Stichting Kompaan en de Bocht (Kompaan) is een organisatie voor jeugdhulpverlening en biedt hulp bij problemen rondom opgroeien en opvoeden. Moslimpleegzorg staat hoog in het vaandel bij Kompaan,...Show moreStichting Kompaan en de Bocht (Kompaan) is een organisatie voor jeugdhulpverlening en biedt hulp bij problemen rondom opgroeien en opvoeden. Moslimpleegzorg staat hoog in het vaandel bij Kompaan, maar het idee is ontstaan dat er meer breakdowns plaatsvinden in desbetreffende groep dan in de reguliere pleegzorg. Daarom wil Kompaan een onderzoek dat zich richt op de moslimpleegzorg. Uit eerder onderzoek is gebleken dat pleegkindfactoren, pleeggezinfactoren en factoren die te maken hebben met de manier waarop de pleegzorg plaatsvindt worden geassocieerd met het plaatsingsverloop (Van Ooijen en Strijker (2010), Farmer, Moyers en Lipscombe, 2004, Van de Loo, 2008). Daarom worden deze factoren in onderstaand onderzoek geanalyseerd bij 46 moslimpleegkinderen en pleeggezinnen. Dit is de gehele moslimpopulatie van Kompaan. Bij iets meer dan de helft van deze kinderen heeft een breakdown plaatsgevonden. Doordat dit onderzoek zich specifiek op moslimpleegzorg richt, wordt de etniciteit, religie, opvoedingsstijl en manier van hulpverlening meegenomen. Uit onderzoek van de Graaf (1995) blijkt dat angst van de roddel in de Islamitsche gezinnen groot is. Ook wordt aangegeven dat er bij hulpverleneners kennis moet zijn van cultuur en tradities. Vrouwenzaken, zoals de opvoeding, worden met vrouwen besproken. Mannen hebben (nog) geen rol in de opvoedingsproblemen. Het is belangrijk dat de problemen die in een gezin spelen, binnen het gezin blijven en dus niet met buitenstaanders worden besproken. En het geloof speelt een rol in het dagelijks leven van veel moslims. In dit onderzoek worden vijf significante verschillen gevonden. De etniciteit van een pleegkind lijkt bepalend voor het verloop van een plaatsing. Daarnaast komt naar voren dat het contact met vader en het verloop van dit contact een rol speelt bij het verloop van een plaatsing. De etniciteit en het geslacht van de pleegzorgwerker maken ook een verschil wanneer het om moslimpleegzorgplaatsingen gaat. Het onderzoek geeft inzicht in de variabelen die mogelijk van invloed zijn op de moslimpleegzorgplaatsingen. Er dient rekening gehouden te worden met het lage aantal participanten en daardoor ook de beperkingen van de resultaten. Door de kleine onderzoeksgroep kan dit een vertekend beeld geven. De resultaten van dit onderzoek kunnen uitgangspunten zijn voor vervolgonderzoek. Daarnaast worden er aandachtspunten voor Kompaan beschreven.Show less
External support to security sector reform (SSR) has emerged as a crucial instrument in international peacebuilding and state-building operations and is widely considered as the sine qua non of...Show moreExternal support to security sector reform (SSR) has emerged as a crucial instrument in international peacebuilding and state-building operations and is widely considered as the sine qua non of contemporary post-conflict reconstruction efforts in post-conflict or fragile states. Although SSR is considered as a core instrument of state-building and as a precondition for achieving peace and development, its record of achievement is quite limited. This thesis seeks to explain how the conventional SSR focus on state security undermines post-conflict transition and fails to enable an environment for sustainable peace and development. Based on the transition processes in Afghanistan and Timor Leste, this thesis argues that a state-centric approach to SSR is likely to be less effective in hybrid states and can even destabilise state recovery by protecting state institutions that are not embedded within society.Show less
Bachelor thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (BSc)
closed access
This thesis examines how activism, based on the development of the Rights of Nature movement, influences the relationship between Dutch people and the North Sea as a food source. It investigates...Show moreThis thesis examines how activism, based on the development of the Rights of Nature movement, influences the relationship between Dutch people and the North Sea as a food source. It investigates the effects of the Rights of Nature on the sea’s utilization and the responses of Dutch people to the development of the Rights of Nature for the North Sea. It highlights the need for a shift toward more sustainable practices and a new balance between ecological preservation and socio-economic considerations, contributing to understanding the dynamics between the Dutch people and the North Sea in the framework of the Rights of Nature.Show less
Baby’s worden al blootgesteld aan stress. Het stresssysteem van een kind, dat zich voor de geboorte en tijdens de eerste levensjaren ontwikkeld, kan door een teveel aan stress zich niet adequaat...Show moreBaby’s worden al blootgesteld aan stress. Het stresssysteem van een kind, dat zich voor de geboorte en tijdens de eerste levensjaren ontwikkeld, kan door een teveel aan stress zich niet adequaat ontwikkelen. Dit kan schadelijke gevolgen hebben op zowel psychisch als lichamelijk gebied. Dit onderzoek is uitgevoerd om de invloed en de combinatie van risicovolle omstandigheden en de mate van sensitiviteit van moeder op de ontwikkeling van het stresssysteem van het kind vast te stellen. Het onderzoek is uitgevoerd onder 152 baby’s van circa zes maanden oud. De fysiologische reactiviteit van deze kinderen, waaronder de PEP, hartslag, RSA en huidgeleiding, is gemeten gedurende de Still Face Procedure. Er is onderscheid gemaakt in de stressrespons en de stressregulatie van het kind. De mate van sensitiviteit van moeder werd ook gemeten tijdens deze procedure. Met een vragenlijst zijn de risicovolle omstandigheden van het gezin in kaart gebracht. De resultaten tonen aan dat moeders met risicovolle omstandigheden minder sensitief zijn dan moeders zonder risicovolle omstandigheden. Tevens kwam naar voren dat kinderen waarbij sprake is van risicovolle omstandigheden meer baat hebben bij een sensitieve moeder dan kinderen zonder risicovolle omstandigheden. Deze kinderen weten namelijk beter hun PEP reactiviteit na een stressvolle situatie te reguleren dan kinderen met minder sensitieve moeders. Dit verschil werd niet gezien bij kinderen zonder risicovolle omstandigheden. Kortom het is van belang dat ouders waarbij sprake is van risicovolle omstandigheden zo vroeg mogelijk ondersteuning krijgen bij het opvoeden van hun kind, zodat ze sensitiever kunnen reageren. Behalve bij de PEP zijn er verder geen significante resultaten gevonden. Dit kan er op duiden dat het stresssysteem van een kind van een half jaar oud nog niet volledig is ontwikkeld, waardoor het nog niet adequaat met stress kan omgaan. Meer onderzoek is nodig om duidelijk vast te stellen hoe de ontwikkeling van het stresssysteem verloopt en welke invloeden daarbij een rol spelen.Show less