Het doel van dit onderzoek van Willem Haak, student Journalistiek en Nieuwe Media aan de Universiteit Leiden, was om de rol van clubredacteuren van de Nederlandse eredivisieclubs in kaart te brengen.
Dit onderzoek bestudeert hoe opiniërend Britse journalisten de brexit op Twitter verslaan, als onderdeel van de grotere discussie omtrent de toepassing van de objectiviteitsnorm in de 21 ste -...Show moreDit onderzoek bestudeert hoe opiniërend Britse journalisten de brexit op Twitter verslaan, als onderdeel van de grotere discussie omtrent de toepassing van de objectiviteitsnorm in de 21 ste - eeuwse digitale journalistiek. Als meest gebruikt sociaal medium onder mensen die geïnteresseerd zijn in nieuws in het algemeen, en onder journalisten in het bijzonder, heeft Twitter een bijzondere plaats verworven in het journalistieke landschap. Hoewel het medium nog altijd een betrekkelijk nieuw fenomeen is, heeft de wetenschap in toenemende mate aandacht voor Twitter. Met name het delen van persoonlijke overtuigingen op Twitter en wat dit betekent voor het online toepassen van de objectiviteitsnorm heeft tot grote discussie geleid. 9.114 tweets van 58 politieke journalisten (werkzaam voor Britse kwaliteitskranten) werden daarom aan een uitgebreide inhoudsanalyse onderworpen, om zo een meer gedetailleerd antwoord te formuleren in welke mate persoonlijke overtuigingen een rol spelen in de verslaggeving op Twitter. Deze inhoudsanalyse wijst vooral op een opvallend verschil tussen de theoretische waarde die nieuwsorganisaties, journalisten en het publiek aan de objectiviteitsnorm toekennen, en hoe journalisten de objectiviteitsnorm op Twitter toepassen.Show less
De opkomst van het internet en specifiek sociale media hebben voor veranderingen gezorgd binnen de journalistiek. Door middel van het internet kan het publiek steeds makkelijker in contact komen...Show moreDe opkomst van het internet en specifiek sociale media hebben voor veranderingen gezorgd binnen de journalistiek. Door middel van het internet kan het publiek steeds makkelijker in contact komen met journalisten. Ook ieders mogelijkheid om vrijelijk op het internet te kunnen publiceren heeft het journalistieke werk veranderd. Bovendien hebben de journalist en diens organisatie niet langer een monopolie op de verspreiding van het nieuws. Als gevolg van deze veranderingen is de networked journalist ontstaan. De traditionele journalistieke structuur maakte plaats voor openheid en interactiviteit die het internet biedt, hoewel de kernkarakteristieken van de journalistiek – waaronder haar maatschappelijke functie en het analyseren en filteren van nieuws – bleven bestaan. Journalist en burger werken toenemend samen aan het journalistieke product. Het sociale mediaplatform Twitter is een voorbeeld van hoe dit networked journalism zich kan manifesteren. Het platform biedt de mogelijkheid voor journalist en publiek om makkelijk in contact te komen en meningen uit te wisselen. Maatschappelijke thema’s worden op Twitter vaak besproken en bediscussieerd. Het thema ‘migratie’ is vanaf de zomer van 2015 sterk vertegenwoordigd op de publieke en nieuwsagenda, en roept ook op Twitter veel reacties van gebruikers op. Voor dit onderzoek zijn de tweets van elf Nederlandse journalisten die berichten over migratie geanalyseerd, evenals de reacties die zij krijgen op Twitter. Vervolgens zijn deze elf journalisten geïnterviewd over hoe zij omgaan met de verschillende soorten reacties, of de journalisten deze tweets nuttig achten en of de tweets gebruikt worden voor het journalistieke werk. Dit verkennende onderzoek brengt daarmee twee zaken in kaart: enerzijds categoriseert het de soort reacties die journalisten die berichten over migratie krijgen op Twitter, anderzijds categoriseert dit onderzoek de manier waarop deze journalisten omgaan met Twitterreacties.Show less
Thema: Een wekelijkse mail van de hoofdredacteur, het vermelden van informatie over de auteur bij een artikel en de precieze tijd van publicatie, verantwoordingskaders, correctienaschriften, ‘wie...Show moreThema: Een wekelijkse mail van de hoofdredacteur, het vermelden van informatie over de auteur bij een artikel en de precieze tijd van publicatie, verantwoordingskaders, correctienaschriften, ‘wie-zijn-we- en-wat-doen-we’-statements, ‘over ons’-rubrieken en ombudslieden die in de arm worden genomen: het zijn allemaal inspanningen vanuit de journalistiek om het publiek inzicht te geven in de totstandkoming van nieuws. Inspanningen omwille van transparantie. En uiteindelijk, inspanningen omwille van vertrouwen - door het publiek ervan te verzekeren dat de journalistieke organisatie in kwestie de kwaliteit van haar werk openlijk waarborgt. Maar wat behelst transparantie in de journalistiek precies? Waarom is het belangrijk en hoe moet dat worden vormgegeven? En hoe wordt een visie op transparantie vertaald naar de manier waarop redacties fouten corrigeren? Methode: Om antwoord te krijgen op deze vragen zijn semi-gestructureerde interviews gehouden met twaalf hoofdredacteuren van landelijke nieuwsmedia; het zijn immers de hoofdredacties die het beleid van een nieuwsredactie bepalen. Resultaten: Uit deze gesprekken is gebleken dat alle geïnterviewde hoofdredacteuren transparantie in de journalistiek beschouwen als de bereidheid om verantwoording af te leggen over het eigen werk. Een deel van de hoofdredacteuren is van mening dat transparantie daarmee een belangrijke rol vervult als het gaat om de geloofwaardigheid onder het publiek; een ander deel is ervan overtuigd dat transparantie daar geen wezenlijke invloed op heeft. Op basis van de gevoerde gesprekken is een typologie ontwikkeld van de drie vormen die transparantie in de journalistiek in de praktijk kan aannemen: 1) proactieve transparantie: openheid, 2) anticiperende transparantie: waarmerking, en 3) reactieve transparantie: verantwoording. Het openlijk corrigeren van fouten valt onder de laatste vorm van transparantie. Volgens de hoofdredacteuren is transparantie over een fout en de correctie daarvan geboden wanneer de fout 1) een inhoudelijke impact heeft, 2) een risico vormt voor de geloofwaardigheid, en 3) schade toebrengt aan derden.Show less
In dit kwantitatieve onderzoek stond de vraag centraal in hoeverre een hogere bewustheid van het bestaan van nepnieuws ervoor zorgt dat mensen nepnieuws beter kunnen herkennen. De...Show moreIn dit kwantitatieve onderzoek stond de vraag centraal in hoeverre een hogere bewustheid van het bestaan van nepnieuws ervoor zorgt dat mensen nepnieuws beter kunnen herkennen. De nepnieuwsbewustheid van de respondenten (N=52)is in dit onderzoek achterhaald door middel van een online vragenlijst.De respondenten moesten vervolgens van zes artikelen zeggen of zij dachten dat het echt of nepnieuws was. Er werd verwacht dat mensen met een hoger nepnieuwsbewustzijn significant beter zouden zijn in het herkkenen van nepnieuws dan mensen met een lager nepnieuwsbewustzijn. Uit de resultaten van het onderzoek komt echter naar voren dat er geen significante verschillen tussen de twee groepen bestaan.Show less
Nepnieuws is een veelbesproken fenomeen dat overal ter wereld aandacht krijgt: van Europa tot Zuid-Amerika en van Azië tot Afrika. De afgelopen jaren zijn er in korte tijd veel factcheck...Show moreNepnieuws is een veelbesproken fenomeen dat overal ter wereld aandacht krijgt: van Europa tot Zuid-Amerika en van Azië tot Afrika. De afgelopen jaren zijn er in korte tijd veel factcheck-organisaties opgezet in Europa en ook de Italianen blijven daarbij zeker niet achter. Een aantal bekende en grote organisaties als Pagella Politica en Lavoce.info zijn niet de enige die zich bezighouden met factchecken: ook zijn er mensen die vanuit een hobby of passie actief bezig zijn met factchecken. In dit onderzoek is gekeken naar de rolopvattingen en werkwijzen van Italiaanse factcheckers. Uit diepte-interviews met acht factcheckers is gebleken dat de rolopvatting grotendeels afhankelijk is van een lidmaatschap bij de Ordine dei Giornalisti, de journalistengilde. Het is in Italië niet mogelijk om jezelf officieel een journalist te noemen in Italië als je daar geen lid van bent. Italiaanse factcheckers hebben dus verschillende rolopvattingen, en de mensen die lid zijn van de ODG noemen zichzelf een journalist. De rest noemt zichzelf een factchecker of debunker. De werkwijzen van de Italiaanse factcheckers komen op bepaalde vlakken overeen: checkbare claims worden vooral gevonden via sociale media, kranten en televisie en het benaderen van bronnen en experts is van groot belang bij het maken van een factcheck. De beoordelingssystemen die factcheckers gebruiken verschillen per organisatie, en ook de ideeën over de effectiviteit en bruikbaarheid daarvan verschillen per persoon.Show less
Het in 2006 opgerichte Twitter is inmiddels een belangrijk onderdeel geworden van de werkroutine van menig journalist. Dit geldt zeker ook voor sportjournalisten, die er een groot publiek treffen....Show moreHet in 2006 opgerichte Twitter is inmiddels een belangrijk onderdeel geworden van de werkroutine van menig journalist. Dit geldt zeker ook voor sportjournalisten, die er een groot publiek treffen. Een van de gevolgen van Twitter, is dat voor journalisten een extra kanaal is ontstaan voor het krijgen van kritiek. Door de jaren heen is het nodige onderzoek gedaan naar Twitter, sportjournalistiek, kritiek en combinaties van de deze onderwerpen. Specifiek onderzoek naar de combinatie ‘Twitter’, ‘kritiek’ en ‘sportjournalistiek’ ontbreekt echter nog. Dit onderzoek gaat wel uit van die combinatie en heeft als doel een beeld te schetsen van de soorten kritiek die sportjournalisten krijgen via Twitter en de manieren waarop ze hiermee omgaan. Dit onderzoek werd uitgevoerd onder tien sportjournalisten. Op de kritiek die de journalisten gedurende zes maanden ontvingen via Twitter, werd, evenals op hun reacties op kritiek in deze periode, een kwalitatieve inductieve inhoudsanalyse toegepast. Ook werden bij deze journalisten kwalitatieve interviews afgenomen. Vanwege het kwalitatieve karakter van beide onderzoeksmethoden zijn op basis van dit onderzoek geen uitspraken te doen over de mate waarin bevindingen ook van toepassing zijn op sportjournalisten die niet aan dit onderzoek deelnamen. Uit de inhoudsanalyse kwam naar voren dat er een onderscheid is tussen beledigingen en bedreigingen aan de ene kant en inhoudelijke kritiek aan de andere kant. Inhoudelijke kritiek kan onderverdeeld worden in ‘kritiek op een mening’, ‘kritiek op de kwaliteit van de (uiting van een) journalist’, ‘het betwisten van de objectiviteit van de journalist’ en ‘het suggereren van een feitelijke onjuistheid’. Verder kwam naar voren dat de reacties van journalisten kunnen worden opgedeeld in ‘constructief’ aan de ene kant, tegenover ‘niet-constructief’ aan de andere kant. Ook zorgde de inhoudsanalyse voor een beeld van het twittergebruik van de journalisten, dat tijdens de interviews aan de journalisten kon worden voorgelegd en waaraan de uitkomsten van de interviews konden worden getoetst. Uit de interviews kwam naar voren dat kritiek zeker nuttig kan zijn, maar dat de journalisten het merendeel van de kritiek niet als nuttig beschouwen. Een uitzondering daarop is het gewezen worden op een feitelijke onjuistheid. Daar zeggen de journalisten bijna altijd wat aan te hebben. De journalisten raken over het algemeen niet in de war van de kritiek en zeggen dat ze vinden dat kritiek erbij hoort. Ook zeggen ze dat kritiek weinig invloed heeft op hun werk. Wel zeggen enkele journalisten te signaleren dat collega’s uit angst voor kritiek via sociale media, niet alles durven te doen of schrijven. Geen van de journalisten dit bij zichzelf zo te ervaren.Show less
Steeds meer mensen geven aan dat ze niet weten wat ze wel en niet moeten geloven in de (online) media. Jongeren gebruiken steeds minder nieuwsmedia en als ze nieuws consumeren doen ze dat dikwijls...Show moreSteeds meer mensen geven aan dat ze niet weten wat ze wel en niet moeten geloven in de (online) media. Jongeren gebruiken steeds minder nieuwsmedia en als ze nieuws consumeren doen ze dat dikwijls online. Dat hoeft geen enkel probleem te zijn voor de vergaring van hun informatie, mits zij de online nieuwsberichten goed kunnen beoordelen. De mediawijsheid van jongeren, maar ook van volwassenen, moet daarvoor dus ontwikkeld zijn. Dit gaat om het begrijpen, analyseren en op waarden schatten van nieuws. Geloofwaardigheid of credibility is een subjectief oordeel over hoe betrouwbaar een artikel is. In dit onderzoek ligt de focus op message credibility. Objectiviteit is een van de aspecten om de geloofwaardigheid van een artikel te vergroten. Journalisten gebruiken strategieën om objectief over te komen. Drie van dit soort elementen worden gebruikt in dit onderzoek: de kop, de stijl van de tekst en de bronvermelding. Het is de vraag of middelbare scholieren en hun docenten in staat zijn om deze elementen te herkennen. Aan de hand van een veldexperiment en interviews wordt de gedachtegang van de respondenten geanalyseerd. Zij krijgen artikelen te lezen, waarvan de helft gemanipuleerd is en geven vervolgens aan waarom ze een tekst wel of niet geloofwaardig vinden. Hieruit is gebleken dat zowel scholieren als docenten zich niet erg bewust zijn van de elementen van objectiviteit. De docenten waren meer kritisch dan de scholieren. Correct brongebruik wordt het vaakst als argument voor geloofwaardigheid gezien. Voor dit onderzoek waren alle artikelen van één medium afkomstig in de hoop dat dat geen rol zou spelen. Het bleek echter dat de meeste respondenten in het medium het meest geloofwaardige element zagen.Show less
Sociale media hebben vandaag de dag een grote rol in het digitale medialandschap. Hier spelen journalistieke redacties, net als andere bedrijven, op in, om bijvoorbeeld voor meer publieksbereik te...Show moreSociale media hebben vandaag de dag een grote rol in het digitale medialandschap. Hier spelen journalistieke redacties, net als andere bedrijven, op in, om bijvoorbeeld voor meer publieksbereik te zorgen. Hieruit is de nieuwe journalistieke functie als socialemediaredacteur voortgekomen: een redacteur die zich in een afzonderlijke functie bezighoudt met de taken en processen op en rondom de socialemediakanalen die een redactie in gebruik heeft. In dit verkennende onderzoek is een studie uitgevoerd naar deze nieuwe journalistieke job, om de (Nederlandse) socialemediaredacteur in kaart te brengen. Aan de hand van een theoretisch kader is de basis gelegd voor het onderzoek naar de socialemediaredacteur. Hierbij staan vijf thema’s centraal: de achtergrond van de socialemediaredacteur; redactioneel socialemediagebruik door de socialemediaredacteur; werkzaamheden van de socialemediaredacteur; strategieën en richtlijnen; en houdingen van de socialemediaredacteur. Met deze brede onderwerpen is een analyse uitgevoerd naar verschillende aspecten die relevant zijn in de functie als socialemediaredacteur, om een zo volledig mogelijke definitie te schetsen. De vijf thema’s vormen tevens de rode draad bij de diepte-interviews die in dit kwalitatieve onderzoek zijn gehouden met veertien socialemediaredacteuren van verschillende nieuwsredacties in Nederland. Deze veertien redacteuren representeren een divers medialandschap, waarbij redacteuren van krantenredacties, omroepen en online only-redacties, en van zowel landelijke als regionale redacties zijn geïnterviewd. Uit de uitgebreide data die in dit onderzoek zijn verzameld, komen betreffende de vijf centrale thema’s verschillende bevindingen naar voren. Zo gaat het om een relatief homogene groep, waarbij overeenkomsten zijn in leeftijd, opleidingsniveau en -richting, eerdere werkervaringen, en het korte tijdsbestek in de huidige functie. Wat betreft de socialemediakanalen, werkzaamheden, en strategieën en richtlijnen hebben de socialemediaredacteuren te maken met uiteenlopende onderwerpen en processen, waarbij deze thema’s vaak samenhang vertonen. Dit maakt de functie uitdagend; er is flexibiliteit, innovatie en expertise nodig om alle onderwerpen aan elkaar te knopen. Hoewel naar voren komt dat de functie in vergelijking met bijvoorbeeld journalisten die onderzoek doen of artikelen schrijven minder inhoudelijk is, zijn beslist bepaalde capaciteiten benodigd om de functie op niveau uit te kunnen voeren, welke bij traditionelere journalistieke vormen veelal niet of in mindere mate van belang zijn. Hier komt dan ook bij dat een ruime meerderheid van de respondenten positief tegenover de inzet van socialemediajournalistiek en de functie als socialemediaredacteur staat en het idee aanhangt dat dit van waarde is, waarbij de job onder andere voldoening geeft gezien het vernieuwende karakter en de kansen die deze biedt op het gebied van het genereren van bereik en groei voor de redactie.Show less
Het doel van deze kwalitatieve studie was om meer inzicht te krijgen en om te begrijpen hoe millennials nieuws op televisie beoordelen. Deze studie concentreerde zich specifiek op het...Show moreHet doel van deze kwalitatieve studie was om meer inzicht te krijgen en om te begrijpen hoe millennials nieuws op televisie beoordelen. Deze studie concentreerde zich specifiek op het televisienieuws met ingebed sensationalisme: hard nieuws met een sensationele vorm. Zestien Nederlandse millennials zijn in semigestructureerde interviews gevraagd naar de geloofwaardigheid en aantrekkelijkheid van een nieuwsitem van Omroep West met ingebed sensationalisme. In de literatuur wordt geclaimd dat millennials sensatie in nieuws ongeloofwaardig vinden, maar er wel een voorkeur voor hebben. Dit komt niet overeen met de bevindingen in deze studie. Onder de meeste Nederlandse millennials heerst er namelijk consensus dat hard televisienieuws met sensationele kenmerken ongeloofwaardig en daardoor niet aantrekkelijk is. Zij zien liever dat hard nieuws op een niet-sensationele manier wordt gebracht. Daarmee vormen millennials een homogenere groep dan op voorhand werd gedacht. De meeste millennials vinden dat sensationele elementen wel gebruikt mogen op de voorwaarden dat de sensatie niet ten koste gaat van de informativiteit van het nieuws en dat de sensatie een doel dient: het moet de interesse in nieuws aanwakkeren of het moet bijdragen aan de impact van het nieuws.Show less
Naarmate Virtual Reality (VR) toepassingen vindt in de entertainmentindustrie, gezondheidszorg en het onderwijs, heeft zij ook een plaats veroverd in de journalistiek. De potentie van zogenaamde...Show moreNaarmate Virtual Reality (VR) toepassingen vindt in de entertainmentindustrie, gezondheidszorg en het onderwijs, heeft zij ook een plaats veroverd in de journalistiek. De potentie van zogenaamde onderdompeljournalistiek is groot, waar de kijker zich met een VR-bril waant op de locatie van het nieuwsverhaal en zodoende immersie bereikt. Vooralsnog experimenteren Nederlandse en buitenlandse omroepen met de voornaamste verschijningsvorm van VR-journalistiek: 360-gradenvideo. Een geavanceerde camera met meerdere lenzen zorgt dat alles rondom wordt gefilmd, wat een panoramisch beeld creëert. Op deze manier kan 360-gradenjournalistiek in haar verslaglegging dichtbij de fysieke realiteit komen, waarbij de consument als ware een ooggetuige optreedt. De kijker voelt zich hierdoor mogelijk sterk emotioneel betrokken bij de gebeurtenis. Dit onderzoek stelt daarom de vraag: in hoeverre kan 360-gradenjournalistiek bijdragen aan een authentieke nieuwsbeleving voor de consument? Met ‘authentiek’ wordt gedoeld op een realistische en betrouwbare nieuwsvertelling waar de kijker zich emotioneel bij betrokken voelt. Hiervoor wordt een kwantitatieve user experience-analyse op basis van vragenlijsten gecombineerd met kwalitatieve interviews. De resultaten wijzen uit dat 360-gradenvideo tegen de verwachting in beperkte immersie bewerkstelligt. Willen kijkers zich al laten onderdompelen, dan is beeldkwaliteit het belangrijkst. In dat geval ervaren zij het nieuwsverhaal ook als realistisch. Door een gebrek aan controle voelt de kijker zich echter passief, en beschouwt het nieuwsverhaal in een panoramisch beeld niet per definitie als betrouwbaarder. De kracht van 360-gradenjournalistiek schuilt bovenal in de menselijke, emotionele connectie met betrokkenen bij de nieuwsgebeurtenis.Show less
In dit kwantitatieve onderzoek wordt onderzocht in hoeverre de bandwagon cue en de bron expertise cue een rol spelen bij de betrouwbaarheidsbeoordeling van digital natives van Facebookposts van...Show moreIn dit kwantitatieve onderzoek wordt onderzocht in hoeverre de bandwagon cue en de bron expertise cue een rol spelen bij de betrouwbaarheidsbeoordeling van digital natives van Facebookposts van nieuwsmedia. Door middel van een online 2x2 experiment (N=227) zijn twee hypothese getoetst. Deze zijn getoetst aan de hand van twee nieuwsberichten die zijn gemanipuleerd en hierdoor verschillende aantallen likes weergeven en vanuit verschillende nieuwsbronnen lijken te komen. Hieruit blijkt dat de bronexpertise cue een grote rol speelt in de betrouwbaarheidsbeoordeling van digital natives. De bandwagon cue daarentegen speelt alleen een rol bij en onbekende nieuwsbron. Bij een gerenommeerde nieuwsbron lijkt de bandwagon cue niet mee te tellen.Show less
Deze scriptie presenteert een onderzoek naar hoe studenten de geloofwaardigheid van gezondheidsnieuwsberichten beoordelen. Er is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd door middel van diepte...Show moreDeze scriptie presenteert een onderzoek naar hoe studenten de geloofwaardigheid van gezondheidsnieuwsberichten beoordelen. Er is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd door middel van diepte-interviews met twaalf rechten- en geneeskundestudenten. Dit onderzoek richt zich op de geloofwaardigheid van gezondheidsnieuwsberichten gepubliceerd door NU.nl. Er is gekozen voor NU.nl omdat het een groot aandeel heeft in het brengen van nieuws. Het is de best bezochte nieuwssite van Nederland. Het accent van dit onderzoek ligt op gezondheidsnieuwsberichten, omdat dit soort artikelen van invloed zijn op het welzijn van de mens. De beoordeelde artikelen zijn door de onderzoeker geschreven en op basis van de eerste zes interviews gemanipuleerd naar aanleiding van de theorie. Uit het onderzoek komt naar voren dat de twee gebruikte theorieën over message credibility van Metzger (2003) en Basch et al. (2017) bruikbaar zijn voor het toetsen van geloofwaardigheid. De factoren die deze onderzoekers aanhalen in hun theorieën zijn volgens de respondenten belangrijk wanneer zij berichten op geloofwaardigheid beoordelen. Daarnaast is er een volgorde van belangrijke factoren te zien, genaamd de primaire en secundaire factoren. Primaire factoren zijn factoren die de studenten eerst noemen wanneer gevraagd wordt waar zij het artikel op geloofwaardigheid beoordelen. Secundaire factoren zijn op een tweede indruk beoordeeld. Deze factoren zijn voor de studenten van belang zijn bij de beoordeling, maar kaarten dit pas aan wanneer de onderzoeker in de richting van deze factoren stuurt en doorvraagt of andere punten opvallen. Dit resultaat is opvallend, omdat het in de gebruikte theorieën over message credibility niet naar voren komt.Show less
In het afgelopen decennium heeft de journalistiek veel veranderingen ondergaan. Door technische ontwikkelingen en de komst van het internet is de manier waarop mensen media gebruiken en nieuws tot...Show moreIn het afgelopen decennium heeft de journalistiek veel veranderingen ondergaan. Door technische ontwikkelingen en de komst van het internet is de manier waarop mensen media gebruiken en nieuws tot zich nemen veranderd. Dankzij het internet kan iedereen gemakkelijk 'uitzenden', met veel concurrentie voor de traditionele mediabedrijven als gevolg. De gevestigde bedrijven waren genoodzaakt zich te onderscheiden en experimenteerden met nieuwe journalistieke vormen, waaronder de digitale longform. De digitale longform is een relatief nieuw genre dat zich kenmerkt door haar lengte en diepgang, waar een narratief en multimediale en interactieve elementen rijkelijk aanwezig zijn. Het Amerikaanse The New York Times zette de digitale longform op de kaart met Snow Fall: The Avalanche at Tunnel Creek, waarna ook in Nederland volop met deze vorm werd geëxperimenteerd. Over het algemeen worden digitale longforms enthousiast ontvangen, maar er zijn ook negatieve geluiden te horen. Het zou – juist in deze tijd van financieel zwaar weer in de journalistiek – te veel tijd en geld kosten. Daarnaast zou het inzetten van allerlei verschillende modaliteiten voornamelijk afleiden van het eigenlijke doel van de journalistiek: informeren. Verschillende onderzoeken bogen zich over de informatieverwerking van multimediale elementen in journalistieke verhalen, waaronder Deuze (2004), Opgenhaffen en d'Haenens (2011) en Dowling en Vogan (2015). Waar deze onderzoeken toetsend van aard waren, wordt er in deze masterthesis gekeken naar hoe het publiek de aanwezigheid van een narratief, multimedia en interactieve elementen ervaart. De hoofdvraag luidt: Hoe ervaren mensen de digitale longform als nieuwe vertelvorm in de journalistiek? Voor dit onderzoek keken veertien respondenten naar twee nadrukkelijk verschillende producties: De Kunst van het Stelen (NRC Handelsblad) en Het DNA van MDMA (NOS op 3). Aan de hand van de hardopdenkmethode en diepte-interviews valt te concluderen dat de respondenten in principe open staan voor de digitale longform, mits het voldoet aan een paar essentiële punten. Zo is het belangrijk dat afbeeldingen en video's iets toevoegen en niet slechts een herhaling zijn van de tekst. Daarnaast moet de techniek in orde zijn, daar verschillende respondenten zich mateloos stoorden aan falende techniek. Een verhalende schrijfstijl wordt tot op zekere hoogte gewaardeerd, maar maakt een verhaal al snel kinderachtig. De lengte van de artikelen en afzonderlijke elementen is belangrijk: eindeloze lappen tekst worden door zowel jong als oud verafschuwd. Ten slotte valt het op dat vooral de interactieve elementen gewaardeerd worden. Onderdelen waar respondenten zelf het heft in handen kunnen nemen blijken populairder dan de andere onderdelen van de longforms. Zolang de producties voldoende scoren op deze punten, staan de nieuwsgebruikers open voor de digitale longform.Show less
In dit onderzoek wordt er gekeken naar hoe de lezers van De Correspondent aankijken tegen de subjectieve vertelvormen die het medium veelvuldig inzet. Er wordt gekeken naar de betrouwbaarheid van...Show moreIn dit onderzoek wordt er gekeken naar hoe de lezers van De Correspondent aankijken tegen de subjectieve vertelvormen die het medium veelvuldig inzet. Er wordt gekeken naar de betrouwbaarheid van deze vormen en of deze vormen ook gebruikt zouden kunnen worden in andere media volgens de lezers. Hierbij wordt er gekeken naar objectiviteit en subjectiviteit in de media en de huidige rol van die begrippen.Show less
De journalistiek kent verschillende specialiteiten. De sportverslaggever doet verslag van een heroïsche prestatie op de Olympische Spelen, de oorlogsverslaggever draait met gevaar voor eigen leven...Show moreDe journalistiek kent verschillende specialiteiten. De sportverslaggever doet verslag van een heroïsche prestatie op de Olympische Spelen, de oorlogsverslaggever draait met gevaar voor eigen leven een item in de woestijn van Iraq. Een van die specialismen is de rechtbankverslaggever. Deze beschrijft van a tot z de gebeurtenissen in een rechtszaal. Uit Brits onderzoek is gebleken dat deze vorm van verslaggeving met uitsterven bedreigt wordt. Problemen binnen de (lokale) journalistiek, de opkomst van sociale media en snelheid van het nieuws veranderen het journalistieke veld. Redacties hechten vaak meer waarde aan de snelheid van een persbericht, dan een eigen geschreven stuk. De crisis in de journalistiek is aanleiding voor dit onderzoek, waarin twee doelen centraal staan. Op de eerste plaats het maken van een inventarisatie van rechtbankverslaggevers in Nederland en op de tweede plaats inzicht krijgen in de werkzaamheden van rechtbankverslaggevers en opvattingen over hun journalistieke werk en veranderingen die daarin optreden. Om het eerste doel te behalen is contact opgenomen met alle landelijke en regionale dagbladen en grote landelijke en regionale omroepen. Aan hen is gevraagd of en op welke manier gebruik wordt gemaakt van rechtbankverslaggeving. Het tweede doel is getracht te behalen door 15 semigestructureerde interviews met rechtbankverslaggevers. Uit de resultaten komt naar voren dat op 34,5 procent van de 31 ondervraagde redacties een specialist werkzaam is. Dat is vergelijkbaar met het Engelse onderzoek waaruit ook blijkt dat op minder dan de helft van de redacties nog een specialist in dienst is. Verder wordt duidelijk dat het werk van de rechtbankverslaggever door het veranderende medialandschap verandert. Twitter heeft een belangrijke rol in de communicatie ingenomen, zowel voor de verslaggeving als direct contact met lezers. Steeds vaker speelt snelheid een belangrijke rol, waarbij sensatie en entertainment niet wordt vermeden, maar tevens niet de boventoon mogen voeren. Verslaggevers zien zich nog steeds, dan wel afwisselend, zowel als waakhond als primaire informatie bron in een rechtszaal. Hoewel de specialist steeds vaker plaats maakt voor een algemeen verslaggever, is er zeker op regionaal niveau nog ruimte voor rechtbankverslaggeving en is er nog geen sprake van een crisis in de rechtbankjournalistiek.Show less
Met de komst van het internet is vrijwel het gehele medialandschap veranderd. De journalistiek is steeds meer een digitale onderneming geworden, een ontwikkeling waarbij tevens nieuwe...Show moreMet de komst van het internet is vrijwel het gehele medialandschap veranderd. De journalistiek is steeds meer een digitale onderneming geworden, een ontwikkeling waarbij tevens nieuwe journalistieke genres zijn ontstaan. Zo experimenteert men met nieuwe vertelvormen die inspelen op multimedia, interactie, hypertekstualiteit en creatieve features. Op die manier is ook de productie ‘Snow Fall: The Avalanche at Tunnel Creek’ ontstaan. Dit verhaal van de New York Times dient als bakermat voor het opkomende journalistieke genre ‘digital longform’. De publicatie van ‘Snow Fall’ zorgt direct voor veel enthousiaste reacties, maar krijgt ook behoorlijk wat kritiek te verduren. Zo vragen critici zich onder andere af in hoeverre nieuwsgebruikers zitten te wachten op digital longform producties. Dit is een belangrijke vraag, want als blijkt dat de nieuwsconsument geen behoefte heeft aan deze nieuwe journalistieke vertelvorm, is het voor redacties zinloos om veel energie en geld te steken in het produceren van dergelijke verhalen. De enige manier om een antwoord te geven op de geuite kritiek, is door te onderzoeken hoe digital longforms worden ervaren door de gebruikers, iets wat tot dusverre niet of nauwelijks is gedaan. Dat is dan ook de kern van dit onderzoek. Via een hardopdenkmethode en aanvullende diepte-interviews wordt in dit verkennende onderzoek gekeken naar hoe de gebruikers van NOS op 3 de digital longform ervaart. Het jongerenplatform experimenteert al een aantal jaren met nieuwe journalistieke vertelvormen, waaronder de digital longform. Aan de hand van verschillende kenmerken die dit journalistieke genre vertoont, wordt geprobeerd de ervaring van de jonge doelgroep te onderzoeken. Hierbij wordt de volgende hoofdvraag gesteld: Hoe ervaren gebruikers van NOS op 3 digital longforms op het gebied van: het verhaal, multimedia, interactie, hypertekstualiteit en vormgeving? De proefpersonen krijgen twee digital longforms van NOS op 3 voorgelegd. Aan de hand van een kwalitatief experiment wordt gekeken hoe zij de producties ervaren aan de hand van de verschillende kenmerken die deze vertelvorm vertoont. Zodoende kunnen de resultaten uiteindelijk worden gekoppeld aan de theorieën die voor dit onderzoek zijn gebruikt, waardoor het mogelijk is een antwoord op de hoofdvraag te formuleren. Uiteindelijk is te zien dat beide producties zowel plus- als minpunten vertonen. Vooral de balans tussen de lengte in combinatie met de diepgang van beide producties heeft grote invloed op de ervaring van de nieuwsgebruiker. Maar ook de inzet van verschillende modaliteiten en de hoge mate van interactie spelen een belangrijke rol in de beoordeling van beide producties. Hoewel er bij de onderzochte verhalen nog veel verbeteringen mogelijk zijn, lijkt het erop dat de jonge nieuwsconsument in ieder geval openstaat voor meer experimentele vertelvormen in de journalistiek.Show less
De drone als technologische innovatie heeft de journalistiek bereikt. Een kleine groep journalisten onderscheidt zich met de nieuwe tool door het maken van overzichtelijk, dynamisch beeld vanuit de...Show moreDe drone als technologische innovatie heeft de journalistiek bereikt. Een kleine groep journalisten onderscheidt zich met de nieuwe tool door het maken van overzichtelijk, dynamisch beeld vanuit de lucht. Maar de theorie van Rogers (1983) laat zien dat een nieuwe technologie niet zomaar tot acceptatie leidt binnen een groep. Het doel van het onderzoek is dan ook om de adoptie van drones binnen de journalistiek in kaart te brengen. Voor het eerst zijn dronejournalisten in Nederland bevraagd naar hun ervaringen met drones, hun visie op de journalistieke professie en welke vaardigheden zij beheersen in het huidige journalistieke tijdperk. In totaal hebben twaalf kwalitatieve diepte-interviews met persfotografen, cameramannen en een eindredacteur plaatsgevonden. Uit het onderzoek is gebleken dat er een tweedeling heerst binnen de groep journalisten: optimisten en pessimisten. De eerste groep zet de drone wel in en beschikt over de verplichte ROC-light, in tegenstelling tot de laatste groep die is gestopt met de inzet of niet in het bezit is van een dergelijke vergunning. Wel ervaren zij als innovators en early adopters allen weerstand, voornamelijk met betrekking tot de regelgeving. Het duidt op een vertraagde adoptie waarbij de techniek nog niet volledig is geaccepteerd. Daarnaast zien journalisten - overeenkomstig met de theorie van Pavlik (2000) - op vier gebieden veranderingen optreden binnen de journalistieke omgeving: hun werkwijze wordt anders, de nieuwscontent verandert, de structuur van het medialandschap hervormt zich en de relatie met de omgeving wijzigt. Als gevolg vermelden de journalisten, die voornamelijk als freelancer opereren, dat zij door de komst van technologische innovaties andere vaardigheden nodig hebben, zoals ondernemen en netwerken. Tot slot is een sterke ideologische visie ontstaan door het toetreden van drones in de journalistiek. Toch is de impact van drones op de journalistiek binnen het adoptieproces marginaal. Journalisten verkrijgen door de onzekerheid van de innovatie niet aanzienlijk meer opdrachten. Dit onderzoek bevestigt de theorie van Rogers (1983) waarin hij stelt dat innovaties vaak een onzekere start kennen. Hierdoor zijn journalisten belemmerd bij de inzet van drones als technologische tool. Eventueel vervolgonderzoek zou nodig kunnen zijn om vast te leggen hoe dronejournalistiek zich door de jaren heen ontwikkelt.Show less