Door de "Beleidslijn openbaarmaking nota's" worden sinds Prinsjesdag 2022 alle beslisnota’s bij Kamerstukken openbaar. Om de doeltreffendheid van het beleid in de praktijk te evalueren is de...Show moreDoor de "Beleidslijn openbaarmaking nota's" worden sinds Prinsjesdag 2022 alle beslisnota’s bij Kamerstukken openbaar. Om de doeltreffendheid van het beleid in de praktijk te evalueren is de implementatie van de beleidslijn bij twee ministeries onderzocht. Hierbij is gekeken naar de bedoelde en onbedoelde effecten van het beleid en hoe deze te verklaren zijn. Hieruit blijkt dat actieve openbaarmaking bijdraagt aan transparantie, maar dat verschillende contextfactoren hierop van invloed zijn, waaronder de methode van implementatie.Show less
In 2006 werden hervormingen in het Nederlandse zorgstelsel doorgevoerd. Een van de belangrijkste doelen van dit beleid is het bewerkstelligen van kwalitatief betaalbare en toegankelijke zorg....Show moreIn 2006 werden hervormingen in het Nederlandse zorgstelsel doorgevoerd. Een van de belangrijkste doelen van dit beleid is het bewerkstelligen van kwalitatief betaalbare en toegankelijke zorg. Kortom: de zorg moest doelmatiger. In dit onderzoek is gekeken of de zorgstelselhervormingen geleid hebben tot een meer doelmatige zorg aan de hand van drie vooraanstaande concepten uit het New Public Management. Dit zijn prestatiemanagement, competitie en managementautonomie. Deze concepten kunnen een doelmatigheidsverbetering in de publieke sector verklaren. Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag is er data vergaard door het afnemen van vier semigestructureerde interviews bij vier verschillende Nederlandse zorgverzekeraars. Uit de resultaten is gebleken dat de drie leidende NPM-concepten zijn toegenomen door de hervormingen in het Nederlandse zorgstelsel. Deze toename heeft in optiek van de respondenten een positieve invloed op de doelmatigheid van de zorg. Echter, het is duidelijk geworden dat er sprake is van twee contextvariabelen die de positieve invloed van de NPM-concepten binnen het zorgstelsel mitigeren. De contextvariabelen zorgen voor alsmaar stijgende kosten van zorg waardoor de prijs stijgt. Daarnaast zijn het overgrootste deel van de kwaliteitsverbeteringen in de zorg niet toe te schrijven op het stelsel. De verhoudingen in prijs-kwaliteit van zorg zijn volgens de respondenten verder verslechterd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de hervormingen binnen het Nederlandse zorgstelsel niet hebben geleid tot een doelmatigheidsverbetering van zorg. Daarentegen is wel gebleken dat het huidige zorgstelsel een deel van de toenemende kosten, veroorzaakt door de contextvariabelen, absorbeert.Show less
In dit onderzoek kijken we naar factoren en hun mogelijke effecten op de doelmatigheid van het scheiden en recyclen van plastic afval. De onderzoeksvraag is: Welke factoren zijn van invloed op de...Show moreIn dit onderzoek kijken we naar factoren en hun mogelijke effecten op de doelmatigheid van het scheiden en recyclen van plastic afval. De onderzoeksvraag is: Welke factoren zijn van invloed op de doelmatigheid in het proces van plastic afval scheiden en recyclen? Door middel van een theoretische verkenning van de literatuur zijn vier factoren geselecteerd die van invloed kunnen zijn op de doelmatigheid. Vervolgens zijn de kernconcepten uitgewerkt. Twee factoren komen uit de theorie van netwerkmanagement en twee uit new public management. De eerste factor uit netwerkmanagement is de mate van contact. Op basis van de theorie is de verwachting dat veel en intensief contact, een positieve invloed op de doelmatigheid heeft. De tweede factor is de mate van consensus over de doelen binnen het netwerk. Men verwacht dat meer consensus binnen een netwerk, een positief effect heeft op de doelmatigheid van het proces. De eerste factor uit new public management is de mate van zelfstandig opereren van organisaties in het proces. Hier is de verwachting, een positieve invloed op de doelmatigheid. De laatste factor van dit onderzoek, is gebruik van resultaatgerichte planning en controle. Ook voor deze factor wordt op basis van de literatuur een positief effect verwacht op de doelmatigheid van het proces. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van kwalitatieve dataverzamelingsmethoden: de literatuurverkenning, documentenanalyses en vier interviews. De interviews zijn gehouden met actoren in de keten van het proces van scheiden en recyclen van plastic afval: de AEB Amsterdam, de AVR, Nedvang en Tuincentrum Slingerland Bloemen & Planten Rotterdam. De AEB Amsterdam en de AVR zijn de afvalverwerkingsbedrijven van respectievelijk Amsterdam en Rotterdam. Nedvang is de uitvoeringsorganisatie van het Afvalfondsverpakkingen, die een controlerende en coördinerende rol speelt binnen het netwerk en Tuincentrum Slingerland is een klant in het netwerk. De bevindingen van het onderzoek zijn samengevat, de mate van contact kan een positieve invloed op de doelmatigheid van het proces hebben doordat het de hoeveelheid gescheiden plastic kan verhogen zonder dat een verhoging van de kosten eraan verbonden is. De toepassing van resultaatgerichte planning en controle kan ook een positieve invloed hebben op de doelmatigheid. Door wet- en regelgeving, zijn actoren gebonden aan doelstellingen Op het moment dat hogere overheden, zoals de Europese Unie of de Rijksoverheid deze verhogen, is men verplicht hier gehoor aan te geven. Hierdoor staan verwerkers voor de keuze of doelmatiger gaan werken, of verlies draaien. De mate van consensus en de mate van vrijheid hebben geen invloed.Show less
Het openbaar bestuur presteert onvoldoende om te voorkomen dat mensen afhaken en om afgehaakten weer te betrekken. Dit onderzoek probeert de participatie van burgers te verklaren aan de hand van...Show moreHet openbaar bestuur presteert onvoldoende om te voorkomen dat mensen afhaken en om afgehaakten weer te betrekken. Dit onderzoek probeert de participatie van burgers te verklaren aan de hand van een beleidstheorie over participatie – kloppen die veronderstellingen, en welk effect hebben zij op de participatie? ‘Afgehaakt’ in dit onderzoek is het verschijnsel van non-participatie. Daartegenover staan burgers die wel participeren. Dit onderzoek is toegespitst op een onderbelicht deel van de implementatietheorie: de doeltreffendheid van de beleidstheorie. Een beleidstheorie in deze context is het geheel aan verwachtingen over hoe participatie werkt, om te kunnen voorspellen onder welke omstandigheden mensen participeren. Aangenomen wordt dat het opvolgen van een valide beleidstheorie zorgt voor geslaagde participatie. De beleidstheorie over participatie omvat: vormgeven, informeren en responsiviteit (zie hoofdstuk 2). Het onderzoek is deductief, kwalitatief en kwantitatief van aard en richt zich op een casus uit het ruimtelijke beleid: de supermarktontwikkeling in Ter Borch, gemeente Tynaarlo. Hierbij zijn de volgende onderzoeksmethoden gebruikt: semigestructureerde interviews met gemeentefunctionarissen en potentiële participanten, een enquête onder potentiële participanten en een document-inhoudsanalyse naar het participatiebeleid van de gemeente Tynaarlo (zie hoofdstuk 3). De bevindingen laten zien dat vormgeven, informeren en responsiviteit samenhangen met meer (intensieve) participatie. Wat betreft de representativiteit van de participanten blijkt dat een sterke, negatieve mening de mate van participatie verhoogt; deze groep is oververtegenwoordigd (zie hoofdstuk 4). De beleidstheorie blijkt overwegend de mate en representativiteit van participatie te verklaren. Daarbij was de sterke mening over de supermarktplannen medebepalend. De gemeente Tynaarlo hanteerde een andere beleidstheorie die ook aanzienlijke participatie heeft bewerkstelligt. Er is dus niet één valide beleidstheorie (zie par. 4.3 en 4.4). Naast een sterke mening biedt het grote aandeel hoogopgeleiden een mogelijke verklaring. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op vergelijkend onderzoek, in een andere regio met een meer diverse groep potentiële participanten. Voor het openbaar bestuur is het zaak te zorgen voor een veelvoud aan participatiemethode; actief informeren en uitnodigen, het verenigingsleven te betrekken; en vooraf de verwachtingen van participatie duidelijk te maken en de inbreng van burgers serieus te nemen, zodanig dat mensen het idee hebben dat hun participatie effect heeft.Show less
Samenvatting/abstract Steeds meer mensen worden door de Nederlandse overheid beschermd tegen dreigingen vanuit de onderwereld. Deze te beveiligen personen (TBP) komen in het stelsel bewaken en...Show moreSamenvatting/abstract Steeds meer mensen worden door de Nederlandse overheid beschermd tegen dreigingen vanuit de onderwereld. Deze te beveiligen personen (TBP) komen in het stelsel bewaken en beveiligen. Het doel van dit stelsel is om de veiligheid van de TBP te waarborgen. Echter, diverse onderzoeksrapporten zoals de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de commissie Bos laten zien dat er sprake is van mismanagement. Fouten, gemaakt door het stelsel, kunnen fatale gevolgen hebben. Deze onderzoeken en rapporten laten zien dat de gewenste effecten niet volledig behaald worden. Het doel van dit onderzoek is om te traceren in hoeverre netwerkmanagement een bijdrage kon leveren aan de doeltreffendheid van een netwerk en om andere factoren te traceren die deze doeltreffendheid kunnen beïnvloeden. In dit onderzoek werd de volgende onderzoeksvraag beantwoord: Aan welke voorwaarden dient het netwerkmanagement te voldoen om de samenwerking doeltreffend (d.w.z. de prestaties met doeltreffende/gewenste effecten) in het stelsel Bewaken en Beveiligen te realiseren? Het onderzoek was deductief, kwalitatief van aard waarbij een specifieke cases werd uiteengezet. In de theoretische verkenning zijn de begrippen doeltreffendheid, netwerk en netwerkmanagement uiteengezet. Hieruit is het conceptueel model ontstaan. Hierin stond centraal dat de vier procesmanagementstrategieën bijdragen aan een optimalisatie van de vier theoretische factoren. Hieruit zijn twee empirische verwachtingen opgesteld: (1) De vier managementstrategieën leiden tot vertrouwen, optimale omvang van het netwerk, middelen en consensus over het doel. (2) Vertrouwen in een netwerk, optimale omvang van het netwerk, middelen en consensus over het doel leidt tot een doeltreffende netwerksamenwerking - waarin de gerealiseerde prestaties leiden tot gewenste en voorziene effecten. Uit de interviewresultaten is gebleken dat de 1e empirische verwachting verworpen kon worden. Alle vier de strategieën waren aanwezig, maar niet allemaal in dezelfde vorm en/of sterkte. Dit zorgde desondanks niet voor een optimalisatie van de vier theoretische factoren. De 2e empirische verwachting kon wel bevestigd worden, maar in negatieve zin. De eerdergenoemde factoren zijn in hun volledigheid afwezig wat vermoedelijk zorgt voor het ontbreken van gewenste prestaties als product van de samenwerking in het Stelsel Bewaken en Beveiligen. Tijdens de interviews is de respondenten gevraagd naar andere factoren die niet zijn opgenomen in het conceptueel model, maar wellicht wel invloed hebben op de veronderstelde causale relaties. Zij benoemde enkele buiten conceptuele factoren zoals sociaal/politiek druk, arbeidsmarktstatus en duidelijkheid in structuur. Hieruit kan gesteld worden dat de voorwaarde voor een doeltreffende (d.w.z. de prestaties met doeltreffende/gewenste effecten) in het stelsel Bewaken en Beveiligen mogelijk afhankelijk is van (1) de inzet van de vier managementstrategieën, (2) de vier factoren en tot slot (3) de buiten conceptuele factoren zoals sociaal/politiek druk, arbeidsmarktstatus en duidelijkheid in structuur. Dit zou bijdragen aan het gewenste effect: veiligheid. Echter, dit causale verband is lastig te stellen.Show less
Dit onderzoek heeft zich gericht op de vraag welke factoren de doeltreffendheid van de beleidslijn actieve openbaarmaking van nota's verklaren. Om deze vraag te beantwoorden, is er eerst een...Show moreDit onderzoek heeft zich gericht op de vraag welke factoren de doeltreffendheid van de beleidslijn actieve openbaarmaking van nota's verklaren. Om deze vraag te beantwoorden, is er eerst een theoretisch kader opgesteld waarin een literatuur review is gedaan naar bestaande wetenschappelijke literatuur over doeltreffendheid, implementatiebenaderingen en transparantie. Hieruit zijn vijf factoren geconceptualiseerd en zijn er empirische verwachtingen opgesteld voor verder onderzoek. Vervolgens is er in het methodenhoofdstuk beschreven dat het onderzoek een beleidsevaluatie betreft en hoe de concepten uit het conceptueel model zijn geoperationaliseerd om interviewvragen op te stellen. Er zijn vier interviews afgenomen met betrokkenen van de beleidslijn op politiek en ambtelijk vlak. De analyse heeft aangetoond dat sommige van de vijf gekozen factoren duidelijk de doeltreffendheid van de beleidslijn verklaren. Het is belangrijke informatie voor beleidsmakers en beleidsevaluatoren om te weten welke factoren van invloed zijn op de doeltreffendheid van een beleidslijn. Bovendien is er nog een extra factor naar voren gekomen die van invloed is op de doeltreffendheid van de beleidslijn, namelijk discretionaire ruimte. Dit benadrukt het belang van de implementatie van beleid en de rol van de uitvoerders hierbij. De bevindingen van dit onderzoek kunnen worden gebruikt om de beleidslijn actieve openbaarmaking van nota's te verbeteren en om bij te dragen aan het optimaliseren van beleidsevaluaties. Dit onderzoek laat zien dat een goed theoretisch kader en een gedegen methodologie essentieel zijn voor het beantwoorden van beleidsgerichte vragen en het bieden van bruikbare informatie voor beleidsmakers en beleidsevaluatoren.Show less
In dit onderzoek is de verhouding tussen rechtmatigheid, rechtvaardigheid en doelmatigheid binnen de publieke sector onderzocht. Ook is er onderzocht of er een spanning bestaat tussen deze drie...Show moreIn dit onderzoek is de verhouding tussen rechtmatigheid, rechtvaardigheid en doelmatigheid binnen de publieke sector onderzocht. Ook is er onderzocht of er een spanning bestaat tussen deze drie begrippen. Hierbij is gebruik gemakt van een case study, namelijk de kinderopvangtoeslagaffaire. Hierbij lag de focus op het CAF11 dossier. De conclusie is dat er een spanning bestaat tussen de begrippen.Show less