Dit werk gaat in op de positie van kinderen binnen de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid ten tijde van de negentiende eeuw. Dit onderzoek betoogt dat er tussen de idealen van de...Show moreDit werk gaat in op de positie van kinderen binnen de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid ten tijde van de negentiende eeuw. Dit onderzoek betoogt dat er tussen de idealen van de Maatschappij van Weldadigheid en de oprichter Johannes van den Bosch betreffende de opvoeding van kinderen en de uiteindelijke uitvoering van de plannen in de Drentse koloniën grote verschillen bestonden. Er wordt ingegaan op de ontwikkelingen in de vroege negentiende eeuw rondom de kijk op (de opvoeding van) kinderen en de opkomst van de acting elite. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de ontstaansgeschiedenis en organisatie van de Maatschappij van Weldadigheid. Verder worden de idealen van Johannes van den Bosch en de Maatschappij van Weldadigheid rondom de plaatsing en opvoeding van kinderen in de koloniën bestudeerd en vervolgens tegenover de praktijk in de koloniën geplaatst. Door de positie van kinderen in de Drentse koloniën te behandelen, wordt een poging gedaan om de rol van de Maatschappij van Weldadigheid binnen de acting elite verder te duiden en hiermee een aanzet gegeven tot een verdere bestudering van de Maatschappij en haar koloniën binnen dit kader. In dit onderzoek is onder andere gebruik gemaakt van de verhandeling van Johannes van den Bosch uit 1818 en aanklachten van de Raad van Tucht in de kolonie Veenhuizen.Show less