Herman Schaepman (1844-1903)was een belangrijke katholieke priester en politicus die in de verzuilde, katholieke historiografie een plaats als wegbereider en emancipator van zijn geloofsgenoten...Show moreHerman Schaepman (1844-1903)was een belangrijke katholieke priester en politicus die in de verzuilde, katholieke historiografie een plaats als wegbereider en emancipator van zijn geloofsgenoten kreeg toebedeeld. Tegelijk stelden al kort na zijn overlijden de eerste (katholieke) auteurs vast dat hij een bron was 'van tegenspraak' binnen eigen kring. Maar hoe hij nu tegelijkertijd doorgaan als controversieel politicus en leider en (zelfs) stichter van een 'katholieke partij'. Die paradox is onderzocht door zijn handelingen in de Tweede Kamer vanaf zijn intrede (1880) tot aan het tot stand komen van het kabinet Mackay te onderzoeken (1888). Dat door Jan Romein zelfs 'Schaepmans ministerie' werd genoemd. Alhoewel Schaepman voor zijn intrede in de politiek naam maakte in katholieke kring als onderwijzer aan het Groot-seminarie te Rijsenburg, dichter en journalist en goede relaties onderhield met vooraanstaande katholieke notabelen, vaarde hij in de Kamer al snel zijn eigen koers. Alhoewel partijdiscipline en afstemming intertijd - zelfs bij de ARP-fractie - zeer gebrekkig bleek, bleek Schaepman ook een warm pleitbezorger van kiesrechtuitbreiding en herziening van de grondwet. Toch raakte hij niet volledig geisoleerd. Hij bouwde een belangrijke samenwerking op met de antirevolutionairen en dan met name met Johnkheer A.F. de Savornin Lohman (1837-1924), die een jaar eerder dan Schaepman toetrad tot de Tweede Kamer en binnen zijn partij snel een leidende rol wist op te eisen. Er ontstond een 'as' tussen beiden, wat ook blijkt uit de correspentie tussen beiden. Beiden konden door die samenwerking zetels winnen in gemengde districten en parlementaire overwinningen behalen ten opzichte van de liberale meerderheid. In 1885 lukte het om de katholieken en antirevolutionairen in de Kamer een gesloten front te laten vormen rondom het onderwijs. Beiden zouden een door de liberalen gewenste grondwetsherziening niet toestaan tenzij ook op het punt van het onderwijs de grondwet gewijzigd zou worden. Dat versterkte de positie van Lohman en Schaepman, deed het geloof in onderlinge samenwerking bij hun achterban en maakte na de gronwetswijzigingen (en nieuwe verkiezingen) de weg vrij voor het eerste coalitiekabinet van het land tussen antirevolutionairen en katholieken. Hoewel het kabinet binnen twee jaar in moeilijkheden kwam en uiteindelijk viel, was het hen wel gelukt om een redelijk geleidelijke kiesrechtuitbreiding tot stand te brengen, een kabinet mogelijk te maken en door hen gewenste stappen te zetten op het terrein van het lager onderwijs. De Schaepman-paradox blijkt een echte: de tegenstelling tussen controverse en het scheppen van draagvlak is in dit geval grotendeels schijnbaar gebleken.Show less
In de jaren zestig raakte de CPN verstrikt in het conflict tussen Peking en Moskou. De Groot koos voor een autonome koers, dit was een nieuwe wending in de geschiedenis van de Nederlandse...Show moreIn de jaren zestig raakte de CPN verstrikt in het conflict tussen Peking en Moskou. De Groot koos voor een autonome koers, dit was een nieuwe wending in de geschiedenis van de Nederlandse communistische partij. Eén persoon uit het dagelijks bestuur ging hier niet in mee en bleef trouw aan de Sovjet-Unie: Friedel Baruch. Friedel Baruch stond niet achter deze interpretatie van ‘het principe van autonomie’ waar de CPN zich op beriep en beschuldigde de partij van antisovjetisme. Volgens Baruch is ‘het wezen van een communistische partij haar verbondenheid met de wereldbeweging van het communisme en de CPN-leiding heeft er mee gebroken. ‘Een afzonderlijk “Nederlands” Marxisme-Leninisme bestaat zomin als een afzonderlijk Russisch of Chinees Marxisme-Leninisme bestaat, - het is een contradictio in terminis.’ Een antwoord op de vraag waarom Baruch een oppositie vormde lijkt misschien zo gegeven; Baruch geloofde niet in een nationale vorm van communisme, de eigen weg bestond volgens hem niet omdat het communisme een internationalistische ideologie is. Dit onderzoek gaat verder en richt zich vooral op de politieke cultuur van de CPN. Want na wat meer onderzoek blijkt dat er veel meer aan de hand was dan een theoretisch meningsverschil en dat het meningsverschil al snel uitliep op een politieke karaktermoord. Om antwoord te geven op de vraag waarom het conflict de vorm aannam die het deed moet er worden gekeken naar de politieke cultuur van de CPN. Daarom is de hoofdvraag van dit onderzoek: wat kunnen we leren over de politieke cultuur van de CPN aan de hand van de kwestie Baruch?Show less