Starting in 2015, the Dutch youth healthcare system will be decentralized and transformed. To smoothen this transition into a ‘new’ healthcare system it is important to prevent families from going...Show moreStarting in 2015, the Dutch youth healthcare system will be decentralized and transformed. To smoothen this transition into a ‘new’ healthcare system it is important to prevent families from going into intensive healthcare by investing in prevention- or early intervention programmes. In the current study the influences of socio-economic status (SES), parental stress and being an only child on the social competence of a child are investigated. The social competence of a child is divided into two compartments; social behaviour and social cognition. A well-developed social competence is linked to better school results and stronger friendships throughout childhood, while a poorly developed social competence is linked to loneliness and underachievement. The research took place in Den Haag, Noordwijk and Zeeuws-vlaanderen and included 160 participants in the age of 4 to 9. Information was gathered through questionnaires and a test. The results showed no effect for SES. Nor was there an effect for being an only child, which means that children who grow up without siblings do not show a difference in social competence then children who do have siblings. The effect of parental stress on social behaviour in a child showed a significant result. This means that, if parents experience relatively more stress from raising their child, this child shows more problems in social behaviour. When this relationship was more closely examined, it showed that this effect is mainly caused by stress derived from parental experiences of social isolation, problems in attachment, and demanding behaviour in the child. Because of these specific sources of stress it seems as if parental stress ‘merely’ plays a mediating role between some form of (social) anxiety or social isolation within the parent. It seems important to investigate this theory in future research so that prevention- and early intervention programme’s can be adapted accordingly.Show less
Bij een eerste zwangerschap komen veel nieuwe dingen kijken die stress kunnen opleveren. Mogelijk ervaart een aanstaande moeder daarnaast nog meer stressvolle gebeurtenissen die veroorzaakt worden...Show moreBij een eerste zwangerschap komen veel nieuwe dingen kijken die stress kunnen opleveren. Mogelijk ervaart een aanstaande moeder daarnaast nog meer stressvolle gebeurtenissen die veroorzaakt worden door de omgeving. Nu is het waarschijnlijk dat aanstaande moeders die al meerdere stressvolle gebeurtenissen meegemaakt hebben, door de ervaring met de vorige gebeurtenissen, emotioneel beter met de nieuwe stressvolle gebeurtenissen om leren gaan. In dit onderzoek werden de moeders ingedeeld in een laag- en hoog-risico groep. Dit werd gedaan op basis van enkele criteria, zoals werkloosheid en alleenstaand ouderschap. Er werd tijdens dit onderzoek niet alleen gekeken of er een verschil in invloed is in de totale doelgroep maar ook tussen deze twee risicogroepen. De participanten (N=143) die aan dit onderzoek meededen, zijn voor het eerst zwanger en hebben een leeftijd van 16 tot 26 jaar. Door middel van de scores op de vragenlijsten voor het aantal meegemaakte stressvolle gebeurtenissen (List Of Threatening Experiences) en de emotieregulatie (Difficulties in Emotion Regulation Scale) werd met behulp van SPSS getoetst of er een verband is tussen deze twee variabelen. Uit de resultaten is gebleken dat er geen verband werd gevonden tussen de mate van het meemaken van stressvolle gebeurtenissen en de emotieregulatie van de hoog-risico moeders en de laag-risico moeders samengenomen. Dit is mogelijk te verklaren doordat de stressvolle gebeurtenissen heel verschillend zijn per individu en de aanstaande moeders daarom hun eerdere opgedane ervaring niet kunnen gebruiken bij het reguleren van hun emoties tijdens een volgend stressvol moment. Wel werd er bij de hoog-risico moeders een trend in de richting van een negatief verband gevonden. De mate van het meemaken van stressvolle gebeurtenissen lijkt dus tot een betere emotieregulatie te leiden bij deze risicogroep. Doordat dit een observationeel onderzoek betreft, kan het mogelijk zijn dat een eventuele derde variabele er voor zorgt dat er bij de totale groep aanstaande moeders geen positief verband is gevonden tussen de mate van meemaken van stressvolle gebeurtenissen en de emotieregulatie. Voordat uitgesloten kan worden dat er daadwerkelijk geen verband is tussen deze twee variabelen, dient dit verder onderzocht te worden.Show less