Een statistische analyse van de betekenis van de lengte van het coalitieakkoord op lokaal niveau aan de hand van gemeentelijke coalitieakkoorden in de periode van 2010-2014.
Een lang coalitie akkoord is in de Gemeente Leiden in 2010 veranderd in een akkoord op hoofdlijnen. In hoeverre deze verandering effect heeft op de mate van congruent stemgedrag staat in dit...Show moreEen lang coalitie akkoord is in de Gemeente Leiden in 2010 veranderd in een akkoord op hoofdlijnen. In hoeverre deze verandering effect heeft op de mate van congruent stemgedrag staat in dit onderzoek centraal. In de gemeente Leiden heeft het hebben van een coalitieakkoord op hoofdlijnen geen effect op de mate van congruent stemgedrag. Het deelnemen aan de coalite daarentergen zorgt voor een hogere mate van congruent stemgedrag. Oppositiepartijen slagen er bij een lang akkoord beter in om de beloftes te vervullen. Aan de hand van het koppelen van stellingen uit voor 2006 de StemWijzer en voor 2010 het Kieskompas met de bij die periode horende stemmingen in de gemeenteraad is de mate van congruent stemgedrag in deze periodes onderzocht. Er is gekeken in hoeverre de invoering van een beleidsakkoord op hoofdlijnen in 2010 een effect heeft op de mate van overeenstemming tussen verkiezingsstandpunten en het stemgedrag van de gemeenteraad. Er wordt verwacht dat partijen vrijer kunnen stemmen bij een akkoord op hoofdlijnen waardoor de belofte vervulling verbeterd zou moeten zijn. De analyse blijkt een onverwacht resultaat te hebben en opvallendheden te omvatten. De VVD blijkt zowel voor als na de invoering van het akkoord op hoofdlijnen een opvallend hoge mate van congruent stemgedrag te vertonen.Show less
De Leidse gemeenteraad heeft zich in 2010 gecommitteerd aan een nieuwe werkwijze. Deze werkwijze moest een einde maken aan de heftige bestuurscultuur en de sterke scheidslijn tussen de coalitie en...Show moreDe Leidse gemeenteraad heeft zich in 2010 gecommitteerd aan een nieuwe werkwijze. Deze werkwijze moest een einde maken aan de heftige bestuurscultuur en de sterke scheidslijn tussen de coalitie en de oppositie. Er wordt niet langer sturing aan het college gegeven aan de hand van gedetailleerde coalitieakkoorden, maar er is een globaal inhoudelijk beleidsakkoord opgesteld. Dit beleidsakkoord moet resulteren in wisselende meerderheden, waardoor de tweedeling tussen coalitie en oppositie komt te vervallen en de hardnekkige lijn tussen wethouder en fractie wordt losgelaten. Dit onderzoek bekijkt aan de hand van interviews met betrokken actoren tot welke verandering de nieuwe werkwijze heeft geleid in de verhoudingen tussen zowel de raad en het college als tussen de oppositie- en de coalitiepartijen. De verhoudingen worden geconceptualiseerd aan de hand van models of legislative politics. De resultaten bevestigen de theoretische verwachting dat de nieuwe werkwijze heeft geleid tot een verschuiving in de verhoudingen maar bieden bovenal inzicht in hoe de betrokken actoren de nieuwe werkwijze evalueren.Show less