Abstract The goal of this research has been the comparison of the megalithic monuments of the Burren from the early neolithic and the early bronze age. This was mainly done by looking at the spread...Show moreAbstract The goal of this research has been the comparison of the megalithic monuments of the Burren from the early neolithic and the early bronze age. This was mainly done by looking at the spread of the monuments throughout the region of the Burren. The central questions to answer in this research, was if there are differences between early and later monuments in the spread across the region, if these monuments are related to each other, and if there are differences in landscape settings. In order to do this, a thorough understanding of the landscape both in the past and in the present, was needed. A reconstruction was made of the prehistoric landscape, in order to understand the surroundings the prehistoric people lived in. The morphological aspects of the different types of monuments found in Ireland and the Burren has also been researched, in order to understand the different types and their developments. A short cultural background has been given to understand the neolithic way of life. In the last chapter of this research, the different monuments have been placed in the landscape, looking at the spread, geology, water resources and heights. The conclusion drawn from this research, is that all monuments seem to have a preference for the south-east Burren, where more water resources en fertile ground can be found. It also seems that younger monuments from the bronze age cluster around older monuments. We can only speculate about a meaning fort his, but it seems that older monuments still held an important place in society.Show less
In 2011 schreef Dijkstra zijn academisch proefschrift Rondom de mondingen van de Rijn en Maas, waarin hij het landschap en bewoning tijdens de Vroege Middeleeuwen (450-900) in de Rijnmondregio...Show moreIn 2011 schreef Dijkstra zijn academisch proefschrift Rondom de mondingen van de Rijn en Maas, waarin hij het landschap en bewoning tijdens de Vroege Middeleeuwen (450-900) in de Rijnmondregio behandeld. Dijkstra bespreekt onder andere de assemblages dierlijk botmateriaal van de opgravingen Oegstgeest van de campagnes uit 2004 en 2008. Tijdens het onderzoek door auteur naar de veestapel van Oegstgeest is het assemblage van de opgraving van 2010 bestudeerd. Dit was een mooie gelegenheid om mijn gegevens en bevindingen te kunnen vergelijken met Dijkstra, en vervolgens zijn beweringen te kunnen toetsen aan de hand van mijn onderzoeksgegevens. Daarnaast is Esser’s constatering getoetst voor de Rijnmondregio. Esser zag een toenemend belang van de schapenteelt naar mate men dichter bij de kust komt (Esser 2010,323). Uit het onderzoek blijkt Esser’s constatering niet te gelden voor de Rijnmondregio. Verder is er een vergelijking gemaakt tussen verschillende nederzettingen van onder andere het botmateriaal en ambachten met de Rijnmondregio. Op basis van mijn onderzoek, gebaseerd op secundaire producten van metaal en glas is te zeggen dat er handels- en uitwisselingsrelaties werden onderhouden tussen de nederzettingen in de Rijnmondregio en zelfs daar buiten. Valkenburg – De Woerd lijkt een surplus productie te hebben gehad wat betreft kammen en sieraden, mede hierdoor konden de mensen op de nederzettingen zaken met elkaar uitwisselen en was er dus sprake van handel. Gebaseerd op de analyse van het botmateriaal kan er niet geconcludeerd worden dat Oegstgeest een ‘handelsplaats’ is geweest. Er is onvoldoende bewijs om dit begrip toe te kennen aan de oevernederzetting Oegstgeest.Show less