In dit onderzoek is het monitoren van begrip bij leerlingen uit groep 7 onderzocht met behulp van het inconsistentieparadigma. Een inconsistentieparadigma is een verhaaltje waarin de targetzin...Show moreIn dit onderzoek is het monitoren van begrip bij leerlingen uit groep 7 onderzocht met behulp van het inconsistentieparadigma. Een inconsistentieparadigma is een verhaaltje waarin de targetzin consistent of inconsistent is met een kenmerk van de hoofdpersoon die eerder in de tekst gegeven wordt. De leestijden op inconsistente en consistente targetzinnen worden met elkaar vergeleken om te onderzoeken of de proefpersoon inconsistenties opmerkt. De 29 leerlingen hebben 32 verhaaltjes gelezen, waarvan 16 consistent en 16 inconsistent. De hoeveelheid fillerzinnen tussen de uitwerking van het kenmerk van de hoofpersoon en de targetzin varieerde van drie tot zes fillerzinnen. De resultaten van de leerlingen uit groep 7 zijn vergeleken met 29 adolescenten (13-17 jaar) uit eerder onderzoek. Zowel leerlingen uit groep 7 als adolescenten laten een inconsistentie-effect zien, wat inhoudt dat de leestijd op inconsistente targetzinnen langer is dan op consistente targetzinnen. Daarnaast vindt er een afname plaats van het inconsistentie-effect wanneer de tekstuele afstand toeneemt tot zes fillerzinnen. Bij drie fillerzinnen is het inconsistentie-effect het grootst, bij vier en vijf fillerzinnen kleiner en bij zes fillerzinnen wordt er geen inconsistentie-effect meer gevonden. Dit patroon verschilt niet voor leerlingen uit groep 7 en adolescenten. Binnen de leerlingen uit groep 7 laten zowel sterke als zwakke begrijpend lezers een inconsistentie-effect zien. Ook wanneer het aantal fillerzinnen toeneemt, verschillen sterke en zwakke begrijpend lezers niet van elkaar. Het blijkt dus dat zowel leerlingen uit groep zeven als adolescenten, en zowel sterke als zwakke begrijpend lezers in staat zijn om hun begrip te monitoren.Show less
Uit onderzoek van Beker, van den Broek en Lorch (2013) bleek dat proefpersonen spontaan kennis uit een eerste tekst konden opdoen en vervolgens konden toepassen in een tweede tekst. In deze...Show moreUit onderzoek van Beker, van den Broek en Lorch (2013) bleek dat proefpersonen spontaan kennis uit een eerste tekst konden opdoen en vervolgens konden toepassen in een tweede tekst. In deze vervolgstudie is onderzoek gedaan naar in welke mate afstand tussen teksten invloed heeft op leren. In een experimenteel within-subject design participeerden 40 studenten (M = 19.8 jaar, SD = 1.6). Zij voerden een leestaak gebaseerd op het inconsistentieparadigma uit. Aan de hand van het meten van de leessnelheid werd onderzocht of proefpersonen kennis uit een eerder gelezen tekst konden toepassen in een tweede tekst, waarbij gevarieerd werd in de afstanden tussen deze teksten. Daarnaast werden de Sentence Span Measure gebaseerd op Swanson en de CBM Maze afgenomen om de invloed van werkgeheugencapaciteit en leesvaardigheid te onderzoeken. Er werd geen leereffect gevonden, ook niet, in tegenstelling tot wat gevonden werd in het voorgaande onderzoek, wanneer twee teksten elkaar vrijwel direct opvolgden. Ook werd geen invloed van werkgeheugencapaciteit en leesvaardigheid op leren gevonden. Mogelijke verklaringen voor deze resultaten en suggesties voor toekomstig onderzoek worden beschreven.Show less