This thesis discusses the humorous interpretations of integration which figured in Dutch humorous television programmes between 1975 and 2010. It uncovers the importance and meanings ascribed to...Show moreThis thesis discusses the humorous interpretations of integration which figured in Dutch humorous television programmes between 1975 and 2010. It uncovers the importance and meanings ascribed to integration in Dutch society at large.Show less
In deze masterscriptie is geprobeerd te verklaren waarom ruim tachtig Nederlandse Joden ervoor kozen om mee te vechten in de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948. Daarnaast is er onderzocht of de...Show moreIn deze masterscriptie is geprobeerd te verklaren waarom ruim tachtig Nederlandse Joden ervoor kozen om mee te vechten in de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948. Daarnaast is er onderzocht of de motieven van de Nederlandse Machal afwijken van de vrijwilligers waar eerder onderzoek op gebaseerd is. De volgende hoofdvraag staat daarom centraal in dit onderzoek: waarom gingen Nederlandse vrijwilligers vechten in de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948 en hoe wijken hun motieven af van de vrijwilligers afkomstig uit andere, met name geallieerde, landen? Door egodocumenten, overheidsverslagen en krantenartikelen te toetsen aan de secundaire literatuur en de typologie theorieën, wordt in deze masterscriptie inzichtelijk gemaakt wat de drijfveren van de Nederlandse Machal waren en hoe deze eventueel verschillen van de bestaande literatuur en theorieën.Show less
This thesis exlores the interlinkage between cats and women in the domestic sphere. It goes into the more overall image and treatment of cats around 1900, but also more explicitly within the...Show moreThis thesis exlores the interlinkage between cats and women in the domestic sphere. It goes into the more overall image and treatment of cats around 1900, but also more explicitly within the domestic sphere and the ideal of domesticity. However, the final chapter demonstrates how cats could actually be utilized by women to escapte the narrow notion of domesticity. Animal agency and the animal experience are important factors as well.Show less
Dit onderzoek gaat in op de ontwikkeling van de Chinese economie en het onderliggende kapitalistische systeem in de periode 1960-2010. Aan de hand van een begrippenkader dat afkomstig is van de...Show moreDit onderzoek gaat in op de ontwikkeling van de Chinese economie en het onderliggende kapitalistische systeem in de periode 1960-2010. Aan de hand van een begrippenkader dat afkomstig is van de Varieties of Capitalism-theorie, wordt er gekeken hoe het Chinese kapitalistische systeem/model getypeerd kan worden binnen het kader van het comparatief kapitalisme debat. Teneinde dit centrale vraagstuk te beantwoorden, worden er vier institutionele domeinen onderzocht die, door hun rol in de organisatie en distributie van de productiefactoren binnen een economie, de kern vormen van een kapitalistisch systeem. Deze domeinen zijn: 1) de staat; 2) het financiële systeem; 3) bedrijfsbestuur en onderlinge bedrijfsrelaties en; 4) het arbeidsmarktregime. Uit de analyse van deze domeinen vloeit tevens het vaststellen van vormen van institutionele complementariteit en institutionele comparatieve voordelen voort. Daarnaast wordt er in dit onderzoek uitgebreid aandacht besteed aan de sociaaleconomische ontwikkeling van China, het Chinese proces van handelsliberalisering en de invloed van cultuur op institutionele ontwikkeling. De belangrijkste bevinding van dit onderzoek is dat China zich in de periode 1960-2010 heeft ontwikkeld tot een State-Coordinated Market Economy (SCME). In deze kapitalistische variant is 'non-market' coördinatie in handen van een actieve, sturende en autoritaire staat en wordt politieke dominantie gekoppeld aan gecoördineerde economische ontwikkeling. De specifieke rol van de staat binnen de Chinese economie maakt tevens dat het benoemen van vormen van institutionele complementariteit alleen, niet voldoende is om de werking van het Chinese kapitalisme te duiden. Daarom zijn in dit onderzoek de concepten van (opzettelijke) economische institutionele tegenstrijdigheid en politieke institutionele complementariteit geïntroduceerd.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht waarom Nederlandse kinderen na de Tweede Wereldoorlog naar het buitenland werden uitgezonden en buitenlandse kinderen gelijktijdig in Nederland werden...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht waarom Nederlandse kinderen na de Tweede Wereldoorlog naar het buitenland werden uitgezonden en buitenlandse kinderen gelijktijdig in Nederland werden ondergebracht. In deze scriptie worden motieven voor de organisatie in kaart gebracht, wordt de uitzending vergeleken met andere kinderuitzendingen en wordt vanuit een governance perspectief bekeken welke actoren betrokken waren bij de vorming en uitvoering van beleid en wat hun invloed was op keuzes voor opvang, transport, verlengd verblijf, terugkeer, opvoeding en onderwijs op de plaats van opvang. Uit dit onderzoek blijkt dat het laten aansterken van de kinderen bij deze en andere kinderuitzendingen de aanleiding vormde voor de organisatie hiervan. Ook de mogelijkheid tot (her)opvoeden van de kinderen bleek een rol te spelen. Doordat veel organisaties betrokken waren bij de kinderuitzending ontstonden onderlinge concurrentie en tegengestelde belangen op nationaal en internationaal niveau.Show less
Deze scriptie analyseert partijprogramma's voor de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1971 en 2002. Doormiddel van een frameanalyse wordt er gekeken naar hoe gastarbeiders werden besproken en welke...Show moreDeze scriptie analyseert partijprogramma's voor de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1971 en 2002. Doormiddel van een frameanalyse wordt er gekeken naar hoe gastarbeiders werden besproken en welke aspecten van hun identiteit werd uitgelicht om hun relatie tot de Nederlandse samenleving te bepalen. Door de lange onderzoeksperiode wordt duidelijk dat hier significante veranderingen optraden.Show less
This thesis explores one of the major lacunae in migration history: what happened to the descendants of the hundreds of thousands of immigrants who migrated to the Dutch Republic in the early...Show moreThis thesis explores one of the major lacunae in migration history: what happened to the descendants of the hundreds of thousands of immigrants who migrated to the Dutch Republic in the early modern period? Immigrants constituted a large segment of the urban population: in Amsterdam around 1650 circa forty percent of the resident population was born abroad. Thousands of these immigrants got married in Amsterdam and had children. The lives of these children, but also of the (great)grandchildren, had not been studied until now. Profiting from recent advancements in the digitisation and indexation of the parish registers and the notarial archives of Amsterdam, this thesis analyses the processes of integration, assimilation and social mobility of nine families with a Norwegian or Danish migration background between 1660 and 1811. What was their process of integration like, and to what extent did they experience social mobility?Show less
This dissertation considers Scotland's response to the 2007 bicentenary of the abolition of the transatlantic slave trade, in the context of memory and museum studies. It considers to what degree...Show moreThis dissertation considers Scotland's response to the 2007 bicentenary of the abolition of the transatlantic slave trade, in the context of memory and museum studies. It considers to what degree Scotland's response was aligned to an agenda of social justice - and how Scotland is slowly 'waking up' to its slavery past during a time of revived Scottish nationalism.Show less