Er is nog weinig bekend over angsten bij kinderen met autisme. Ondanks dat de DMS-IV comorbiditeit tussen angststoornissen en ASS niet mogelijk acht, zijn er aanwijzingen dat het wel degelijk voor...Show moreEr is nog weinig bekend over angsten bij kinderen met autisme. Ondanks dat de DMS-IV comorbiditeit tussen angststoornissen en ASS niet mogelijk acht, zijn er aanwijzingen dat het wel degelijk voor komt. Overmatige angst zou een grootte impact kunnen hebben op de ontwikkeling van kinderen met autisme en behandeling zou hier op afgestemd moeten worden. Het doel van deze studie is onderzoeken of de mate van angst van kinderen met autisme (N=79) verschilt van de mate van angst van kinderen met een normale ontwikkeling (N=251) in de leeftijd van vier tot en met achttien jaar. De angst wordt gemeten aan de hand van de Sociaal Emotionele Vragenlijst, deze wordt ingevuld door een ouder of verzorger. De vragenlijst meet drie vormen van angst, te weten algemene angst, sociale angst en depressieve angst. Daarnaast wordt er onderzocht wat de invloed van sekse, leeftijd en verstandelijk niveau is op de mate van angst. Uit de resultaten volgt dat kinderen en adolescenten met autisme op alle drie de vormen van angst meer angst ervaren dan kinderen en adolescenten met een normale ontwikkeling. Leeftijd en sekse hebben geen invloed op de mate van angst. Verstandelijk niveau daarentegen wel. Op het gebied van sociale angst ervaren kinderen met een beperkt en een bovengemiddeld verstandelijk niveau meer angst dan kinderen met een gemiddeld verstandelijk niveau. Dit patroon is te zien bij kinderen met autisme en kinderen zonder autisme. Kinderen zonder autisme met een beperkt verstandelijk niveau ervaren de hoogste mate van sociale angst. Op het gebied van depressieve angst ervaren kinderen met autisme en een gemiddeld verstandelijk niveau de meeste angst. Bij de kinderen zonder autisme neemt de depressieve angst toe als het verstandelijk niveau afneemt. Vervolg onderzoek zou zich moeten richten op het ontwikkelen van behandelmethodes toegespitst op kinderen met autisme die te kampen hebben met overmatige angsten, zodat via deze interventiemethoden kan worden voorkomen dat de angsten kinderen belemmeren in hun ontwikkeling.Show less
Deze studie onderzoekt of emotionele intelligentie een mediërende factor is in de relatie tussen (verschillende vormen van) angst en psychosociale vaardigheden. Ook wordt bekeken wat de rol van de...Show moreDeze studie onderzoekt of emotionele intelligentie een mediërende factor is in de relatie tussen (verschillende vormen van) angst en psychosociale vaardigheden. Ook wordt bekeken wat de rol van de drie componenten van emotionele intelligentie (onderkennen, reguleren en hanteren van emoties) daarbij is. Via internet zijn diverse vragenlijsten ingevuld door ouders van kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 18 jaar oud. Emotionele intelligentie medieert de relatie tussen (verschillende vormen van) angst en psychosociale vaardigheden. Sociale angst wordt sterker voorspeld door het samenspel van emotionele intelligentie en psychosociale vaardigheden dan gegeneraliseerde angst. Het hanteren van emoties is een belangrijke voorspeller voor sociale angst, het reguleren en hanteren van emoties zijn de belangrijkste voorspellers voor gegeneraliseerde angst. De resultaten bieden belangrijke implicaties voor de praktijk en vervolgonderzoek. Mogelijk zal men zich in de toekomst met name moeten richten op de emotionele intelligentie van kinderen om angstsymptomen te reduceren of te voorkomen.Show less
Samenvatting Achtergrond: Lange tijd verkreeg de cognitieve ontwikkeling van mensen meer aandacht dan de emotionele ontwikkeling. Hierdoor is er nog weinig onderzoek naar de rol van emotionele...Show moreSamenvatting Achtergrond: Lange tijd verkreeg de cognitieve ontwikkeling van mensen meer aandacht dan de emotionele ontwikkeling. Hierdoor is er nog weinig onderzoek naar de rol van emotionele intelligentie en een onderdeel daarvan dat betrekking heeft op emotieregulatie. In het bijzonder is er weinig onderzoek naar de emotionele intelligentie van kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS), terwijl meer inzicht noodzakelijk is voor hun begeleiding. Doelstelling: Het doel van dit onderzoek is om bij te dragen aan het in kaart brengen van de emotionele intelligentie en emotieregulatie bij kinderen met ASS en kinderen met ASS en angst. Daarnaast wil dit onderzoek de invloed van kind- en gezinsfactoren op emotieregulatie beter in kaart brengen. Methode: Dit onderzoek richtte zich op kinderen van 4 tot en met 18 jaar met en zonder ASS en eventuele angst. De steekproef bestond uit 273 kinderen van reguliere, speciale en middelbare (basis)scholen uit Nederland. Hun ouders vulden op internet de Sociaal-Emotionele Vragenlijst (SEV) en de Vragenlijst Emotioneel Intelligentie Quotiënt (EIQ) in. Resultaten: Uit de SEV bleek dat er 41 kinderen waren met een indicatie voor ASS en angst (30 jongens en 11 meisjes), 30 kinderen met alleen een indicatie ASS (22 jongens en 8 meisjes) en 232 kinderen zonder indicatie van ASS (118 jongens en 114 meisjes). Autisme gaat gepaard met een verminderde emotionele intelligentie en emotieregulatie bij kinderen. Daarnaast gaat het ervaren van angst bij kinderen met ASS gepaard met een nog lagere emotionele intelligentie en emotieregulatie. Een laag opleidingsniveau van moeders verhoogt de kans op een verminderde emotieregulatie bij kinderen. De opleiding van de vader, gezinssamenstelling en leeftijd en sekse van het kind hadden geen effect. Conclusie: Kinderen met ASS ondervinden belemmeringen in de emotionele intelligentie en emotieregulatie. Daarnaast levert angst een extra beperking op voor zowel de emotionele intelligentie als de emotieregulatie. De beperkingen van autisme kunnen hierin een rol spelen, maar het is ook mogelijk dat stress hierbij een rol heeft. Aanbevolen wordt deze alternatieve hypothese verder te onderzoeken.Show less
The purpose of this research was to find out if there is a link between emotion regulation and externalizing problem behaviors in children with ADHD. In addition, it was examined what the influence...Show moreThe purpose of this research was to find out if there is a link between emotion regulation and externalizing problem behaviors in children with ADHD. In addition, it was examined what the influence of age and gender was. The importance of this research is to improve the current interventions for children with ADHD. To make this possible, we need to investigate how the behavior problems have arisen. In this study we define externalizing problem behavior as antisocial or aggressive behavior. On the basis of the experimental questionnaire Emotional Intelligence Quotient (EIQ) there were measured three emotional skills: recognizing emotions, regulating emotions and handling of emotions. In this study only the scores that were related to emotion regulation were analyzed. In addition, the Social Emotional questionnaire (SEV) is used to extent to which externalizing problem behavior occurs. The respondents were parents of Dutch children aged 4 to 18 years from the general population. The respondents were asked to fill in the questionnaires online. The sample contained 255 respondents, including 112 girls and 143 boys. The results showed that children with ADHD determine less good emotion regulation skills than children without ADHD. It was also found that children with ADHD exhibit significantly more antisocial and aggressive behavior than children without the disorder. According to both aggressive behavior and antisocial behavior it turns out that emotion regulation plays an important role. It turned out that age affects antisocial behavior, but it does not affect aggressive behavior. It turned out that gender affects only aggressive behavior. There was found an interaction effect on the factors disorder and age in antisocial behavior. Also there were interaction effects found on the factors disorder and emotion regulation, emotion regulation and age and gender and disorder in aggressive behavior. The results of this research suggest that children with ADHD who exhibit externalizing problem behavior, benefit from an intervention aimed at training of the emotion regulation skills. Possibly this will lead to a decrease in the problem behavior and prevention of further increase of this behavior.Show less
The purpose of this study is to investigate alternative ways for the assessment of ASD. To this end the present article examined if deficits in affective and relational skills can predict the...Show moreThe purpose of this study is to investigate alternative ways for the assessment of ASD. To this end the present article examined if deficits in affective and relational skills can predict the diagnosis of autism spectrum disorder (ASD) in children aged 4 to 12 years. The sample consisted of 186 Dutch children, 45 children with ASD and 123 children without a diagnosis. The parents were asked to complete the Questionnaire Psychosocial Skills (VPV), which covers relational and affective skills, about their child. The results show that children with ASD have significant deficits in relational and affective skills. In addition, the relational and affective skills with gender and age predict with a sensitivity of 82% and a specificity of 96% the diagnosis of ASD. The total accuracy was 92%. When the relational and affective skills decrease the probability of the diagnosis of ASD grow. It is concludes that the VPV questionnaire, i.e. the subscales relational and affective skills, is a good research tool to support the diagnosis of ASD.Show less
Uit eerder onderzoek is gebleken dat er een verband bestaat tussen de kwaliteit van emotieregulatie en sociale angst. Dit onderzoek heeft zich daarnaast gericht op dit verband bij de groep kinderen...Show moreUit eerder onderzoek is gebleken dat er een verband bestaat tussen de kwaliteit van emotieregulatie en sociale angst. Dit onderzoek heeft zich daarnaast gericht op dit verband bij de groep kinderen met ASS. De vraag die in dit onderzoek centraal staat is: In hoeverre bestaat er een verband tussen sociale angst en emotieregulatie bij kinderen met Autismespectrumstoornissen (ASS)? Uit de resultaten van dit onderzoek komt naar voren dat er een verband bestaat tussen ASS en de kwaliteit van emotieregulatie en sociale angst en emotieregulatie. Daarbij is er bij de klinische groepen van ASS en sociale angst sprake van een minder goede emotieregulatie dan bij de zich normaal ontwikkelende kinderen. Tevens wordt er bij meisjes met ASS een verband gevonden tussen sociale angst en emotieregulatie. Verder blijkt uit het onderzoek dat adolescenten in de leeftijd van twaalf tot en met achttien jaar over een betere emotieregulatie beschikken dan de kinderen in de leeftijd tot en met elf jaar. Dit onderzoek draagt daarmee bij aan de theorie en kennis over dit onderwerp en geeft daarnaast meer inzicht in de problematiek die gepaard gaat met autisme of sociale angst.Show less
The purpose of this study is to increase our understanding of the degree youngsters with ADHD and/or autism are able to use psychosocial skills, so as to offer active aid to teach these missing...Show moreThe purpose of this study is to increase our understanding of the degree youngsters with ADHD and/or autism are able to use psychosocial skills, so as to offer active aid to teach these missing skills. A possible connection to gender and age was also investigated. In this study four basal psychosocial skills were investigated, namely: ‘relational skills’, ‘affective skills’, ‘selfcontrol’ and ‘self-awareness’. By means of a questionnaire filled in by parents and guardians data was collected of 408 youngsters aged four to eighteen years old. The research questions have been answered by means of multiple variance analyses. Youngsters with ADHD and/or autism have less developed psychosocial skills compared to youngsters without a developmental disorder. In this case youngsters with only ADHD and youngsters with only autism have better social skills than youngsters with both ADHD and autism. Between youngsters with ADHD and youngsters with autism there were no noticeable differences, but girls have developed better psychosocial skills than boys. These results can be used by parents, teachers and social workers to offer extra support to youngsters with ADHD and/or autism with regard to the development of their psychosocial skills. This way youngsters with ADHD and/or autism can hopefully develop these skills in a better way, which could contribute to their performance and wellbeing.Show less
The present study examined the psychosocial behavioral skills from children in the age 4 to 18 years old with ASS and/or ADHD in order to determine on which domains the children show deficiencies....Show moreThe present study examined the psychosocial behavioral skills from children in the age 4 to 18 years old with ASS and/or ADHD in order to determine on which domains the children show deficiencies. The sample consisted of a total of 453 children, the parents/guardians were asked to fill in on the internet the Social Emotional Questionnaire (SEV) and the Questionnaire Psychosocial Skills (VPV). The age of the children was between 4 and 18 years, with a mean age of 11.3 years (SD = 3.54). The group consisted of 256 boys (56.5%) and 197 girls (43.5%) with 9.5% of the children are diagnosed with ASS, 12.1% are diagnosed with ADHD and 10.6% diagnosed with ASS and ADHD. The findings showed that children with ASS and/or ADHD show a distinct disadvantage in psychosocial behavioral skills compared to children without a developmental disorder. In addition, children with only ASS or ADHD had better skills than children with comorbid ASS and ADHD. Children with ASS scored lower on the relational and affective skills than children with ADHD. The study further showed that 12-to-18-years-old children have better affective skills and self-awareness than 4-to-12-years-old children. It was also found that girls have more affective skills and self-management skills than boys. This study contributes to detecting deficits in the psychosocial development in an early stage, so that appropriate help can be offered that will possibly prevent further stagnation or even improve psychosocial skills in children with ASS and/or ADHD.Show less
Samenvatting Achtergrond: Psychosociale vaardigheden zijn noodzakelijk om adequaat in de maatschappij te kunnen functioneren. Psychosociale vaardigheden kunnen worden opgesplitst in relationele -...Show moreSamenvatting Achtergrond: Psychosociale vaardigheden zijn noodzakelijk om adequaat in de maatschappij te kunnen functioneren. Psychosociale vaardigheden kunnen worden opgesplitst in relationele - en affectieve vaardigheden, zelfsturing en zelfbewustzijn. Kinderen en jeugdigen met ODD/CD en/of een ASS blijken moeite te hebben met psychosociale vaardigheden. Doel: Dit onderzoek tracht antwoord te geven op de vraag met welke psychosociale vaardigheden kinderen en jeugdigen met ODD/CD en/of een ASS specifiek moeite hebben. Er wordt verwacht dat zowel de groep met ODD/CD als de groep met een ASS meer problemen ervaren met de vier facetten van psychosociale vaardigheden vergeleken met leeftijdsgenoten zonder stoornis. De comorbide groep zal deze problemen ook ervaren; verwacht wordt dat zij relatief het minst moeite hebben met zelfsturing. Leeftijd en geslacht zullen waarschijnlijk invloed hebben op de psychsociale vaardigheden. Methoden: Aan dit onderzoek doen in totaal 402 ouders mee, zij rapporteren over hun kinderen en jeugdigen die tussen de vier en achttien jaar oud zijn. De ouders vullen vragenlijsten in welke betrekking hebben op de sociaal-emotionele ontwikkeling en op psychosociale vaardigheden van hun kind, namelijk de Sociaal Emotionele Vragenlijst (SEV) en de Vragenlijst Psychosociale Vaardigheden (VPV). Resultaten: Kinderen en jeugdigen met ODD/CD en/of een ASS hebben significant meer moeite met relationele vaardigheden (F (3, 401)=110.5, p<.001), affectieve vaardigheden (F (3, 398) =84.8, p<.001), zelfsturing (F (3, 383) =40.4, p<.001) en zelfbewustzijn (F (3, 401)=80.189, p<.000). De effectgrootte is bij alle vier de facetten van psychosociale vaardigheden groot, de effectgrootte van leeftijd en geslacht is klein. Conclusie: Kinderen en jeugdigen met ODD/CD en/of een ASS ervaren op alle fronten significant meer problemen met psychosociale vaardigheden. De groep met een ASS vertoont meer problemen met relationele vaardigheden en minder problemen met zelfbewustzijn in vergelijking tot de groep met ODD/CD, qua affectieve vaardigheden en zelfsturing zijn er geen verschillen tussen de groepen. De comorbide groep heeft met alle vier de facetten de meeste moeite. Het is van belang om een gerichte interventie toe te passen die zich richt op de specifieke vaardigheden waar de meeste moeilijkheden mee ondervonden worden.Show less
September 2014 marks the beginning of a new law proclaiming inclusive education for all Dutch children. The goal of inclusive education is to have education in which all children can develop...Show moreSeptember 2014 marks the beginning of a new law proclaiming inclusive education for all Dutch children. The goal of inclusive education is to have education in which all children can develop optimal cognitive, social and emotional skills. Currently, the selection of the type of special education for children with a handicap and/or behavioral problems is based on the diagnosis of the developmental disabilities of the child. In inclusive education, the educational needs of the child constitute the starting point. Teachers favor these changes, but are afraid that the amount of children with behavioral problems in the classroom will increase. The principle of inclusive education will result in a different distribution of children with a behavioral problem in the three different types of education for children with educational needs: primary education, special primary education and specific needs education. Children with diagnosed ADHD will also be part of this redistribution. To be able to serve children with ADHD well, it is important to know what children with ADHD in special education programs need. This research aims to contribute to this by investigating the differences in psychosocial skills among children with ADHD in the three before mentioned types of education in Holland. The variables measured are: psychosocial skills, level of ADHD-symptoms, cognitive development, and family and demographic characteristics. The random sample consisted of 93 children aged 4-12 with (the presumption of) ADHD in the three types of education in Holland. The results show that the psychosocial skills of children with ADHD are good predictors of the three types of education the children with ADHD will get. The less well-developed the psychosocial skills are, the more specialized the level of special education is. The educational level of the wage-earner in the family en the gender of the child also are important predictors. What is striking, is that there is no difference in ADHD-symptoms between the three types of education. It is concluded from the research that inclusive education must focus on the psychosocial skills of children with ADHD and support the development of these skills in primary education to optimum achieve the goals of inclusive education.Show less
Individuals with pervasive developmental disorders face problems in three areas. They have qualitative impairments in social interactions, in communication and have restricted, repetitive,...Show moreIndividuals with pervasive developmental disorders face problems in three areas. They have qualitative impairments in social interactions, in communication and have restricted, repetitive, stereotyped patterns of behavior, interests and activities. In addition, it is not always clear which disorders co-occur with autism and what the impact is on the psychosocial skills. The thesis is: "What is the relationship between autism, comorbid disorders and psychosocial skills? '. Primary and secondary schools were approached and asked to spread a letter amongst the parents, in which the parents and the child were asked to individually and independently fill in a questionnaire on the internet. The ‘Vragenlijst Psychosociale Vaardigheden’ (VPV) measures the psychosocial skills of young people and is used to compare these skills between different groups of young people. The sample consisted of 432 children and adolescents. The study shows that autism relatively often associates with ADHD and less often with anxiety disorders and ODD / CD. Also, the results show that children and adolescents with autism have developed less relational and affective skills than children and adolescents without a disorder and children and adolescents with a disorder other than autism. Furthermore, the self-awareness of children and adolescents with autism is less developed than that of children and adolescents without a disorder, but better developed than that of children and adolescents with autism and comorbid disorders. In addition, the self-management of young people with autism is less developed than that of children and adolescents without a disorder, are children and young people with autism and ADHD not facing more problems with self-management than the other research groups and are young people with autism and ODD / CD facing problems with all psychosocial skills. Finally, the study shows that the level of psychosocial skills of children and adolescents with autism is lower when comorbid disorders are present.Show less
Onderzoek naar de factoren die van invloed zijn op leerachterstanden bij kinderen met autisme is vrij schaars. Het doel van deze studie was om te onderzoeken in hoeverre er bij kinderen en...Show moreOnderzoek naar de factoren die van invloed zijn op leerachterstanden bij kinderen met autisme is vrij schaars. Het doel van deze studie was om te onderzoeken in hoeverre er bij kinderen en jeugdigen van 9-18 jaar met autisme sprake was van leerachterstanden en in hoeverre interpersoonlijke vaardigheden en hoogbegaafdheid daarbij een rol spelen. Verschillende oudervragenlijsten zoals de Vragenlijst Psychosociale Vaardigheden (VPV) en de Sociaal Emotionele Vragenlijst (SEV) zijn ingevuld over een populatie van 583 kinderen en jeugdigen van 9 tot en met 18 jaar (M = 11.8 jaar oud, SD = 3.5). Door middel van kruistabellen en de Chi-kwadraattoets zijn de verschillende verbanden nagegaan. Uit de resultaten blijkt dat er meer achterstanden in rekenen en taal voorkomen bij kinderen met autisme dan bij kinderen zonder autisme. Ook bij kinderen met hoogbegaafdheid komen leerachterstanden voor, maar minder dan werd verwacht. Bij kinderen met interpersoonlijke vaardigheidstekorten komen vaker leerachterstanden voor dan bij kinderen met adequate interpersoonlijke vaardigheden. Kinderen met autisme hebben een hoger risico om interpersoonlijke vaardigheidstekorten te ontwikkelen. Het hebben van autisme en tekorten in interpersoonlijke vaardigheden geeft echter geen verhoogd risico op het ontwikkelen van leerachterstanden. Tenslotte hebben kinderen met autisme en hoogbegaafdheid een kleinere kans om leerachterstanden te ontwikkelen dan kinderen zonder hoogbegaafdheid. De resultaten laten zien dat kinderen met autisme vaker een leerachterstand hebben en meer achterstanden in interpersoonlijke vaardigheden en dat ondersteuning van kinderen met autisme op deze factoren van belang is.Show less
Dit onderzoek bestudeert hoe leerkrachten in het cluster 4 speciaal onderwijs de leerkracht-leerlingrelatie typeren uitgesplitst naar psychopathologie. Hiervoor vulden 54 deelnemende leerkrachten...Show moreDit onderzoek bestudeert hoe leerkrachten in het cluster 4 speciaal onderwijs de leerkracht-leerlingrelatie typeren uitgesplitst naar psychopathologie. Hiervoor vulden 54 deelnemende leerkrachten op 12 scholen in Midden-Nederland de Leerkracht Leerling Relatie Vragenlijst (LLRV) in. De onderzoeksgroep bestond uit 564 leerlingen, waarvan 75 meisjes (13%) en 489 jongens (87%) van 4 tot 14 jaar (M=10.1, SD=1.62). De resultaten lieten zien dat participerende leerkrachten vergeleken met collega’s in het reguliere onderwijs meer conflicten en een hogere afhankelijkheid ervaren van alle leerlingen en alleen minder nabijheid met jongens uit de onderbouw en meisjes. Leerlingen met gedragsproblemen hebben meer conflicten dan leerlingen met een autismespectrumstoornis en eventuele comorbide stoornissen. Bovendien draagt gedragsproblematiek bij aan minder nabijheid met de leerkracht aan het eind van het jaar vergeleken met leerlingen met een autismespectrumstoornis. Hieruit blijkt dat het belangrijk is leerkrachten bewust te maken een goede verstandshouding te hebben en houden over het jaar heen met leerlingen met gedragsproblemen.Show less
Met de invoering van het Passend Onderwijs beoogt de Nederlandse overheid voor iedere leerling een passende plek in het onderwijs te realiseren. De zorgplicht voor kinderen met een stoornis zoals...Show moreMet de invoering van het Passend Onderwijs beoogt de Nederlandse overheid voor iedere leerling een passende plek in het onderwijs te realiseren. De zorgplicht voor kinderen met een stoornis zoals ADHD wordt daarmee bij het regulier onderwijs gelegd. Het huidige onderzoek beoogt een inventarisatie te geven van de sociaal adaptieve vaardigheden bij kinderen met ADHD en te bezien of er verschillen bestaan tussen het regulier en speciaal onderwijs. Ook is hierbij gekeken naar de rol van sekse en leeftijd. In het bijzonder zijn de omgang met leeftijdsgenoten, de omgang met volwassenen, de gerichtheid op school, werk en toekomst en de autonomie en zelfsturing onderzocht. Daartoe zijn door de ouders van 319 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar op internet twee vragenlijsten ingevuld. De adaptieve vaardigheden zijn in kaart gebracht met de Algemene Vaardigheden Jeugdigen (AVJ). Middels de Sociaal Emotionele Vragenlijst (SEV) is vastgesteld of er sprake is van ADHD. De resultaten tonen aan dat kinderen met ADHD over minder sterk ontwikkelde vaardigheden beschikken dan kinderen zonder ADHD. Daarnaast blijkt dat kinderen met ADHD in het speciaal onderwijs aanzienlijk lager scoren dan kinderen met ADHD die naar het regulier onderwijs gaan. De grootste tekorten worden gevonden op het gebied van de autonomie en zelfsturing, de kleinste tekorten op het gebied van de gerichtheid op school, werk en toekomst. Leeftijd en sekse blijken in dit onderzoek geen factoren te zijn die invloed hebben op het sociaal adaptief functioneren van kinderen met ADHD. Om kinderen met ADHD in de toekomst optimaal te kunnen begeleiden binnen het Passend Onderwijs, is het van groot belang dat leraren in het regulier onderwijs bijscholing ontvangen, gericht op het bevorderen van het sociaal adaptief functioneren van deze kinderen. Verder is het van belang om de sociaal adaptieve ontwikkeling van kinderen met ADHD in het Passend Onderwijs nauwlettend te blijven volgen, zodat er duidelijk zicht is op de specifieke behoeften van deze kinderen en zij gericht ondersteund kunnen worden.Show less
In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar met angstig en stemmingsverstoord gedrag de ontwikkelingstaken “identiteit ontwikkelen”, “nieuwe...Show moreIn dit onderzoek is nagegaan in hoeverre adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar met angstig en stemmingsverstoord gedrag de ontwikkelingstaken “identiteit ontwikkelen”, “nieuwe contacten aangaan met leeftijdsgenoten”, “autonomie verwerven” en “omgang met gezag” hebben volbracht. Het doel was om hier meer inzicht in te krijgen, waardoor bege¬leiding mogelijk gerichter ingezet kan worden. Dit leidde tot de hoofdvraag: In welke mate bestaan er verschillen in het beheersen van de ontwikkelingstaken van adolescenten tussen jeugdigen met angstig en stemmingsverstoord gedrag en jeugdigen zonder deze sociaal emotionele problemen? In totaal hebben 474 respondenten vragenlijsten over 266 jongens (M = 14.06; SD = 1.48) en 208 meisjes (M = 14.39; SD = 1.57) ingevuld. De Sociaal Emotionele Vragenlijst (SEV) heeft het angstig en stemmingsverstoord gedrag in beeld gebracht en de experimentele vragenlijst Adaptieve Vaardigheden Jeugdigen (AVJ) de vier ontwikkelingstaken. Naar voren gekomen is dat angstig en stemmingsverstoord gedrag bij adolescenten gepaard gaat met het minder goed beheersen van alle vier de onderzochte ontwikkelingstaken. Bij de comorbide vorm van angstig teruggetrokken en depressief gedrag was dit het sterkst het geval. Opvallend is dat de negatieve effecten bij de ontwikkelingstaken identiteitsvorming en nieuwe contacten met leeftijdsgenoten niet gevonden zijn bij meisjes met angstig depressief gedrag. Mogelijk is dit zo omdat zij, in tegenstelling tot de jongens, vriendschappen onderhouden door middel van conversatie en dat deze vriendschappen ervoor zorgen dat door middel van exploratie de identiteitsvorming niet benadeeld wordt. Vervolgonderzoek is nodig om dit gericht uit te zoeken en om causale verbanden weer te geven.Show less
This study examined similarities and differences in general adaptive skills of typical adolescents and adolescents with ODD, CD and co-morbid ODD-CD. Also the effects of gender and age were studied...Show moreThis study examined similarities and differences in general adaptive skills of typical adolescents and adolescents with ODD, CD and co-morbid ODD-CD. Also the effects of gender and age were studied. Participants were recruited via regular/special primary and secondary schools in the Netherlands. The sample consists of 374 adolescents between 12 and 18 years old. The disorders of the children were classified by the ODD/CD-symptoms ratings of parents. Parents further were asked to fill in an experimental questionnaire measuring general adaptive skills in youth. Results show that adolescents with ODD and CD have fewer adaptive skills than their typical peers, in the following areas: contact with peers, contact with parents, adults and authority, school/work and future, autonomy and self-directedness. The adaptive skills of youth with co-morbid ODD and CD were the least developed. The adaptive skills of adolescents with only ODD and only CD did not differ significantly. Here the least developed skills related to ‘autonomy and self-directedness’. Gender and age do not affect the levels of adaptive skills.Show less
The DSM-IV-TR presents criteria that a child must meet in order to be able to diagnose an Autism Spectrum Disorder (ASS) or an Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). This diagnosis,...Show moreThe DSM-IV-TR presents criteria that a child must meet in order to be able to diagnose an Autism Spectrum Disorder (ASS) or an Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). This diagnosis, however, gives no information about the child's psychosocial functioning. The present study examined on which domains of psychosocial behaviour children in the age 9 to 18 years old with ASS and/or ADHD show deficiencies. The study has a cross-sectional descriptive research design. Regular and special primary and secondary schools parents were asked to fill in on the Internet the Social Emotional Questionnaire (SEV) and the Questionnaire Psychosocial Skills (VPV) about their child. The sample consisted of 343 Dutch school children, including 187 boys (54.5%) and 156 girls (45.5%) in the age 9 to 18 years (M = 13.05, SD = 2.36). The findings showed that school-age children with ASS and/or ADHD compared to school-age children without a developmental disorder show a distinct disadvantage in terms of the relational and affective skills, self-management and self-awareness. The study also found that school-aged children with ADHD compared with school-age children with ASS have more relational skills. The study further showed that school-age children in the age group 14 to 18 years do have more relational and affective skills and self-awareness than children in the age 9 to 13 years. It was also found that girls have more relational and affective skills and self-management than boys. The findings of this study suggest the importance of detecting deficits in the psychosocial development of children with ASS and ADHD in an early stage, so that offering appropriate help immediately thereafter can possibly prevent further stagnation or even promote improvement of skills.Show less
In this research differences in social interaction and social communication skills among primary school children with autism spectrum disorder (ASD), ADHD and a combination of both disorders were...Show moreIn this research differences in social interaction and social communication skills among primary school children with autism spectrum disorder (ASD), ADHD and a combination of both disorders were investigated. Ages ranged from four until thirteen years old. The sample (N = 371) existed out of 231 boys and 140 girls. The adaptive skills were measured by the Adaptieve Vaardigheden Jeugdigen (AVJ). By this questionnaire parents rated on a five point Likert scale several behavioral indices which are part of social communication and social interaction skills. All children diagnosed with developmental psychopathology differentiated significantly from the children without any disorders. No gender and age differences were found among the groups. Children with ADHD and the children with ASD didn’t differ from each other regarding the communication skills. Regarding social interaction skills, there was no significant difference found between the children with ADHD and the children without psychopathology. Also there was no difference found between children with ASD and children with a comorbidity of both disorders. Explanations are found in cognitive psychology, the development of empathy and pro social behavior and gender specific behaviors.Show less
Er is nog weinig bekend over het samen voorkomen van autismespectrumstoornissen (ASS) en angst. Dit is opvallend omdat angst een grote invloed kan hebben op het functioneren van een kind met...Show moreEr is nog weinig bekend over het samen voorkomen van autismespectrumstoornissen (ASS) en angst. Dit is opvallend omdat angst een grote invloed kan hebben op het functioneren van een kind met autisme en tevens een groot effect kan hebben op de behandeling van het kind met autisme. Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de mate van angstbeleving bij kinderen met ASS in de basisschoolleeftijd. Dit wordt gedaan door de mate van angst van deze kinderen (N=128) te vergelijken met de mate van angst die normaal ontwikkelende kinderen (N=513) beleven. Tevens wordt gekeken wat de invloed van sekse en leeftijd zijn op mate van angstbeleving. Angst wordt met behulp van de Sociaal Emotionele Vragenlijst (SEV) in kaart gebracht. De SEV meet drie typen angst, te weten; algemeen angstig gedrag, sociaal angstig gedrag en angstig-depressief gedrag. Hiernaast meet de SEV of er sprake is van een indicatie ASS. Concluderend kan gesteld worden dat kinderen met ASS gemiddeld op alle drie de typen angst een hogere mate van angst vertonen dan de kinderen zonder ASS. Tevens kan geconcludeerd worden dat kinderen met ASS op de typen algemeen angstig gedrag en sociaal angstig gedrag gemiddeld in het subklinische gebied scoren. Op het type angstig-depressief gedrag scoren de kinderen met ASS in het normaal-hoge gebied. Verder is er bij de typen sociaal angstig gedrag en angstig-depressief gedrag een effect gevonden voor leeftijd. De oudere kinderen scoorden significant hoger dan de jongere kinderen. Angst is dus zeker een factor waar bij de behandeling en begeleiding van het kind met ASS rekening gehouden dient te worden.Show less
De laatste decennia probeert de Nederlandse overheid het inclusief onderwijs te stimuleren. Het is daartoe wezenlijk om te weten of jeugdigen met autisme baat hebben bij het volgen van onderwijs op...Show moreDe laatste decennia probeert de Nederlandse overheid het inclusief onderwijs te stimuleren. Het is daartoe wezenlijk om te weten of jeugdigen met autisme baat hebben bij het volgen van onderwijs op een reguliere school. In dit onderzoek is onderzocht in hoeverre de adaptieve vaardigheden verschillen tussen jeugdigen met autisme in het regulier en speciaal onderwijs. De adaptieve vaardigheden die in dit onderzoek centraal stonden waren gericht op de omgang met leeftijdsgenoten. Daarbij is er ook gekeken naar de rol van leeftijd en sekse. De samenhang tussen enerzijds de adaptieve vaardigheden en anderzijds autistisch gedrag en diagnose van autisme is ook onderzocht. De subjecten die centraal stonden in dit onderzoek waren 474 jeugdigen in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. De ouders van de jeugdigen, de respondenten, vulden via internet de Sociaal Emotionele Vragenlijst en de experimentele vragenlijst Adaptieve Vaardigheden Jeugdigen in. Uit de resultaten blijkt dat jeugdigen met autisme aanzienlijk minder adaptieve vaardigheden hebben dan jeugdigen zonder autisme. Leeftijd en sekse daarentegen zijn binnen dit onderzoek niet naar voren gekomen als factoren die van belang zijn. Het soort onderwijs (regulier of speciaal onderwijs) dat jeugdigen met autisme volgen hangt volgens het huidige onderzoek niet samen met de mate van adaptieve vaardigheden. Adaptieve vaardigheden staan wel in relatie met de mate van autistisch gedrag en het al dan niet hebben van een autisme diagnose. De resultaten suggereren dat het functioneren van kinderen met autisme aanzienlijk kan verbeteren door te investeren in de adaptieve vaardigheden, gericht op omgang met leeftijdsgenoten. Het bieden van aangepast onderwijs aan jeugdigen met autisme dat hiermee rekening houdt is daarom wezenlijk. Verder onderzoek zou dan ook gericht moeten zijn op het zoeken naar de onderwijsvorm en begeleidingsvorm die het beste aansluit bij de specifieke behoeften van jeugdigen met autisme.Show less