De Vereeniging Jan Pieterszoon Coen was een tot dusver weinig onderzochte vereniging die tussen 1925-1938 studiereizen organiseerde voor jongeren en leraren met als doel het vergroten van de...Show moreDe Vereeniging Jan Pieterszoon Coen was een tot dusver weinig onderzochte vereniging die tussen 1925-1938 studiereizen organiseerde voor jongeren en leraren met als doel het vergroten van de interesse in Nederland naar de kolonie. Dit initiatief was bedacht door de toenmalige directeur van de Koninklijke/Shellgroep Henri Deterding. De deelnemers van de reizen deelden hun ervaringen en meningen in rapporten. Deze rapporten zijn bewaard gebleven en geven weer hoe de deelnemers, ook wel 'Deterdingers' genoemd, tijdens hun reis werden overtuigd van het belang van de kolonie. Dit onderzoek gaat over het perspectief van de Deterdingers en hoe dit perspectief is te plaatsen binnen de Ethische Politiek.Show less
A microhistorical approach to the history of New Netherland, which dives into the lives of several families and individuals that lived in the colony of New Netherland to, one, determine what their...Show moreA microhistorical approach to the history of New Netherland, which dives into the lives of several families and individuals that lived in the colony of New Netherland to, one, determine what their influence was on the development of the colony, and two, to show that a microhistory of New Netherland can shed new light on the existing historiography.Show less
Reisverslagen van kinderen zijn een unieke bron voor historisch onderzoek, met name omdat er slechts weinig geschreven is over kinderen op zee. Deze scriptie kijkt naar het leven van deze kinderen...Show moreReisverslagen van kinderen zijn een unieke bron voor historisch onderzoek, met name omdat er slechts weinig geschreven is over kinderen op zee. Deze scriptie kijkt naar het leven van deze kinderen met hun ouders op zee in de negentiende eeuw. De grote vragen hierbij zijn waarom scheepskapiteins hun kinderen meenamen aan boord en welke gevolgen had dit voor hun leven, het gezinsideaal van de negentiende eeuw en integratie binnen de samenleving bij thuiskomst?Show less
The Noord river is located within the Dutch river delta, an area which has been subject to numerous changes, particularly since the start of the 1800’s. This thesis displays how the adjustments...Show moreThe Noord river is located within the Dutch river delta, an area which has been subject to numerous changes, particularly since the start of the 1800’s. This thesis displays how the adjustments within the maritime landscape of the Noord river evolved throughout the nineteenth and twentieth century. The main turning point being the 1953 Watersnoodramp, that led to the formulation of the Deltaplan and the revision of the Dutch delta. Following this event the dykes of the Noord river were to be revised and eventually adjusted, affecting the inhabitants of the area and hereby causing major changes within the social structures of the Noord river dykes.Show less
This thesis examines the role of the St. Eustatius' blue beads in both the colonial period and the modern days of the island. Many stories are known about these glass beads, and in this thesis...Show moreThis thesis examines the role of the St. Eustatius' blue beads in both the colonial period and the modern days of the island. Many stories are known about these glass beads, and in this thesis their veracity is tested by means of archival research, the results of archaeological studies and research in literature. Nowadays the beads have a significant meaning for the Statian community and have an almost cult status. Also for the archaeologists and tourists the beads are a intriguing phenomena and thus worth to research. Archaeology and maritime history are combined in this study in order to do a thoroughly research on these small objects with a comprehensive story.Show less
The thesis investigates whether Jan Smit Czn was an exponent of the disappearance of the sailing ships in the second half of the nineteenth century. Apart from literature, the research is based on...Show moreThe thesis investigates whether Jan Smit Czn was an exponent of the disappearance of the sailing ships in the second half of the nineteenth century. Apart from literature, the research is based on the analysis of Jan Smit Czn's private administration and a number of ship account books.Show less
Using combat action reports of escort carriers as primary sources, this thesis seeks to examine the manner in which the specific challenges of the Korean conflict were overcome in the field of...Show moreUsing combat action reports of escort carriers as primary sources, this thesis seeks to examine the manner in which the specific challenges of the Korean conflict were overcome in the field of naval aviation, and how a new mode of aircraft carrier deployment was developed.Show less
Een onderzoek naar de maritieme kennisuitwisseling tussen de VOC en Japan gedurende de isolatie tijdens de Edo-periode. Het doel van de scriptie was het nuanceren van het zwart-witte beeld dat er...Show moreEen onderzoek naar de maritieme kennisuitwisseling tussen de VOC en Japan gedurende de isolatie tijdens de Edo-periode. Het doel van de scriptie was het nuanceren van het zwart-witte beeld dat er in de secundaire literatuur geschetst werd over het Japan tijdens de isolatie.Show less
In 1810 werd Holland ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. Door Napoleon werd het Franse dienstplichtstelsel ingevoerd in Holland. Deze bestond uit de conscriptie en in het bijzonder de maritieme...Show moreIn 1810 werd Holland ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. Door Napoleon werd het Franse dienstplichtstelsel ingevoerd in Holland. Deze bestond uit de conscriptie en in het bijzonder de maritieme inscriptie voor de marine. Voor de maritieme inscriptie kwamen alle zeelui van 25 tot en met 49 jaar oud in aanmerking. Zij werden via een loting ingedeeld bij de Hollandse eskaders van de Franse keizerlijke marine. De vraag is wat de reactie op deze nieuwe vorm van dienstplicht was onder de Zuid-Hollandse zeelui. Gekeken wordt naar de opgeroepen zeelui en hun acties die direct in verband staan met de maritieme inscriptie.Show less
Schipbreuk heeft door de eeuwen heen een transformatie ondergaan, die schip, goed en schipbreukeling ten goede moest komen. Dit valt in Nederland vooral te danken aan maatregelen genomen door de...Show moreSchipbreuk heeft door de eeuwen heen een transformatie ondergaan, die schip, goed en schipbreukeling ten goede moest komen. Dit valt in Nederland vooral te danken aan maatregelen genomen door de overheid en particuliere initiatieven. Maatregelen van de overheid beperkten zich in de vroegmoderne tijd tot eigendomsrechten over goederen en schip, terwijl de particulieren zich over de schipbreukelingen ontfermden. In dit onderzoek wordt gekeken naar de vraag waarom de overheid zich beperkte tot het maken van wetten en maatregelen voor schip en goed, en het redden van mensen overliet aan een particulier initiatief. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in initiatieven en regelgeving op lokaal en nationaal niveau.Show less
In een poging om de koloniale bezittingen in de Oost-Indische archipel na de Tweede Wereldoorlog te heroveren stuurde de Nederlandse regering een groot expeditieleger om de nationalistische...Show moreIn een poging om de koloniale bezittingen in de Oost-Indische archipel na de Tweede Wereldoorlog te heroveren stuurde de Nederlandse regering een groot expeditieleger om de nationalistische onafhankelijkheidsbeweging te bestrijden. In de historiografie wordt veel aandacht besteed aan politieke ontwikkelingen en de geweldsmisdrijven die tijdens deze koloniale oorlog plaats vonden, maar nauwelijks aan de logistieke problemen waarvoor de Nederlandse regering stond om deze grote troepenmacht naar de andere kant van de aarde te transporteren. Met betrekking tot het troepentransport naar en Indonesië zijn er drie verschillende perioden te onderscheiden. Tot aan maart 1946 was de regering afhankelijk van de Engels/Amerikaanse Combined Chiefs of Staff, die de operationele inzetbaarheid van de tijdens de oorlog gevorderde troepentransportschepen bepaalden. Tussen maart 1946 en de soevereiniteitsoverdracht (27 december 1949) maakte de regering weliswaar een eind aan bezitsvordering, maar legden aan de reders de verplichting op hun schepen aan de regering te verhuren. Na de soevereiniteitsoverdracht moesten de Nederlandse troepen Indonesië binnen een half jaar verlaten hebben. Om dit mogelijk te maken moesten er vele buitenlandse schepen gehuurd worden. Deze transporten werden mogelijk doordat er tenminste tweemaal sprake was van een window of opportunity: in maart 1946 waren bijna alle Nederlandse passagiersschepen ingericht voor massavervoer en in 1950-1951 kon de regering door de op gang gekomen emigratiestroom naar Australië gemakkelijk extra scheepsruimte huren. De aankoop van Amerikaanse troepentransportschepen in 1946 zorgde daarnaast voor een verlichting van de druk op de scheepvaartmaatschappijen.Show less
Onderzoek op basis van archiefonderzoek en literatuurstudie met gegevens die bijdragen aan het historiografisch debat over de economische ontwikkeling in de Nederlanden gedurende de jaren 1780-1813...Show moreOnderzoek op basis van archiefonderzoek en literatuurstudie met gegevens die bijdragen aan het historiografisch debat over de economische ontwikkeling in de Nederlanden gedurende de jaren 1780-1813 en de invloed van de Bataafs-Franse Tijd op lokaal niveau (Dordrecht). In de thesis staat de vraag centraal hoe en waarom het Dordtse maritieme bolwerk de Bataafs-Franse periode kon overleven. Onder andere worden de notulen van het in 1795 opgerichte Dordtse Comité van Koophandel en het bedrijfsarchief van het handelsgeslacht Vriesendorp gebruikt om antwoord te geven op deze vraag.Show less
In de negentiende eeuw kwam het steeds vaker voor dat binnenvaartschippers met hun gezin permanent aan boord van hun schip gingen wonen. Onderzocht is wat de invloed hiervan was op materiële...Show moreIn de negentiende eeuw kwam het steeds vaker voor dat binnenvaartschippers met hun gezin permanent aan boord van hun schip gingen wonen. Onderzocht is wat de invloed hiervan was op materiële wooncultuur (voornamelijk huisraad) van Friese schippers ten opzichte van Friezen die niet in de scheepvaart actief waren.Show less
Een onderzoek naar de wijze waarop de kapitein de discipline onder de bemanning handhaafde op de slavenschepen van de Middelburgse Commercie Compagnie in de tweede helft van de achttiende eeuw.
Zowel België als Nederland hielden tijdens de crisis van de jaren 1930 vast aan de goudstandaard. Terwijl anderen devalueerden, verdedigden zij koppig de pariteit van de frank en de gulden. De twee...Show moreZowel België als Nederland hielden tijdens de crisis van de jaren 1930 vast aan de goudstandaard. Terwijl anderen devalueerden, verdedigden zij koppig de pariteit van de frank en de gulden. De twee landen, beide koloniale grootmachten, zadelden hun nationale koopvaardij hierdoor op met een onoverkomelijke kostenhandicap. Zelfs de bevoorrechte koloniale scheepvaartmaatschappijen werden in de diepste crisisjaren op de knieën gedwongen. Daarenboven beperkten beide regeringen, om te besparen, zoveel mogelijk het regeringsingrijpen in noodlijdende bedrijfstakken. Desondanks verleende België tijdens de crisisjaren tot twaalf keer meer geldelijke steun aan haar koloniale scheepvaartmaatschappij, de CMB, dan Nederland deed voor de SMN en de RL. De Belgische overheid hielp de CMB in de periode 1934-1939 zowel om schepen in de vaart te houden, als dat ze voorzag in bouwfondsen om zeven nieuwe koopvaarders op stapel te zetten. Gelijkaardige steunaanvragen in Nederland werden geweigerd. Deze scriptie onderzoekt waarom, in weerwil van het gelijkaardige beleid, België zoveel meer deed dan Nederland voor haar koloniale vaart. Paradoxaal genoeg lijkt de noodzaak om te besparen daarbij een grote rol gespeeld te hebben. Om dezelfde reden werd in Nederland juist zoveel mogelijk bezuinigd op de steunuitkeringen. Door haar politiek-economische analyse van het koloniaal scheepvaartbeleid in beide landen, vormt deze scriptie een aanvulling op de Belgische en Nederlandse maritieme, economische en koloniale literatuur.Show less