Sinds de moord op filmmaker Theo van Gogh wordt de representatie van Marokkaanse Nederlanders in nieuwsmedia gekenmerkt door negatieve stereotyperingen. Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond...Show moreSinds de moord op filmmaker Theo van Gogh wordt de representatie van Marokkaanse Nederlanders in nieuwsmedia gekenmerkt door negatieve stereotyperingen. Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond worden neergezet als de onbekende ander en worden met regelmaat in een verdachtenrol geschoven. Onderzoek bevestigt dat deze bevolkingsgroep bovendien niet wordt onderscheiden van de islam. Migranten uit landen met een moslimmeerderheid worden geracialiseerd door de toekenning van statische en karakteristieke eigenschappen waaronder gewelddadigheid en vrouwonvriendelijkheid. Sinds de moord op Van Gogh worden deze discoursen ook in misdaadverslaggeving geïdentificeerd. Het podcastsmedium is belangrijk nieuw terrein voor misdaadverslaggeving. Vooral producties over waargebeurde misdaad zijn razend populair. Gezien de prominentie van Marokkaanse Nederlanders in debatten over criminaliteit is het niet verrassend dat deze groep centraal staat in veel Nederlandstalige podcasts. Onderzoek naar dit medium wijst uit dat de affordances ruimte bieden voor kritische reflectie. Onder andere de representatie van stemmen en de laagdrempeligheid van het medium worden in de literatuur als veelbelovend beschreven. Op basis van de historische representatie van Marokkaanse Nederlanders in nieuwsmedia en de kritische potentie van het podcastmedium is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Hoe worden Nederlandse verdachten met een Marokkaanse achtergrond gerepresenteerd in misdaadpodcasts in vergelijking met andere verdachten? Om deze vraag te beantwoorden zijn zes podcastafleveringen geanalyseerd aan de hand van een kritische discoursanalyse volgens een aangepast stappenplan van Carvalho (2008). De centrale actoren in deze afleveringen zijn verdachten met en zonder migratieachtergrond. In de resultaten wordt de representatie van deze actoren met elkaar vergeleken. De resultaten wijzen de ruimte die verdachten krijgen om hun verhaal te doen en de manier waarop ze als ‘ander’ worden gerepresenteerd, eerder gerelateerd lijkt aan de aanwezigheid van de journalist in het verhaal dan aan hun afkomst. Hoewel de verdachten ongeacht hun afkomst als onbekende ‘ander’ worden gerepresenteerd, stuit dit onderzoek wel op verschillen in verklaringen voor crimineel gedrag. De relatie tussen afkomst en criminaliteit van verdachten met een Marokkaanse achtergrond wordt gepresenteerd als een oorzaak-gevolg-relatie, terwijl de criminaliteit van een verdachte zonder migratieachtergrond juist als onverwacht wordt gepresenteerd. In tegenstelling tot de literatuur blijft de islamitische achtergrond van Marokkaanse verdachten in dit onderzoek buiten beeld. Op basis van deze resultaten kan worden geconcludeerd dat de kritische potentie van podcasts nog niet overal wordt vervuld.Show less
Femicide staat volop in de mediabelangstelling. Steeds meer kranten besteden aandacht aan de problematiek rondom vrouwenmoord. Toch is het aankaarten van femicide als probleem pas een zeer recente...Show moreFemicide staat volop in de mediabelangstelling. Steeds meer kranten besteden aandacht aan de problematiek rondom vrouwenmoord. Toch is het aankaarten van femicide als probleem pas een zeer recente ontwikkeling. Voordien werden zaken waarin een vrouwelijk slachtoffer door haar (ex-)partner werd vermoord zelden binnen dit frame geplaatst. Om te kijken of dit ook opgaat voor de berichtgeving in het Leidsch Dagblad, is er middels deze scriptie onderzocht welke frames in het Leidsch Dagblad voorkomen tijdens een periode van dertig jaar (1990-2022). Deze periodisering maakte het daarnaast mogelijk de veranderingen in de berichtgeving over het onderwerp in kaart te brengen. Op basis van een kwalitatieve framinganalayse van 64 artikelen uit het Leidsch Dagblad werden er drie overheersende frames gevonden: het blaming-the-victim-frame, het geëxcuseerde-dader-frame en het ‘moord is een relationeel drama’-frame. Aan de hand van de framinganalyse van Van Gorp, zijn deze frames vervolgens onderverdeeld in reasoning devices en framing devices. Hierdoor konden enerzijds de oorzaken van de frames achterhaald worden, als ook de tekstuele elementen in kaart worden gebracht. Hoewel vooral het blaming-the-victim-frame in de tweede helft van de onderzochte jaren minder hardnekkig bleek dan verwacht, was er geen kritisch frame die deze leegte opvulde. Mogelijke verklaringen voor dit gegeven zijn het brongebruik van journalisten en de nieuwswaarde van deze specifieke categorie van misdaadnieuws. Omdat er nauwelijks onderzoek gedaan is naar het onderwerp binnen de Nederlandse context, loont vervolgonderzoek naar femicide. Dit onderzoek kan vervolgens uitwijzen of de conclusies ook opgaan voor andere titels in het Hollandse medialandschap.Show less