale kranten in Zuid-Holland. Uit de resultaten kwam naar voren dat de macht van de bron groot is. De lokale inwoner is de belangrijkste bron van de lokale eindredacteur. Daaronder vallen de lezers, institutionele bronnen en mensen uit het verenigingsleven. Deze bronnen voorzien de lokale eindredacteur van veel nieuwsonderwerpen. Eindredacteuren selecteren wekelijks uit honderden mails en persberichten welke onderwerpen er in de krant komen. Bij deze ‘in-kant’ van het nieuws, zitten ook verzoeken tot interviews. Eindredacteuren bevestigen dat bronnen hen meestal benaderen voor een interview. Aan het einde van het nieuwsproductieproces krijgen bronnen de kans om artikelen voor publicatie na te lezen. Ze mogen suggesties doen om feitelijke onjuistheden aan te laten passen, maar gaan vaak een stap verder dan wat eindredacteuren verstaan onder ‘feitelijk onjuist’. Zo nemen bronnen uitspraken terug of herschrijven ze quotes. Daarbij geeft de eindredacteur niet-institutionele bronnen met persoonlijke verhalen meer vrijheid dan institutionele bronnen en mensen met belangen. Bronnen zijn ten slotte doorgaans bekenden van de eindredacteur. Dit komt doordat de eindredacteur zelf onderdeel uitmaakt van de lokale gemeenschap of doordat hij de bron eerder sprak voor een interview. De eindredacteur bij lokale media is namelijk verantwoordelijk voor het volledige nieuwsproductieproces van een krant, en neemt dus ook zelf interviews af. Echter, de eindredacteur vindt het belangrijk om verschillende bronnen in de gemeenschap te spreken om representatief te zijn. Daarnaast zou hij geen mensen uit zijn nabije omgeving interviewen in verband met belangenverstrengeling. Hoewel dus blijkt dat de macht van de bron groot is, blijft het voor de eindredacteur belangrijk om een onafhankelijke kwalitatieve krant te maken. Hierbij is het voor hen voornamelijk belangrijk dat de lokale journalistiek ‘voor en door bewoners’ wordt gemaakt.Show less
Genderneutraal en inclusief taalgebruik zijn vaak onderwerp van discussie op veel nieuwsredacties. Er bestaan verschillende studies over hoe de geschreven journalistiek hiermee omgaat. Er is nog...Show moreGenderneutraal en inclusief taalgebruik zijn vaak onderwerp van discussie op veel nieuwsredacties. Er bestaan verschillende studies over hoe de geschreven journalistiek hiermee omgaat. Er is nog geen onderzoek gedaan naar genderneutraal taalgebruik in de gesproken journalistiek zoals in presentatieteksten. Daarom focust dit onderzoek zich op Nederlandse televisienieuwsprogramma’s. Specifiek komen in deze analyse presentatoren en eindverantwoordelijken van twee publieke organisaties (NOS en EenVandaag) en twee commerciële partijen (RTL Nieuws/EditieNL en Hart van Nederland) aan het woord. Met hun inzichten wordt de hoofdvraag: ‘Hoe zeggen presentatoren en eindverantwoordelijken van Nederlandse televisienieuwsprogramma’s om te gaan met genderneutrale voornaamwoorden en neutrale beroepsaanduidingen?’ beantwoord. De deelvragen richten zich op genderneutrale voornaamwoorden en neutrale beroepsaanduidingen, de rol van nieuwsmedia en het gebruik van queer. Uit de literatuur komt naar voren dat de media een belangrijke rol spelen bij het vastleggen en veranderen van taalnormen, omdat de taal die de media gebruiken gezien wordt als de standaard (Van Poecke & Van den Bulck, 1991 – p. 83). Taal moet als het ware een spiegel zijn van de maatschappij waarbij de journalistiek verantwoordelijk is voor representatieve berichtgeving. De media kijken dan ook naar de (gender)neutrale taalontwikkeling over beroepsaanduidingen en voornaamwoorden voor non-binaire personen in het bijzonder. Daarnaast is queer als overkoepelende en meer neutrale term voor de lhbti+-gemeenschap, waar non-binaire personen onder vallen, opgenomen als taalontwikkeling, omdat queer vaker door organisaties wordt gebruikt. Uit de theorie blijkt dat een stijlboek met taalrichtlijnen een belangrijk hulpmiddel kan zijn voor nieuwsredacties om stereotypering en discriminatie tegen te gaan (De Jong, 2016 – p. 17; Sczesny et al. 2016 – p. 8). Uit de resultaten komt naar voren dat nieuwsredacties al veelvuldig gebruikmaken van neutrale beroepsaanduidingen en daarbij kiezen voor de neutrale vorm voor iedereen, bijvoorbeeld schrijver in plaats van schrijfster. Genderneutrale voornaamwoorden (hen/hun, die/diens) zijn nog niet bewust in een nieuwstekst voorgekomen en verdienen volgens de respondenten ook altijd een inleiding, omdat woorden die bij de kijker nog niet ingeburgerd zijn, uitleg nodig hebben. De begrijpelijkheid van een nieuwstekst staat voorop. Een term als ‘queer’ zal dan ook pas gebruikelijk worden als het woord in de samenleving breed gebruikt wordt. De deelnemers aan dit onderzoek vinden dat de media een voorbeeldfunctie hebben, maar in inclusief taalgebruik niet voorop moeten lopen. Over wanneer je in taalgebruik precies vooroploopt, verschillen de opvattingen. Zo neemt het ene medium bewust inclusieve stijlregels op en de andere niet. Maar elk nieuwsprogramma behandelt met respect dergelijke inclusieve casussen en kijkt altijd hoe het voor de kijker zo begrijpelijk mogelijk blijft.Show less
Deze studie dient als een wetenschappelijke verkenning van de voedseljournalistiek in Nederland. Daarbij heeft dit onderzoek als doel inzicht te bieden in de professionalisering van...Show moreDeze studie dient als een wetenschappelijke verkenning van de voedseljournalistiek in Nederland. Daarbij heeft dit onderzoek als doel inzicht te bieden in de professionalisering van voedseljournalistiek en de positionering van voedseljournalisten in hun dagelijkse praktijk. Een beter begrip van de professionalisering van de voedseljournalistiek kan het werk van voedseljournalisten ten goede komen. De onderzoeksvraag die in deze studie wordt beantwoord, luidt: ‘Hoe ervaren voedseljournalisten de professionalisering van de voedseljournalistiek in Nederland?’ Deze vraag wordt onderzocht aan de hand van twee concepten: ‘grenswerk’ en ‘rolopvattingen’. Dit onderzoek is kwalitatief van aard. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn twaalf semigestructureerde interviews afgenomen bij Nederlandse voedseljournalisten. Deze zijn geanalyseerd en in verband gebracht met voorgaand onderzoek. Op deze manier is verkend hoe de respondenten hun beroep afbakenen en onderzocht hoe de respondenten hun rollen in de maatschappij percipiëren. Nederlandse voedseljournalisten zeggen het belangrijk te vinden om hun vakgebied af te bakenen voor aangrenzende actoren buiten (zoals foodinfluencers en -bloggers) en binnen (zoals restaurantrecensenten en voedselcolumnisten) het vakgebied. In de antwoorden van de respondenten zijn enkele grenswerktechnieken (zoals het benadrukken van de traditionele waarden van de journalist) en rolopvattingen (zoals het informeren van het publiek) herkend, waarmee zij dit (onbewust) zeggen te doen. Aangrenzende actoren worden echter noch geaccepteerd, noch definitief verstoten uit het vakgebied. De respondenten kijken namelijk naar hen voor inspiratie, werken met ze samen en nemen werkzaamheden van ze over. In die zin bewegen voedseljournalisten zich dicht bij de grenzen van de aangrenzende actoren, in plaats van andersom. De respondenten zeggen dat uitdagingen zoals de komst van nieuwe media het lastig maken om grip op de professionalisering van het vakgebied te houden. Zij beweren daarom constant de grenzen van het vakgebied te herdefiniëren. Voor vervolgonderzoek wordt er voorgesteld een inhoudsanalyse van voedsel journalistieke content uit te voeren, om te achterhalen of de voedseljournalisten de herkende rolopvattingen en grenswerktechnieken ook uitvoeren in de praktijk. Tot slot zal er meer vergelijkend onderzoek verricht moeten worden naar de professionalisering, grenswerktechnieken en rolopvattingen van voedseljournalisten in andere landen. Deze studie dient als pleidooi voor meer onderzoek naar de lifestylejournalistiek en legt de basis voor toekomstige studies naar de professionalisering van de voedseljournalistiek.Show less
Wie niet in staat is om zijn of haar favoriete voetbalploeg te volgen op televisie, kan een liveblog raadplegen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in een wedstrijd. Zowel...Show moreWie niet in staat is om zijn of haar favoriete voetbalploeg te volgen op televisie, kan een liveblog raadplegen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in een wedstrijd. Zowel landelijke als regionale media maken gebruik van een liveblog om wedstrijden te verslaan. Van wedstrijdverslagen van nationale ploegen is bekend dat er een bepaalde vorm van chauvinisme in de berichtgeving zit. Dit exploratieve onderzoek richt zich op chauvinisme in regionale liveblogs en hoe deze regionale liveblogs verschillen tot een landelijk liveblog. Met een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn drie liveblogs onderzocht en met elkaar vergeleken: twee regionale liveblogs (RTV Rijnmond en RTV Utrecht) en één landelijk liveblog (NU.nl). De liveblogs zijn onderzocht op subjectief taalgebruik, sociale identiteit, nabijheid en brongebruik. Resultaten van dit exploratieve onderzoek tonen aan dat in regionale liveblogs sprake is van chauvinistische berichtgeving rond de ‘eigen’ ploeg. Dit komt tot uiting in het gebruik van evaluaties, meningen, aansporingen en resultaten/prestaties uit het verleden.Show less
In dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: Hoe wordt in landelijke Nederlandse kranten geschreven over cold cases en op welke wijze varieert dit bij verschillende typen slachtoffers?...Show moreIn dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag: Hoe wordt in landelijke Nederlandse kranten geschreven over cold cases en op welke wijze varieert dit bij verschillende typen slachtoffers? Daarbij zijn drie deelvragen opgesteld die zich richten tot verschillende thema’s, coldcaseslachtoffers en de lengte van krantenartikelen. Aan de hand van een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn 59 krantenartikelen over zes cold cases geanalyseerd. De resultaten hiervan tonen aan dat drie verschillende informatiethema’s kunnen worden onderscheiden: Autoritaire en onderzoeksgerichte informatie, Persoonlijke achtergronden en informatie & Maatschappelijke betrokkenheid. Deze thema’s concurreren niet met elkaar, maar vullen elkaar aan. Aan de hand van deze thema’s is geconcludeerd dat de mate waarin een coldcaseslachtoffer de volledige en legitieme status van slachtoffer krijgt geen beslissende rol hoeft te spelen bij de wijze waarop over een zaak wordt geschreven. Het is niet zozeer het slachtoffer dat bepalend is: het zijn voornamelijk kenmerken van de zaak zoals de modus operandi. In hoeverre een coldcaseslachtoffer een status als ‘ideaal’ slachtoffer toegewezen krijgt, bepaalt dan ook niet zozeer hoe over hen wordt geschreven, maar eerder hoeveel. In termen van hoeveelheden geldt daarnaast: hoe meer woorden een publicatie bevat, hoe meer persoonlijke informatie wordt uitgediept, ongeacht of een coldcaseslachtoffer wel of niet een legitieme slachtofferstatus heeft.Show less
Uit voorgaande onderzoeken is gebleken dat (oorlogs)correspondenten disproportioneel last hebben van gezondheidsproblemen, zoals een posttraumatische stress-stoornis. Dit komt, omdat zij zich voor...Show moreUit voorgaande onderzoeken is gebleken dat (oorlogs)correspondenten disproportioneel last hebben van gezondheidsproblemen, zoals een posttraumatische stress-stoornis. Dit komt, omdat zij zich voor langere tijd blootstellen aan gebeurtenissen die gepaard gaan met doodslag en verwonding. Tegelijkertijd heerst er een ‘suffer in silence’-cultuur, waarin de journalisten zich niet tot nauwelijks uiten over hun zwaktes, niet snel hulp zoeken en blijven werken in dit vakgebied. Om erachter te komen hoe dit is ontstaan en waar de oplossing ligt, zal antwoord worden gegeven op de volgende vraag: “Hoe construeren (oorlogs)correspondenten hun rol in de omgang met potentieel traumatiserende beelden en gebeurtenissen?” Voor dit onderzoek zijn semigestructureerde diepte-interviews afgenomen bij twaalf Nederlandse (oorlogs)correspondenten die nog steeds werkzaam zijn in het veld. Uit het huidige onderzoek blijkt dat in de rolconstructie van journalisten veel discrepantie heerst wat duidt op dissonantie. Zo vindt de journalist dat er te weinig aandacht wordt besteed aan de mentale gezondheid, terwijl zij hier wel degelijk problemen in ervaren. Toch zijn er nog steeds veel sporen van de machocultuur terug te zien in de manier hoe de journalisten zich al dan niet onbewust uiten. Dit heeft mede te maken met de verschillende rollen waar zij constant aan proberen te voldoen. De desbetreffende beroepsgroep is verstrikt geraakt in een vicieuze cirkel van roloriëntatie en rolvervulling. Uit de resultaten van dit onderzoek kunnen geen generaliserende en kwantitatieve conclusies getrokken worden, vanwege de verkennende onderzoeksmethode. Het vergt meer kwalitatief vervolgonderzoek om beter inzicht te krijgen in de dilemma’s waar journalisten tegenaan lopen, zodat hier op lange termijn verandering in kan worden gebracht door middel van passende hulpverlening – preventief of achteraf - die (oorlogs)correspondenten in de toekomst beter wapent tegen mentale gezondheidsproblemen.Show less
Factchecking en fake news zijn termen die niet meer weg te denken zijn uit de hedendaagse journalistiek. De afgelopen jaren is de mondiale factcheckbeweging door de opkomst van sociale media en...Show moreFactchecking en fake news zijn termen die niet meer weg te denken zijn uit de hedendaagse journalistiek. De afgelopen jaren is de mondiale factcheckbeweging door de opkomst van sociale media en populistische politici die de waarheid bewust manipuleren enorm gegroeid. In het Verenigd Koninkrijk en Noord-Ierland had onjuiste informatie een belangrijk aandeel in Brexit en de verkiezing van Boris Johnson, zoals uit dit onderzoek blijkt. Dit onderzoek richt zich met name op de rolopvattingen en werkwijzen van journalisten en factcheckers die werken voor mediabedrijven of onafhankelijke factcheckorganisaties in Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Op basis van semigestructureerde kwalitatieve interviews kan worden geconcludeerd dat de respondenten zich in grote lijnen identificeren als journalist of als factchecker, hoewel de scheidslijn steeds vager wordt. Het belangrijkste criterium waaraan een claim moet voldoen, is maatschappelijke relevantie, waarbij kernwaarden als objectiviteit en transparantie van groot belang zijn. De werkwijzen die de respondenten hanteren, komen veelal overeen: checkbare claims worden vooral gezocht op sociale media en tijdens het factchecken worden meestal officiële bronnen en experts geraadpleegd. In tegenstelling tot veel buitenlandse collega’s gebruiken de Britse factcheckers overwegend geen vaststaand beoordelingssysteem.Show less
Sinds Donald J. Trumps presidentschap, een periode waarin Trump regelmatig de media bekritiseerde, hebben onderzoeken uitgewezen dat Republikeinen aanzienlijk minder vertrouwen hebben in...Show moreSinds Donald J. Trumps presidentschap, een periode waarin Trump regelmatig de media bekritiseerde, hebben onderzoeken uitgewezen dat Republikeinen aanzienlijk minder vertrouwen hebben in factcheckmedia dan Democraten (Jennings & Stroud, 2021; Porter et al. 2019; Walter et al., 2019). De vraag is echter of dat enkel aan Trump ligt; blootstelling aan factcheckkritiek online kan er ook aan bijdragen dat mediaconsumenten wantrouwiger worden naar de media (Houston et al., 2011). In dit onderzoek is daarom in kaart gebracht welke vormen van factcheckkritiek voorkomen in Facebookreacties onder factcheckberichten over presidentskandidaten uit 2016 en 2020. Hierbij werd ook bekeken of er verschillende vormen van factcheckkritiek voorkwamen in 2016 en in 2020, of mediaconsumenten andere kritiek leveren op pro-Democratische en pro-Republikeinse factchecks en of deze commentaren onderbouwd en zonder onbeleefd taalgebruik worden geformuleerd – twee belangrijke pijlers voor constructieve kritiek. Zeven verschillende vormen van kritiek werden geïdentificeerd: 1) Kritiek op eenzijdige berichtgeving, 2) Kritiek op inaccuraatheid, 3) Kritiek op onvolledigheid, 4) Kritiek op onbetrouwbaarheid, 5) Kritiek op irrelevante inhoud, 6) Kritiek op incompetentie en 7) Persoonlijke aanval zonder duidelijk standpunt. Deze kritieken zijn over het algemeen te relateren aan eerder onderzoek naar mediakritiek, maar factcheckkritiek heeft ook eigen, unieke eigenschappen. Er werden bovendien verschillen opgemerkt tussen factchecks uit 2016 en 2020 en tussen pro-Democratische en proRepublikeinse factchecks, die onder andere aantonen dat Trump gedurende zijn presidentschap heeft beïnvloed hoe mediaconsumenten kritiek geven op factcheckmedia. Daarnaast bleek dat enkel Kritiek op inaccuraatheid en Kritiek op onvolledigheid prominent aanwezig waren in commentaren met onderbouwing en zonder onbeleefd taalgebruik. Mogelijke oorzaken en implicaties van deze bevindingen worden besproken.Show less
De kritiek op de NOS wordt steeds zichtbaarder in de Nederlandse samenleving, met een toename in agressie tegen journalisten en anti-NOS reacties op social media. Dit onderzoek beoogt uit te wijzen...Show moreDe kritiek op de NOS wordt steeds zichtbaarder in de Nederlandse samenleving, met een toename in agressie tegen journalisten en anti-NOS reacties op social media. Dit onderzoek beoogt uit te wijzen welke kritiek critici op de NOS hebben en wat hun drijfveren voor deze kritiek zijn. Middels diepte-interviews met NOS-critici is dit onderzocht. In de interviews zijn verschillende aspecten van de NOS besproken, onder andere haar betrouwbaarheid, de nieuwswaardigheid van het nieuws van de NOS en de manier waarop critici de kritiek uiten. Uit deze interviews zijn verschillende thema’s af te leiden. Als eerste blijkt dat critici het nieuws van de NOS incompleet vinden. Dit uit zich op vier fronten: informatie wordt uit de context gehaald, de informatie biedt weinig diepgang, nieuws wordt maar vanuit een perspectief belicht en samenstelling van de redactie kent te weinig diversiteit. Ten tweede vinden critici de NOS gekleurd, wat zich uit op drie vlakken: critici vinden de NOS te links, subjectief en ze vinden het taalgebruik gekleurd. Als derde kritiekpunt vinden critici de NOS te commercieel. Ze zijn van mening dat de NOS te veel gebruik maakt van clickbait en dat zij zich te veel richten op het behalen van hoge kijkcijfers door middel van sensatie zoeken. Het laatste kritiekpunt dat critici op de NOS hebben is dat zij redactionele zwaktes vertonen. Het nieuws is vaak te laat, de website is onoverzichtelijk en het nieuws is te negatief. Verschillende critici zijn van mening dat de onkunde van de NOS bewust gebeurt om het publiek te beïnvloeden. Critici die zich hier niet bij aansluiten delen hun kritiek op de NOS om deze reden ook niet publiekelijk, maar alleen in persoonlijke kringen. Critici hebben twee drijfveren voor deze kritiek. Ten eerste omdat dat de NOS een publieke omroep is die betaald wordt van belastinggeld. De tweede drijfveer voor kritiek ontstaat als het wereldbeeld dat de NOS toont niet aansluit bij het wereldbeeld van de criticus. Concluderend zijn er onder NOS-critici twee hoofdstromingen te onderscheiden: ofwel critici die van mening zijn dat de NOS hogere kwaliteit moet leveren omdat zij een publieke omroep zijn, ofwel critici die de NOS niet vertrouwen vanwege hun relatie met de Nederlandse overheid. De eerste groep critici vindt de NOS vooral te oppervlakkig, commercieel en bekritiseert de redactionele vaardigheden van de omroep. De tweede groep critici vindt de NOS juist te links, is van mening dat de omroep informatie uit de context haalt en zijn van mening dat zij hiermee het Nederlandse publiek proberen te beïnvloeden.Show less